Chapter Thirty-Two

447 36 6
                                    

Farrah had weer een droom.

Eerst dacht ze dat het dezelfde was, maar de hond was niet alleen en iets vertelde haar dat dit niet in het heden was.

Het was te donker om uit te maken wat ze samen deden, maar de hond werd vergezeld door een hert en nog een beest waar Farrah niet zeker van was wat het was. Het leek wel op een wolf en ze dacht terug aan hun les over weerwolven toen professor Lupos ziek was. Het leek wel op een weerwolf. Farrah speurde de lucht af, op zoek naar de maan, en zag dat hij vol was.

Een hond, een hert en een weerwolf. Ze had werkelijk geen idee wat die drie dieren samen zouden moeten doen.

Farrah volgde ze een tijdje terwijl ze door een bos dwaalden, vermoedelijk het Verboden bos, maar er was niets dat hun bedoelingen duidelijk maakte.

Toen ze wakker werd en amper geluid hoorde in de meisjesslaapzaal, herinnerde ze zich weer dat het vakantie was en dat bijna alle meisjes van haar jaar naar huis gingen. Ze kleedde zich gauw om en zocht naar alle brieven van RJL. Vandaag was de dag. Ze had er een goed gevoel bij.

Een half uur later klopte ze aan bij professor Lupos' kantoor. Er kwam geen reactie. Ze klopte nog eens, met even weinig succes. Haar schouders zakten omlaag. Ze was eindelijk klaar voor antwoorden en nu was hij er niet?

Ze keek uit het raam en keek uit over het terrein. Het was prachtig nu het bedekt was in een laagje sneeuw. Er kwam wat rook uit Hagrid's schouw en het Zwerkbal veld lag er vredig bij. Haar oog viel op een zwarte vlek, maar toen ze er naar keek, had ze door dat het helemaal geen zwarte vlek was. Het was de hond. En ze moest een keuze maken.

Natuurlijk ging ze de hond achterna. Ze rende door de gangen, over het stenen bordes en pauzeerde eventjes toen ze voor de hond stond. Die leek haar aan te staren. Nu ze voor de hond stond, viel het pas op dat hij praktisch gezien even groot was als haar en dat hij haar in een paar seconden zou hebben overmeesterd.

De hond draaide zich om en huppelde verder. Farrah beet op haar onderlip. Haar nieuwsgierigheid was te groot. Ze kon nu toch onmogelijk terugkrabbelen?

Ze liep de hond rustig achterna en zag dat hij het verboden bos inging. Farrah twijfelde. Het noemde niet voor niets het verboden bos. Harry en Ron hadden er al nare dingen meegemaakt en Farrah was niet van plan om in het hol van een groep Acromantula's te lopen. Maar toch, de hond leek haar wel iets te willen laten zien.

"Farrah!" riep iemand naar haar en ze draaide zich vliegensvlug om. Het was profess Lupos. Hij stond een twintigtal meter verder en gebaarde dat ze moest komen.

"Ik dacht dat je misschien wel naar huis was voor de feestdagen," zei hij en ze liepen samen terug naar het kasteel.

"Ik vier kerst liever hier," antwoordde Farrah. Hij glimlachte.

"Ik vroeger ook," zei hij. "Er is niets zoals kerst op Zweinstein." Farrah knikte.

"Was je gewoon een wandeling over het schoolterrein aan het maken of wilde je het verboden bos ingaan?" vroeg hij. Zonder dat ze het doorhad had hij haar naar zijn kantoor gelopen.

"Gewoon een wandeling," zei ze beschaamd. "Maar ik wilde het eigenlijk met u over iets hebben." Farrah keek hem aan en zag dat hij even bezorgd keek. Toen hij doorhad dat ze hem aankeek, veranderde zijn uitdrukking.

"Over een paar... Brieven," zei ze. Hij fronste zijn wenkbrauwen. Ze overhandigde hem de brieven en ze zag dat hij ze doornam, maar veel te snel. Hij wist alles al wat er in stond.

"Farrah, ik weet niet waar je deze hebt gevonden, maar ik denk niet dat het van belang is," zei hij. Een leugen.

Ze kneep haar ogen fijn en perste haar lippen op elkaar om ervoor te zorgen dat ze haar geduld niet zou verliezen.

"Kunt u ook niemand bedenken die de schuilnaam Sluipvoet zou kunnen gebruiken?" vroeg Farrah. Ze zag dat zijn ogen even glazig werden, maar net zo gauw waren ze weer gefocust op haar.

"Nee ik heb geen idee," antwoordde hij. Weeral een leugen, besefte ze.

"Misschien bent u bekend met de initialen RJL?" Hij keek haar een moment twijfelend aan.

"Ik gebruik ze zelf wel eens, maar dit ben ik niet." Farrah kon wel huilen. Waarom stond hij de hele tijd tegen haar te liegen? En waarom kon ze weten dat hij loog?

"Het spijt me echt, Farrah," zei hij en hij legde een hand op haar schouder. Geen leugen.

"Ik denk niet dat je je zorgen moet maken," zei hij. "Het is vast niet belangrijk."

Weeral een leugen.

Unfolding Magical Mysteries: years 2-3 ~ Dutch Harry Potter fanficWhere stories live. Discover now