Chapter Two

640 43 6
                                    

'Goedemiddag meneer en mevrouw Griffel.' Ze keken haar aan met een vriendelijke blik in hun ogen.

'We zijn blij dat we je eindelijk kunnen ontmoeten. Hermelien heeft ons veel verteld over jullie avonturen op school.' Hermeliens ouders waren vriendelijker dan ze had verwacht. Begrijp haar niet verkeerd. Het was niet omdat ze Dreuzels waren, maar ze had gewoon al een beeld geschetst wat totaal niet zoals de werkelijkheid bleek te zijn.

Toen ze voor hun huis stonden, liet Hermelien een zenuwachtig gekuch horen. 'Het is prachtig.' En dat was ook zo, vond Farrah. Het zag er bijna hetzelfde uit als alle andere huizen in de straat, maar iets aan dit huis maakte het de prachtigste van hen allen.

Na een paar dagen bij Hermelien streek Hedwig plots op het raamkozijn van Hermeliens kamer neer. Toen ze haar zagen, liepen ze direct naar haar toe en namen ze de brief uit zijn mond (het kan me geen moer schelen dat het eigenlijk bek of snavel of wat dan ook is, een uil verdient ook wat respect en als je daar iets tegen hebt dan moet ik je vriendelijk verzoeken je eroverheen te zetten en gewoon rustig verder te lezen).

Ze lazen de brief eens snel door en keken elkaar toen aan. Farrah had Hermelien in de voorbije dagen ook over Dobby verteld, en nu vielen de puzzelstukjes ineen. De brief was kort maar bevatte alle informatie die Farrah wilde bezitten.

Hermelien,

Ik heb net van Ron gehoord dat Farrah nu bij jou is en dus moet ik een aanpassing maken.

Farrah en Hermelien,

Ik weet dat jullie niets van me hebben gehoord maar ik heb ook niets van jullie gehoord. Het klinkt misschien gek, maar een of andere huiself genaamd Dobby wil niet dat ik terugkeer naar Zweinstein. Hij had al mijn brieven onderschept en ik was dan ook blij dat Ron mij kwam redden uit de hel die Dobby voor me achterliet. Ik ben nu bij de Wemels en alles gaat goed. Hoe gaat het met jullie?

Vele groeten van Harry Potter

Ps: Op 31 augustus bezoeken wij de Wegisweg, misschien kunnen jullie dan ook.

Een paar dagen voor het einde van augustus ontvingen ze ook hun lijst met benodigdheden voor hun tweede jaar. Hermeliens ouders vonden het ook goed dat ze op 31 augustus naar de Wegisweg gingen.

Maar ze ontving niets van Malfidus en dat gaf haar een steek van verlangen naar hoe het vroeger was. Toen ze nog niet in Griffoendor zat. Ze wist ook wel dat ze het niet lang zouden volhouden. Na een paar dagen zouden ze weer alleen met hun eigen vrienden omgaan. Maar de gedachte aan hun korte hereniging gaf een vertrouwd gevoel. Ze waren tenslotte samen opgegroeid, in de verwachting samen naar Zwadderich te gaan.

En dan was er ook Lena nog. Ze had Lucy beloofd voor haar te zorgen als ze in Griffoendor kwam. Ze had echt geen idee of dat zou meevallen. Lena was niet bepaald het rustigste kind. Farrah had haar maar een keer rustig gezien, en toen lag ze te slapen. Ze had nu al spijt van haar belofte aan Lucy.

-

'Farrah, kom op! We gaan onze boeken kopen.' Hermelien trok Farrah's deken weg, maar Farrah trok het snel terug naar zich toe. Hermelien liep ever naar de badkamer en kwam terug met iets in haar hand.

'Je hebt twee seconden om jezelf te redden van de verdrinkingsdood.' Nu schoten Farrah's ogen open en schoot ze uit bed net op het moment dat het water het bed doorweekte. Hermelien keek haar glimlachend aan en wees naar de badkamer.

'We vertrekken over een half uur. Ik zou maar opschieten, als ik jou was.'

-

Ze liepen met z'n allen naar Klieder en Vlek. Daar zouden ze de Wemels ontmoeten. Ze snapte niet waarom, maar Farrah was wat nerveus. Ze had het gevoel dat er iets niet helemaal klopte. Toen ze bij Klieder en Vlek kwamen zag ze het direct.

De Wemels stonden aan te schuiven in de lange rij voor Klieder en Vlek. Farrah zag aan het raam een blad hangen waarop stond aangekondigd dat Gladianus Stalwart zijn boeken vandaag zou signeren. Maar dat kon Farrah niks schelen. Wat haar wel zorgen baarde, was Harry. Hij was nergens te bekennen.

Toen zij en Hermelien naast Ron gingen staan, ondervroeg Farrah hem.

'Hij is waarschijnlijk een paar straten verder beland.' Farrah keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan maar ging er niet op in. Bovendien wist ze dat Harry zich wel zou redden op zijn eentje, dat had hij dit jaar al eens eerder gedaan.

Nadat de Wemels zich hadden voorgesteld aan de Griffels, zag Farrah Hagrids grote gestalte opdoemen aan het eind van de Wegisweg. Tot haar opluchting liep Harry voor hem.

Toen hij naast Farrah kwam staan, mompelde hij: 'Ik haat brandstof.' Farrah keek hem geamuseerd aan en richtte haar blik weer op de mensenmassa voor hen.

Wanneer ze eindelijk vooraan stonden, werden Gladianus Smalhart's ogen groot van verbijstering. 'Als dat nu net niet Harry Potter is.' Hermelien en mevrouw Wemel zuchtten diep en Farrah rolde met haar ogen. Ze snapte echt niet wat er zo bijzonder aan Gladianus Smalhart was. Deze stomme rij hadden ze aan hem te danken, en hij had helemaal niet zo'n oogverblindende glimlach als iedereen vond. Ze begon net te denken over een waanzichtspreuk toen Harry naar voor werd gesleurd.

Farrah keek om haar heen en zag Malfidus op de trap staan, en hij wierp een vuile blik in Harry's richting. Ze excuseerde zich even en liep zijn richting uit. Toen ze onderaan de trap stond, draaide hij zich om en keek hij haar verwijtend aan.

Ze wist al waar ze die aan had te danken. Hij was hun hereniging nog lang niet vergeten. En zij ook niet, maar ze kon niet alleen op hem rekenen.

'Ben je hier met dat vuile modderbloedje?' Farrah's ogen schoten plots vuur. Hij keek haar emotieloos aan en Farrah draaide zich om en liep terug in de richting van de Wemels. Malfidus riep haar nog één keer na, maar ze keek niet om.

Harry, Ron en Hermelien keerden al terug naar de opening van de zaak, op de voet gevolgd door Fred, George en Ron's jongere zusje Ginny. Farrah propte zich tussen de mensenmassa door om bij hen te geraken. Jammer genoeg volgde Malfidus haar. En hij was er eerder dan zij.

'Ik geloof dat je dat wel leuk vond hé, Potter?' sneerde Malfidus. Ze was nu bijna bij hen. 'Je kunt nog niet eens boeken gaan kopen zonder de aandacht van iedereen te trekken.' Malfidus propje zichzelf tussen een groepje heksen en haar hart stopte even toen ze zag dat Lucius naast Draco stond.

'Niet zo onbeleefd, Draco. Als dat niet de fameuze Harry Potter is.' Hij keek even naar Harry's litteken en keerde zich toen naar Hermelien. 'En jij moet Hermelien zijn.' Hij wendde zijn blik af en keek naar ergens achter haar. Farrah wist dat hij naar Hermeliens ouders keek.

'Het zijn dreuzels, nietwaar?' Hermelien keek een boos naar Lucius maar ze zei niets. Farrah ging naast Hermelien staan en gaf haar een bemoedigend knikje.

'Wel, wel. Als dat Farrah Jones niet is. Wat een teleurstelling moet het geweest zijn om bij Griffoendor te zijn ingedeeld.' Farrah keek even naar Draco, maar die had zijn blik op de grond gericht.

'Integendeel, meneer Malfidus. Ik zit op mijn plaats in Griffoendor.' Al zou ze het zelf niet graag toegeven, het was wel echt zo.

Een beetje pissig zei hij: 'Wel, dat is fijn om te horen.' Hij nam een boek uit Ginny's ketel en grijnsde breed.

'Jullie zijn vast de Wemels.' Hij liet het boek terug in de ketel vallen en draaide zich om. 'Kom, Draco. We zouden maar eens moeten gaan.' En met die woorden verlieten ze Klieder en vlek.

(A/N)

Eindelijk, een nieuw hoofdstuk.... Excuses voor het lange wachten maar ik zat een beetje vast. Ook nu gaat het even duren tot een nieuwe update aangezien mijn examens deze vrijdag starten. Ik wens iedereen die in hetzelfde laatje zit als mij veel succes en de anderen alvast een prettige vakantie!!

-Aynixx

o

Unfolding Magical Mysteries: years 2-3 ~ Dutch Harry Potter fanficWhere stories live. Discover now