Chapter Fourteen

486 40 5
                                    

'Het is maar dat je het weet. Het staat je goed', zei Farrah tegen George. Ze moest veel moeite doen om niet te lachen van zijn gezicht. Laten we zeggen dat hij de blauwe verf niet zag aankomen.

Ze liepen samen terug naar de toren van Griffoendor. Toen ze de kleedkamers hadden verlaten, had Plank verward naar George's haar gekeken, maar hij vroeg niets. Hij dacht waarschijnlijk dat het met Farrah's eigen roze haar te maken had.

'Ik kan niet geloven dat je die niet zag aankomen', zei Farrah geamuseerd. George keek haar met tegenzin aan. Het werd een stille wandeling naar de toren.

In de leerlingenkamer zat iedereen opgewonden te praten over de wedstrijd de volgende dag. Farrah was ook erg opgewonden. De training was echt goed gegaan en ze wist zeker dat ze zouden winnen.

Lena merkte haar en George op en sprong uit haar stoel. Ze kwam naar hen toelopen met een brede grijns op haar gezicht.

'Mooi haar, Wemel', zei ze met een knipoog. George keek haar geïrriteerd aan.

'Kop dicht, Sparks', zei hij. Farrah had hem nog nooit zo humeurig gezien. Dat kwam waarschijnlijk doordat dit de eerste succesvolle grap was. En om eerlijk te zijn, was Farrah ook niet zo blij geweest met haar roze haar. Ze was opgelucht dat het stilletjes aan begon te vervagen.

George spotte Fred en Leo ergens tussen de leerlingen, mompelde een dag en liep hun richting uit. Farrah en Lena ploften neer op de sofa voor het haardvuur.

'Het is je gelukt!' zei Lena vrolijk. Farrah knikte opgewekt en keek naar het knetterende vuur.

'Ik denk dat ik binnenkort nog iets terug kan verwachten', zei ze giechelend. Na een paar minuten babbelen, hoorden ze plots snelle voetstappen op de trap en Farrah keek om om te zien wat er aan de hand was. Ze zag dat Harry en Ron haastig naar Hermeliens tafel liepen.

Ze merkte dat Ron haar regelmatig een verdachte blik toewierp. Lena leek dit ook in de gaten te hebben en legde haar hand op Farrah's schouder.

'Ik weet zeker dat Ron wel zal bijdraaien', zei ze vol overtuiging. Farrah keek haar met opgetrokken wenkbrauwen aan en haalde haar schouders op.

'Laat hem maar denken. Hermelien en Harry lijken me ten minste te geloven.' Lena keek naar iets achter haar en Farrah draaide zich om.

'Ginny, hoe gaat het met je?' Ginny was lijkbleek en wierp constant bange blikken op Harry. Ginny liep gauw terug naar de meisjesslaapzaal. Er verscheen een rimpel op Lena's voorhoofd.

'Zo doet ze de laatste tijd wel vaker', zei ze duidelijk verward. 'Ze wil me nooit vertellen wat er aan de hand is.'

Farrah vond het verschrikkelijk om Ginny zo te moeten zien. Nu Lena het zei, had ze haar het hele schooljaar al zo gezien. Sinds de eerste aanval.

'Percy zei gisteren dat het waarschijnlijk door de aanvallen kwam', vervolgde Lena. Farrah knikte en keek of Ginny al terug was gekomen. Ze was er niet. Farrah keek op haar horloge en zag dat het al middernacht was.

'Jeetje, ik denk dat ik maar naar bed ga. Trusten', zei Farrah en ze liep naar de meisjesslaapzaal.

Natuurlijk kon Farrah amper slapen. Haar hersenen leken nonstop bezig te zijn en haar ogen wilden nooit langer dan een minuut dichtblijven. Farrah nam het boek van RJL. Ze had het hele boek al drie keer gelezen en was nu bezig het een vierde keer te lezen.

Ze stopte pas met lezen toen ze het boek uit had en toen zag ze dat de zon al bijna op was. Farrah had helemaal niet geslapen, maar ze was helemaal niet moe. Ze was eigenlijk wakkerder dan normaal. Ze besloot al naar het ontbijt te gaan nadat ze zich in haar zwerkbalgewaad had gehesen.

Er was bijna nog niemand wakker. Er zat een Ravenklauw met haar neus in een boek aan de tafel van Ravenklauw en een groepje Huffelpufs zaten allemaal te giechelen. Aan de tafel van Griffoendor zaten alleen Plank, Angelique, Alicia, Fred en George. Ze knikten allemaal toen Farrah bij hen ging zitten en het viel haar op dat zij de enige was die er een beetje uitgeslapen uitzag. Ookal had ze niet eens geslapen.

Ze schepte wat toast op haar bord en luisterde even naar Plank's speech voordat ze zijn stem buitensloot. Harry kwam naast haar zitten en mompelde goedemorgen.

Naday iedereen van het team had ontbeten, zag het team er sterker en beter uit dan ooit tevoren. Farrah wist zeker dat iedereen het voelde. Ze gingen winnen.

Ze stonden klaar met hun bezems en schoten allemaal de lucht in. De zon scheen fel, er was weinig wind en hopelijk zou Dobby geen beukers meer vervloeken. Farrah zag dat professor Anderling het veld op kwaliteit gelopen en iets tegen madame Hooch zei. Plank barstte duidelijk van opwinding en kon geen seconde langer wachten. Hij dook naar beneden en het team van Griffoendor volgde hem.

'Wat is er aan de hand professor?' vroeg Plank een beetje geïrriteerd.

'Deze wedstrijd is afgeschaft', zei ze streng. Plank keek haar ongelovig aan.

'Je kunt Zwerkbal niet afschaffen', zei hij met een toon van bezorgdheid. Als deze wedstrijd niet doorging, dan konden ze de Zwerkbalcup wel vergeten. Professor Anderling wierp hem een doodse blik toe en richtte haar aandacht dan op Harry en Farrah.

'Misschien moeten jullie maar meekomen', zei ze bezorgd. Farrah keek Harry aan met opgetrokken wenkbrauwen, maar die haalde zijn schouders op. Vanuit haar ooghoeken zag Farrah dat Ron naar hen toe kwam gelopen.

'Ja, misschien jij ook maar Wemel.' Ron keek Farrah even aan en richtte zijn blik daarna op de grond.

Professor Anderling bracht hen naar de ziekenzaal.

'Ze is daarnet in de bibliotheek gevonden', zei ze en ze begeleidde hen naar een bed. Farrah kon al raden wiens bed.

Het drietal hapte toch even naar adem toen ze Hermelien versteend op het bed zagen liggen. Ze zag er zo.. Gek uit. Het leek op Hermelien, maar aan de andere kant leek ze helemaal niet op Hermelien.

'Dit lag naast haar', zei professor Anderling en ze hield een spiegeltje vast. 'Enig idee waarvoor ze het gebruikte?' Farrah, Harry en Ron schudden hun hoofd en professor Anderling zuchtte.

'Ik zal jullie terug naar de leerlingenkamer brengen. Ik heb toch een aankondiging.' Ze liep met grote passen de ziekenzaal uit en het drietal volgde haar.

'Iedereen zorgt dat hij of zij om zes uur 's avonds in de leerlingenkamer is. Na die tijd mag geen enkele leerling de toren nog verlaten.' professor Anderling leek heel erg bezorgd.

'Jullie worden door leraren naar de lessen gebracht. Zwerkbaltrainingen en wedstrijden zijn tot nader order afgelast. En 's avonds vinden er geen activiteiten meer plaats.' Ze keek de leerlingenkamer rond en haar ogen waren doordrongen door bezorgdheid. Farrah had haar nog nooit zo gezien.

'Ik vrees dat als we de dader van deze verschrikkelijke gebeurtenissen niet gauw pakken, het waarschijnlijk is dat de school zal sluiten.' Ze klom nogal onhandig door het portretgat en iedereen begon druk te praten.

Farrah had niet door dat Ron plots voor haar stond. Hij keek overal behalve naar haar. Farrah rolde met haar ogen. Ze had al een vaag voorgevoel waar dit heenging. Ze zag dat Harry achter Ron stond en hem een duw in de rug gaf.

'Farrah, het ehm.. Het spijt me van de beschuldigingen.' Farrah keek hem met opgetrokken wenkbrauwen aan en Ron had eindelijk haar ogen gevonden.

'Waarom heeft het je zo lang geduurd voordat je had uitgevogeld dat ik het niet was?' vroeg Farrah. Ze verwachtte geen antwoord maar ze wilde Ron gewoon even op zijn plaats zetten. Harry wisselde even een wetende blik met Ron en keek Farrah toen aan.

'Er is nog iets', zei hij op een zachte toon. Farrah trok vragend haar wenkbrauwen op en knikte zodat hij verder zou gaan.

'Er is een dagboek.'

Unfolding Magical Mysteries: years 2-3 ~ Dutch Harry Potter fanficKde žijí příběhy. Začni objevovat