~ 25 ~

326 35 20
                                    

We zitten al een paar uur op hetzelfde stoeprandje, als we dan eindelijk Finn, Cat, Jezz en Leo zien aan komen lopen. "Daar zijn ze", fluistert Lauren zenuwachtig. "Kom", zeg ik zelfverzekerd, en ik sta op. Als de andere mij in hun vizier krijgen, rent Leo op ons af. "Ava! Lauren! Jullie leven!" "Lauren! Gelukkig ben je veilig", zegt Jezz vriendelijk. Trut. Cat en Finn zeggen niks, en staan een beetje verlegen naast elkaar. Ik werp ze nog een keer een vernietigende blik, maar dan draai ik me weer tot Leo. "Je wilt niet weten wat er gebeurt is", zeg ik grinnikend. "Vertel", zegt hij. Ik vertel hem alles. Over Lamia, Daan en Mayla, en hun gestoorde vader. Dan over de furies. "Hey, drie keer raden hoe we die furies hebben verslagen!" Grinnikt Lauren. Leo haalt zijn schouders op. "Nico heeft die monsters vertelt iedereen te doden behalve haar!" Lauren giert het uit van het lachen. "En hij heeft gezegd dat ze speciaal is!" Ik word steeds roder. Leo barst ook in lachen uit, en zelfs Cat grinnikt een beetje. "Nou, nieuw wapen dus!" Grinnikt Leo. "Jongens!" Zeg ik. "Sto-hop!" Lauren en Leo zuchten diep, en houden eindelijk op met lachen. "Er gaat een trein om half twaalf richting het zuiden", zegt Finn stilletjes. "Moeten we die hebben?" Vraag ik, en ik kijk naar Jezz. Die knikt alleen kort. "Prima", zeg ik koel. "Het is nu elf uur. Laten we maar alvast gaan".

De spanning in de trein is om te snijden. Ik zit naast Leo, met Lauren tegenover me. In een ander zitvlak zitten Cat en Finn naast elkaar, met Jezz voor hun. Ik werp steeds sneaky blikken naar Cat en Finn, hopend dat ze niet klef doen, maar ze houden elkaars hand wel stiekem beet... Ik staar gewoon een beetje afwezig uit het raam, denkend aan alle gebeurtenissen. "Waar gaat deze trein nou heen?" Vraagt Leo. "Een of andere plek genaamd Tilburg", antwoord Cat. "Daar moet Jezz een nieuwe richting bepalen". Het is weer stil. Ik staar naar het scherm boven Lauren, waar staat dat de trein pas om half vier in Tilburg aankomt. Ik zucht luid. "Verveeld?" Vraagt Leo. Ik knik. "Laten we een spel spelen", zegt hij. "Ik doe mee", zegt Lauren. "Anders val ik zo in slaap". Ik grinnik. "Oké. Doen, durven of de waarheid dan maar?" Vraagt Leo. "Sure", zegt Lauren. Ik kijk naar de andere. "Hey, Jezz, doe je mee?" Vraag ik, in een poging om aardig te zijn. "Het is Jezzabell. Maar oké dan", zegt ze, en ze rolt met haar ogen. Ze zei nog dat we haar Jezz mochten noemen... Ugh. Ik heb nu al spijt dat ik haar heb gevraagd. Jezz gaat naast Lauren zitten. "Leo, jij begint", zegt ze. "Oké dan", zegt Leo. "Jezz. Wat vind je van Grieken?" Alle ogen zijn op haar gericht. "Jullie kunnen niet vechten. Maar jullie zijn wel oké, denk ik..." "Hoe zo we kunnen niet vechten?" Roep ik. "Jullie zijn zo ongelofelijk rommelig", zegt ze geniepig. Ik houd mijn mond weer. "Maar goed. Mijn beurt", zegt ze. "Lauren. Favoriete wapen?" "Oeh, leuke vraag", zegt ze glunderend. "Deze hier". Ze wijst naar haar dolk, die in zijn huls in haar broek zit. "Ahoewel ik mijn werp messen ook wel fijn vind". "Gaaf", zegt Jezz. "Oké, Ava", zegt Lauren. "Als het mocht... Zou je dan terug naar je eigen huis willen, en gewoon daar wonen?" Shit. Dat is een lastige. Ja, ik weet pas een paar dagen dat ik een halfbloed ben, maar ik vind het kamp nu al leuk! Bovendien heb ik geweldige vrienden... "Nee", zeg ik zelfverzekerd. "Ik zou op het kamp blijven". Lauren glimlacht. "Gelukkig dan maar. Jou beurt". Ik kijk naar de groep. Eerst wil ik iets aan Leo vragen, maar dan besluit ik mijn beurt toch te besteden aan Jezz. "Jezz", zeg ik. Iedereen kijkt me verbaasd aan, verwacht dat ik Leo zou kiezen. "Wat moet je van de goden?" Ze kijkt me eerst verbaasd, dan kwaad en onbeschoft aan. "Dat is privé!" Roept ze. "Sorry", zeg ik. "Ik dacht dat je alles mocht vragen!" "Nee!" Roept ze. "Als je het zo wilt spelen: Ava, wat als je er achter komt dat je dooie vriendje je niet wilt? Ga je dan huilen? Je gedragen als een klein, hulpeloos arm meisje? Hè? Want oh wat is hij belangrijk voor je! Maar die jongen wilt je misschien wel nooit meer zien, hij is niet voor niks voor je gevlucht!" Er heerst een pijnlijke stilte. Tranen vullen mijn ogen. Niet huilen, denk aan leuke dingen. Denk aan Nico... Dat helpt niet. Schichtig veeg ik ze weg. Jezz trekt triomfantelijk haar neus op. "En ik dacht dat we alles mochten vragen", zegt ze. Leo en Lauren durven niet te reageren. "Ik doe niet meer mee", zeg ik schor, en ik staar het raam uit. Wat heeft dat kind tegen me? Haat ze me als persoon? Is het dat deze missie voor mij is? Dat ik degene was die de profetie te horen kreeg? Dat ik goed ben in muziek? Dat Apollo mijn vader is? Ik weet het niet, maar ik weet wel dat ik haar helemaal zat ben. Leo kijkt me schichtig aan, maar staart dan ongemakkelijk voor zich uit. Ik besluit mijn ogen te sluiten, en zo val ik onbewust in een onrustige slaap.

Wat als je erachter komt dat je dooie vriendje je nooit wilt?

Wat schattig dat je je leven geeft voor een jongen. Wel jammer als hij je daarna waarschijnlijk dumpt.

Wat? Jij, met hém? Je bent een schande voor Apollo, Ava. Echt.

Iemand zoals jij kan nooit tippen aan Will Solace. Hij was tenminste een waardig zoon van Apollo. Jij kan niet eens een fatsoenlijke pijl schieten.

Will Solace was tenminste een echte held. Jij bent voor alles bang.

Ava is geen held. Een dikke loser, dat is wat ze is. Loser.

Goed gedaan. Ik dacht dat je op hem leek, maar jij hebt nog meer weg van een Aphrodite trut dan een waardig Apollo kind...

Ik schiet overeind van een luid geluid. Gelijk grijp ik naar mijn zwaard, maar Leo houdt me tegen. "Rustig", sust hij. "Het is maar een stem die omroept dat we er zijn..." Ik kom eindelijk tot rust, en durf mijn bandje los te laten. Finn en Cat zijn al opgestaan. Langzaam kom ik overeind. Au, spierpijn. Dat was echt een vervelende droom. "Gaat het?" Vraagt Lauren bezorgt. "Ja, ja", zeg ik vluchtig. Langzaam lopen we de trein uit. "Dus..." Vraagt Leo. "Waar nu heen?" "Dat moet Jezz bepalen", zegt Finn. Ik kijk naar hem. En naar Cat. Naar hun beide. Hoe ze blikken naar elkaar werpen. Hoe ze net iets té dichtbij staan. Houd je in, Ava. Niet uitbarsten... Ik adem kwaad in, en houd mijn adem even. "Alles oké?" Grinnikt Lauren. Ik knik van ja. Lauren volgt mijn blik. "Finn en Cat? Ze... Oh my gods. Dat is te dichtbij. Té". Ze kijkt woest uit haar ogen. Oh, geweldig, Ava. Je verpest het lekker niet alleen voor jezelf, maar ook voor andere. "Zo, jij hebt een nieuw vriendinnetje?" Roept ze. Finn word rood. "Nee, ik..." "Dus zo speel je het?" Snauwt Lauren. "Stop! Serieus!" Roep ik. De tranen vullen mijn ogen weer. "Ga... Gaat het wel?" Vraagt Finn geschrokken. Ik knik vluchtig van ja, en wrijf ruw de tranen weg. "Laten we nou maar doorgaan", zeg ik schor. Iedereen wend zich naar Jezz. "We moeten westelijker en zuidelijker", zegt ze. "Zeker weten?" Vraagt Cat. "Honderd procent". "Kijk", zegt Leo. "Op het bord staat een kaart". We lopen er naartoe. "Daar", zegt Jezz, en ze wijst naar een plek. "Daar is het, ik voel het!" "Zeeland?" Vraagt Finn. "Ik hoor de zee zachtjes ruizen op de achtergrond", zegt ze peinzend. "Dan gaan we naar Zeeland!" Zegt Cat. "Middelburg... Daar moeten we heen", zegt Finn. "Als je het over Hades hebt... Kijk, precies de goede trein", zegt Leo, en hij wijst naar een binnenkomende trein. "Laten we gaan", zegt Lauren, en we lopen met z'n allen naar de trein.

Daughter of the sun (ONDER CONSTRUCTIE)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu