hoofdstuk 11

535 19 3
                                    

Tony's POV
Al dagen sluit ik mezelf op in haar kamer. In de kamer naast me zijn de bouwvakkers bezig om het raam en de muur van Ava's lab te repareren.  Hoe kon ik haar ooit laten gaan. Ze was zo dichtbij. Alles voelt weer als toen ze in coma was. De eenzaamheid, het feit dat ik niet kan geloven dat ze weg is. Dat ze niet vrolijk binnen loopt als ik aan het werk ben in mijn lab. Of dat ze niet blijft zeuren aan mijn hoofd dat ik wel genoeg moet eten en slapen. Ja... ze heeft altijd voor anderen gezorgd en moeite gedaan om anderen zich goed te laten voelen. Altijd anderen voorop stellen in plaats van aan zichzelf te denken. O hoe erg mis ik haar...

Iedereen is naar haar opzoek. Toen ze meegenomen werd en Barton en ik het nieuws vertelde, ontstond er gaos. Iedereen had de ontploffing wel gehoord maar dat gebeurt wel vaker dus bestede ze er geen aandacht aan.

De stemming in de toren is vreselijk. Iedereen is gestrest. We proberen wanhopig een signaal te krijgen van de locatie waar ze naar toe is gebracht maar er is nog geen succes tot nu toe. Hopelijk wordt alles snel beter. Hopelijk ben je snel terug Avalyn. We missen je...

Avalyn's POV
Met koppijn wordt ik wakker. Ik blijf nog een tijdje met mijn ogen dicht op bed liggen, puur omdat ik niet de energie heb om ze te openen.
Dan besluit ik dat het toch tijd is om op te staan ook al heb ik hier niks te doen. Langzaam om de spierpijn niet erger te maken dan dat het al is, ga ik rechtop zitten. Daar, aan de andere kant van van de kamer, staart Winter me aan. Ik schrik me rot en een zacht ongewenst piepje verlaat mijn keel. Ik kan zien dat de lang harige man het gehoord heeft want hij verstijfd een klein beetje. 'Het is oke, je liet me alleen even schikken. Ik had niet verwacht dat je hier nog zou zijn' probeer ik hem gerust te stellen. Het is waar wat ik zei, ik had inderdaad verwacht dan mijn geheimzinnige celgenoot bezig zou zijn met iets anders. In ieder geval dat hij ergens anders zou zijn. Mijn woorden likken een beetje te helpen want de spieren in zijn nek en armen ontspannen een beetje. Merkend dat ik op de goede weg ben probeer ik een gesprek aan te knopen. 'Mijn naam is Avalyn Stark' zeg ik. Een sprankje van herkenning verschijnt in zijn ogen en hij lijkt nog iets meer te ontspannen. Aangemoedigd hierdoor vervolg ik 'Weet je misschien hoe lang ik hier al ben?'. Ik hoop dat hij antwoordt. En niet alleen omdat ik echt wil weten hoe lang ik al weg ben maar ook omdat hij er zo verloren uitziet. Alsof hij een robot is zonder een enkele gedachte bij zijn acties. 'Twee weken' reageer hij tot mijn verbazing. Nog steeds kijkt hij me aan. Het begint een beetje creepy te worden want ook een ongemakkelijke stilte is de ruimte binnen gekomen. Dan went hij zijn blik af en kijkt naar iets op de vloer voor de dikke ijzeren deur. Ik volg zijn blik en zie twee dienbladen op de grond liggen. Eèn met een lege kom en een andere met een gevulde kom. 'Eet'. 'Wat?' komt het stomme antwoord uit mijn mond. 'Eet' herhaald hij. Hij kijkt van mij terug naar het gevulde dienblad. Ik sta met moeite op en loop naar de deur. Alles doet pijn als ik beweeg maar ik zal wel moeten want ik weet niet wanneer er weer eten wordt gebracht en Winter zie ik het niet voor me halen. Als ik het op heb gehaald en terug ben gekeerd naar mijn bed zie ik wat er op het menu staat. In de kom zit een klonterige bruine soort pap en een aardewerk beker met water. Met veel tegenzin begin ik eraan. In stilte eet ik mijn eten op en als ik klaar ben leg ik het terug op de plek waar het ook stond voor ik het had gepakt. Al die tijd voel ik de blik van de man aan de andere kant van de kamer op me rusten. Voor de rest van de dag heb ik niet meer gepraat. Ik heb gewoon op bed gelegen en gedacht. Gedacht aan de toren, aan de Avengers die mijn familie waren geworden. Als ik langer zo stil blijf liggen ga ik meer dingen opmerken. Zoals hoe er kleine beetjes water langs de rotsachtige muren stroomt en geluiden van buiten mijn cel. Apparatuur die in andere kamers wordt gebruikt. Wat er wordt gedaan op de computers. Wacht... ik kan voelen dat er apparatuur in de andere kamers is en ik kan weten wat er op de computers wordt gedaan?! Hoe is dat zelfs mogelijk? Wat hebben ze in vredes naam in mijn lichaam geïnjecteerd. Hoe meer ik er over nadenk hoe onlogischer het wordt. Ik besluit dat ik ga proberen wat ik nog meer kan. Mijn lichaam ontspant zich en ik krijg het gevoel dat mijn geest buiten mijn lichaam zweeft. Ik kan mezelf niet zien maar wel een hele hoop andere dingen. Ik kan de elektrischiteits kabels door de muren zien lopen, de laberatoria waar de nieuwste technologie staat, een vreemd apparaat dat geheugens lijkt te kunnen wissen, alles wat een soort computer is kan ik zien. Ergens voel ik dat er iets mist maar voor ik kan bedenken wat gaat de deur open en loop er een man binnen in het zelfde uniform als de mannen die me naar de kamer brengen waar de injecties werden gegeven en ik heb het gevoel dat deze man me er weer heen gaat brengen. En inderdaad, omdat ik nog niet heb bewogen loopt hij naar me toe en trekt me aan mijn lange zwarte haren omhoog. Hoe bedoel je grof... Om te voorkomen dat hij weer de haren uit mijn hoofd trekt doe ik wat hij wilt en sta op. De man pakt me bij mijn arm en lijd me door de gangen. De zelfde kamer als eerst in precies de zelfde opstelling verschijnt als.de deur open gaat. Weer wordt ik vast gezet aan de stoel en Alexander Pierce komt de kamer binnen. Jemig ik krijg deja vu's van deze routine.
'Zo dus heb je nagedacht over de baan die ik je aanbied?' vraagt hij. Alsof ik hem niet gehoord heb staar ik hem aan. Denkt hij nou echt dat ik de wapens van mijn vader aan HYDRA ga overleveren. Zo ja dan denk hij dat goed verkeerd. Een felle pijn schiet door mijn wang als hij uithaalt met zijn hand. Schreeuwen doe ik niet meer. Na die injecties weet ik wat pijn is en hoe ik er mee om moet gaan. Ik draai mijn hoofd terug naar hem en ik kijk hem uitdagend aan. Met een vastberaden stem begin ik te spreken  'denk je nou echt dat ik mijn familie ga verraden door hun vijand te helpen. Mijn antwoord is en blijft nee. Ik ga geen Stark wapens voor je maken'.
'Oke als het zo moet... Geef haar de laatste injectie en wis dan haar herinneringen, dan zal ze geen schuldgevoel hebben als ze haar werk doet' dan draait hij zich om en loopt weg. Een arts komt al dichterbij met de naald en steekt hem in mijn nek. Ik weet niet wat verandert is maar als de pijn komt probeer ik er niet langer meer tegen te vechten, ik verwelkom het en laat het me overspoelen. Misschien is het de nieuwsgierigheid naar de mogelijkheden als ik deze injectie heb gehad of misschien weet ik nu dat vechten tegen pijn geen zin heeft. Als het ophoud open ik weer mijn ogen en kijk door de kamer. De arts en de bewakers zijn vertrokken en ik ben dus alleen. Al sinds ik weer "wakker" werd voel ik me anders. Nog steeds kan ik de computers voelen maar het lijkt nu zo veel duidelijker. Ik kan nu niet alleen zien wat er gedaan word, ik begrijp het nu ook. De handelingen die de computer maakt als er iets ingevoerd wordt. De codes die gebruikt worden om andern te hacken. Maar ook wat er gedaan zou moeten worden om deze hackers af te weren. Informatie stroomt mijn hoofd binnen en overweldigd me. Misschien is het beter als ik nu ga slapen en er later over nadenk. Dan... zullen we wel... zien wat er gebeurt...
Nu eerst... even... slapen.

Hey mensjes, het is een lange tijd geleden dat ik heb gepubliceerd maar hier is weer een nieuw hoofdstuk. Ik hoop dat je het leuk vond.

PS. Als het te lang duurt voor ik weer publiceer dan moeten jullie het gewoon zeggen dan weet ik dat ik meer tijd zal moet en besteden aan het schrijven. Thanks guys!

The Secret AvengerWhere stories live. Discover now