Chapter Thirty-Four

470 38 6
                                    

In plaats van gillend weg te rennen, bleef Farrah staan waar ze stond. Ze wist dat ze dat eigenlijk zou moeten doen, maar iets weerhield haar daarvan. En bovendien zou ze waarschijnlijk de weg naar het kasteel niet eens meer terugvinden.

Zwarts keek haar verrast aan, alsof hij ook van haar had verwacht dat ze doodsbang zou zijn. Hij schraapte zijn keel en staarde haar aan.

'Wat betekenen de brieven?' vroeg Farrah. Hij keek haar even verward aan en Farrah besefte dat ze waarschijnlijk geen fatsoenlijk antwoord zou krijgen. Deze man had dertien jaar in Azkaban gezeten, omringd door dementors die hem waarschijnlijk krankzinnig hadden gemaakt. Maar hij zag er heel normaal uit.

'Welke brieven?' vroeg hij. De kalmte in zijn stem overweldigde haar.

'De brieven van RJL.' Zijn ogen schoten even naar de bomen achter haar en focusten zich daarna terug op haar.

'Heb je ze bij je?' vroeg hij en Farrah zocht in de zakken van haar gewaad. Haar hand streelde het perkament en ze overhandigde hem de brieven.

Het duurde even voordat hij ze gelezen had en Knikkebeen legde zijn hoofd op haar voeten. Gekke kat als je het haar vroeg. Zwarts gaf haar de brieven terug en knikte in de nar dr bomen, ze vermoedde in de richting naar het kasteel.

'Je hebt RJL al ontmoet', zei hij. Farrah trok haar wenkbrauwen op.

'Dus professor Lupos stond echt tegen me te liegen?' vroeg ze. Hij knikte..

'Waarom zou hij dat doen?' vroeg ze en hij zuchtte.

'Hij wilde je waarschijnlijk beschermen van de waarheid', zei hij.

'En wat is de waarheid?' vroeg Farrah. Hij keek haar een tijdje doordringend aan. Dit was niet hoe ze dacht de waarheid te ontdekken. Van een moordenaar die haar met een briefje naar het Verboden bos had gelokt.

'Farrah', zei hij zacht. 'Hoe moet ik dit nou zeggen.. Ik ben je vader', zei hij. Farrah staarde hem aan. Het klopte, hij loog niet. Hoe verschrikkelijk het ook klonk, hij sprak de waarheid.

'Laat me alles uitleggen op de terugweg naar het kasteel.' Ze knikte en ze volgden beiden Knikkeren terug naar het kasteel. Farrah kon niet geloven hoe kalm en normaal hij erbij liep. Hij zag er extreem moe uit maat dat was niets vergeleken met de posters. Op die posters zag hij er haast krankzinnig uit.

'Na je geboorte waren het donkere tijden', zei hij vermoeid. Farrah keek naar de grond. Ze moest er niet aan worden herinnerd hoe James en Lily aan hun eind kwamen, noch aan alle andere gruwelen waar Voldemort voor had gezorgd.

'Je moeder was bang dat ze iets met jou zouden doen', zei hij en Farrah hoorde hem twijfelen. Er zat meer achter.

'Laten we zeggen dat het aantal huizen met duistere tekens in de lucht niet verminderden. Dus stuurde ik haar samen met jou en een vriend naar een verlaten huis aan zee. We kozen een geheimhouder zodat niemand hen zou kunnen vinden.' Farrah liet het allemaal even bezinken.

'Wie was de vriend?' vroeg Farrah. Sirius wierp haar een kleine glimlach toe.

'Professor Lupos', zei hij. 'Ik en Remus correspondeerden via brieven.' Hij zuchtte en ontweek een laaghangende tak.

'Zonder dat we het wisten, werd onze geheimhouder vermoord. En toen ik er achter kwam, was het al te laat.' Farrah stopte met lopen, waardoor Sirius zich verward omdraaide.

'Ik snap het nog steeds niet. Wat wilden ze met mij?' vroeg Farrah. Sirius keek haar schattend aan.

'Ik weet het niet.' Farrah zuchtte en begon weer te lopen.

'Je hebt Peter Pippeling helemaal niet vermoord, of wel soms?' vroeg Farrah. Sirius schudde triest zijn hoofd.

'Naar Azkaban gestuurd voor een moord die je niet eens gepleegd hebt', zei Farrah zacht.

'Peter was de geheimhouder van de Potters', zei hij.

'Je weet vast al dat ik een Animagus ben', zei hij en Farrah knikte.

'Peter ook. En hij heeft het kunnen doen lijken alsof ik hem aan flarden had geschoten, terwijl hij eigenlijk zelf zijn vinger afsneed en transformeerde in een rat.' Farrah was sprakeloos. Hoe kon iemand zoiets doen?

'Ik moet eerlijk zijn', zei hij een tijdje later. 'Ik had niet verwacht dat je zo kalm zou blijven. Dat heb je van je moeder.' Farrah merkte op dat de bomen terug verder uit elkaar begonnen te staan. En ze kon de rand van het Verboden bos al terug zien.

'Hoe was ze?' vroeg Farrah. 'Mijn moeder, bedoel ik.' Sirius zuchtte en keek haar aan.

'Ze was de meest grappige, aardige en leuke persoon die ik kende', zei hij.

'Maar nu is het tijd dat je terug naar het kasteel gaat', zei hij. Farrah keek hem verward aan.

'Waar ga jij naartoe?' vroeg ze.

'Ik red me wel. Ik hoop je snel terug te zien. Laat me weten wanneer je volgende Zweinsveld weekend is', zei hij. Farrah wilde protesteren. Ze wilde zeggen dat ze naar Perkamentus moesten om hem de waarheid te vertellen, maar zijn ogen weerhield en haar.

'Als er iets is', zei hij en hij wees naar Knikkebeen. Farrah knikte en Sirius veranderde in de grote zwarte hond. De transformatie was spectaculairder dan ze had verwacht, maar ze kreeg niet veel tijd om hem te bewonderen aangezien Knikkebeen zenuwachtig tegen haar been begon te duwen.

Farrah's gedachten waren op volle toeren alle nieuwe informatie aan het verwerken terwijl ze Knikkebeen terug naar de toren van Griffoendor leidde.

Haar hand sloot zich om het perkament in haar zak. Het was allemaal waar.

Ze was Sirius Zwarts' dochter.

Unfolding Magical Mysteries: years 2-3 ~ Dutch Harry Potter fanficWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu