Deel 42

308 13 7
                                    

Deemsie pov (wanneer Jonathan komt):
'Aankleden hoertje van me!' Slijmt Jonathan naar me als hij na uren mijn polsen los maakt. Het liefst zou ik zo langzaam mogelijk mijn kleding over mijn pijnlijke spieren heen te trekken, maar schiet toch op aan gezien Jonathan me kwaad en ongeduldig aankijkt. 'Klootzak!' Sis ik als hij me uitlacht als ik de spieren op mijn gezicht vertrek terwijl ik mijn kleren aan doe. 'Wat zij je?' Zegt hij met een dubbele tong. 'Dat ik je haat! Ik haat je! Ik haat je!' Er komen een aantal klappen in mijn gezicht voor te staan, tot het zwart wordt en daarna helemaal niks...

Eva pov:
Er komt een dokter aan lopen. Hoopvol en uitgeput kijk ik hem aan. 'U hebt geluk gehad, u heeft een prachtige dochter gekregen.' Ik lach heel even kort en kijk Wolfs vragend aan of hij het woord wil voeren. 'Wat heeft u allemaal gedaan?' Hij half precies de woorden uit mijn mond. 'U dochter is ademloos geboren, wij hebben haar meteen geopereerd en de verpleegsteer komt haar straks brengen.' Wolfs en ik kijken elkaar aan en weer naar de dokter. 'Nog gefeliciteerd.' En daarmee loopt hij weer weg. Even later komt inderdaad de verpleegster en kan ik haar eindelijk tegen me aan drukken. Het vult een deel van mijn leeg hart. Haar plek is er, die van Wolfs is ook vol, maar een groot gat voor Deemsie is nog steeds leeg.' Ik probeer nu gewoon gelukkig te zijn, maar toch mis ik Deemsie, ze hoort hier nou eenmaal bij te zijn. Ik kijk in de bruine ogen van onze dochter, die we Suus noemen, omdat het toch Deemsie haar nieuwe zusje is.. Ik ben trots op nu al dit lieve kleine vechtertje.

Deemsie pov:
Ik wordt wakker van een het zware geluid van een deur die open gemaakt wordt. 'Ben je weer wakker slet?' Ik kijk hem wel aan, maar zeg niks terug. Het hoeft me niet weer betaald komen te staan. 'Mee komen!!' Wankelend sta ik op. 'Waar gaan we heen?' Zeg ik met een poes lieve stem in de hoop op antwoord. 'Loop nou maar door dikke.' We lopen naar buiten. Vliegensvlug kijk in rond, maar zie alleen bos en weilanden. We lopen een schuur binnen... 'Hier mag jij opruimen. En doe het maar goed!' Daarmee doet hij de schuur op slot. Ik pak een oude bezem en veeg het losse stro in een soort oud stalletje. Er staat een soort laddertje naar het zolder aan de overkant. Ik klim onhoog en kijk naar het zodertje. Ik zie het raam en het dak eronder.. Als ik alles goed voorbereid kan ik vanaf hier misschien ooit ontsnappen. Snel ga ik weer naar beneden voordat Jonathan me ziet. Ik leg de ladder achter de berg hooi. Veder leg ik de scheppen bij de scheppen, de bezems bij de bezems enzovoort. Ik ben best tevreden en laat mezelf in het zachte stro zakken en probeer een plan te bedenken hoe dat ik kan ontsnappen. Het moet gewoon lukken, het moet!

Eva pov:
Na een dag mogen Wolfs en ik trotse papa en mama het ziekenhuis verlaten. Waarom Suus zonder ademen is geboren weet niemand, maar ze lijkt er geen last van te hebben. Met z'n drieën gaan we op de bank zitten, tenminste Suus kan niet zitten. Ze ligt nu even bij Wolfs. Wolfs legt haar op de bank en streelt mijn wang, 'waar denk je aan lieverd?' Ik zucht diep en slik mijn tranen weg 'aan Deemsie.' Zeg ik met een schore stem. 'Morgen ga ik weer veder met de zoektocht.' Ik knik blij. 'We starten wel ons eigen onderzoekje als ze stoppen met zoeken hé?' Zeg ik zacht. 'Tuurlijk, we geven pas op als we zeker weten dat ze niet meer terug komt, en zelfs dan is nog altijd bij ons. Daar.' Wolfs wijst op mijn hart. Ik zucht opgelucht, blij dat Wolfs er ook niet mee wil stoppen. Allebei diep in gedachten verzonken gaat de deurbel. 'Ik ga wel.' zegt Wolfs met een lieve knipoog naar me. Even later hoor ik Marion's vrolijke stem in de gang. Ik druk Suus tegen me aan. Ze gaat een goede jeugd krijgen, en leuke dingen meemaken. Het gelukkigste kindje van de wereld zijn. Haar kleine oogjes twinkelen, inplaats van dat ze dof staan en dat wil ik graag zo houden. Marion komt binnen en knuffelt me. Ondanks dat ik mama ben geworden, mis ik Deemsie verschrikkelijk erg... De hele tijd denk ik terug aan wat ze nu moet meemaken, iets wat ik ook heb meegemaakt.. Ik zou haar zo graag willen troosten. Ik probeer mezelf te troosten dat Deem altijd wel weer een lichtpuntje ziet. Ik praat afwezig wat met Marion en ze mag Suus even vasthouden. Als Wolfs even naar de keuken loopt pakt ze mijn handen vast. 'Je mist haar hé eef.' Tranen vullen op in mijn ogen, die Marion ziet. Het is een soort "ja" teken. 'Morgen kom ik en dan bedenken we samen wel een plan, je kent Deemsie en je kent Jonathan. Je kent zijn gebruiken en manieren. Je mag niet werken van Mechels, maar nu kan ik je nog een beetje controleren.' Ik lach flauwtjes en samen maken we een afspraak voor half 12.

Volgende dag, half 12:
Stipt om half 12 staat Marion voor de stoep. Ik heb een huilende Suus over mijn schouder hangen en troost haar tegelijk ik Marion begroet. Suus heeft de hele nacht door gehuild. Ik zeg het niet tegen Wolfs, maar ik denk dat ze op dezelfde momenten huilt als Deemsie. Ik wordt ook overheest door hoofdpijn van de stress, maar dat negeer ik maar.

Deemsie pov:
Door dat het zo koud is in de stal wordt ik wakker. Ik ben in het stro in slaap gevallen. Eigenlijk is deze slaapplaats best comfortabel, het is zachter dan de ijskoude vloer in het huis. Een misselijk gevoel overspoelt me weer en ik spuug in een emmer die ook in de stal stond. Eigenlijk ben ik altijd na zoiets misselijk...

Nog een fijne laatste kerst avond!! Dikke kuss mij💖

No trust - Flikken MaastrichtWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu