Deel 9

350 25 3
                                    

Lloyd stond recht voor me. "Kinzly, geef de telefoon. Ik weet dat je hier een telefoon hebt" Ik zat in een rechte kleermakerszit op mijn bed en keek hem strak aan. Mijn negeersessie was nog steeds in volle gang maar het werd lastiger om de stilte aan te kunnen.

"Kinzly! Kijk dan naar jezelf! Je drijft jezelf waanzin door iedereen een stiltebehandeling te geven. Dit helpt niet! Geef de telefoon!"

Een traan rolde uit mijn ooghoek langzaam naar beneden tot het van mijn kin af viel en op mijn borst landde. Lloyd keek lang naar de traan. Hij had me niet zien huilen. Niemand had me ooit zien huilen. Ik deed niet aan openbaar huilen. Ik deed sowieso niet aan huilen. Huilen was voor de zwakkelingen, maar blijkbaar was ik dat nu ook.

"Ik wil niet met je praten" Ik verhief mijn stem niet. Ik zei het akelig kalm. "Je moet met iemand praten" Ik drukte mijn lippen voor een kort moment op elkaar. "Ik wil alleen met Dustin praten" Lloyd had werkelijk geen idee wie Dustin was maar hij nam vrede met mijn antwoord en liep de kamer uit.

Na een half uur kwam hij de kamer terug in. "Dustin is onderweg. Ik wist niet dat je een broer had" Ik ging weer verder met de stiltebehandeling. Lloyd verdiende de stiltebehandeling, hij was de schuldige hier. Hij had me opgesloten.

"Ik ga dan maar, je wil me duidelijk hier niet hebben" Ik keek hem niet aan en ontkende zijn woorden niet. Ik wilde hem hier niet hebben. Ik wilde Dustin.

Laat in de avond hoorde ik een verhit gesprek op de gang plaats vinden. Er was een bezoeker voor me maar volgens de verpleger was het te laat en moest mijn bezoeker wachten tot het tijd was voor bezoekers.

Dustin kwam mijn kamer boos in gestormd. "Kinz" Ik sprong van mijn bed en rende naar hem toe. Hij sloeg zijn armen strak om me heen en liet me de eerste vijf minuten niet los. Een verpleger bleef nog verzoeken of Dustin weg wilde gaan maar uiteindelijk gaf hij de hoop op en liet hij ons alleen.

"Kinzly, wat is er gebeurd?" Ik zuchtte. "Ze zeggen dat ik depressief en suïcidaal ben" "En ben je dat? De laatste keer dat ik je zag was je gelukkig, je leefde je droom"

Ik haalde mijn schouders op. "Ik leefde ook mijn droom" "Wat is er gebeurd?" "Ze vonden dat ik hier thuis hoorde" "Hoe kwamen ze erbij dat je hier heen moest?" Ik keek Dustin niet aan.

"Kinz..." Ik rolde met mijn ogen. "Het werd allemaal te veel" "Wat?" Ik zuchtte. "De tour. Iedereen was zo hecht en het leek een familie en..." Dustin zuchtte. "Je zag iets wat je nog nooit had gehad en je werd bang" Ik slikte.

"Wat heb je gedaan?" "Ik begon steeds meer aan pap te denken en toen ben ik de volgende ochtend op de badkamervloer gevonden met drugs en drank ik mijn systeem" Dustin zuchtte.

"Kinzly, ben je depressief?" In mijn hoofd was het ontkennen van een depressie zo gemakkelijk geweest maar nu ik tegenover mijn broer zat wist ik het niet meer. "Ik wilde zo lang een familie en nu had ik die en ik probeerde ze alleen weg te duwen, net als pap en mam"

Dustin schudde zijn hoofd. "Je bent niks zoals pap en mam! Absoluut niet, alsjeblieft zeg dat nooit meer" Ik schoof de mouw van mijn trui langzaam omhoog. "Hier werd ik mee wakker na een avondje stappen"

Dustin keek lang naar de perfect rechte streepjes op mijn pols. "Kinzly, alsjeblieft..." "Misschien ben ik wel depressief..." Ik sprak de woorden langzaam uit. "Kinz, het is oké, ik ben hier... Je bent niet alleen..."

DepressionWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu