HOOFDSTUK 17 ~ GEHEIMEN

778 32 142
                                    

Met mijn hoofd op zijn schouder kijken we samen de zonsondergang. We zitten nog steeds bij het meer en zijn daar ook geen seconde weg geweest. De zon verdwijnt steeds verder achter de vallei wat Hogwarts met de bewoonde wereld scheidt. Het begint inmiddels ook zacht te regenen en het is alweer wat frisser te worden, maar gelukkig was Alec goed voorbereid en draag ik zijn spijkerjasje over mijn schouders. Ook zorgt zijn lichaamswarmte ervoor dat ik het niet veel te koud heb. Ergens voel ik me wel schuldig dat Alec het door mij waarschijnlijk koud heeft, maar hij laat er zelf niks van merken.

"Ik wou dat we voor altijd in dit moment konden blijven," verzucht ik dan opeens. Ik weet niet waar die poëtische tekst opeens vandaan komt, maar hij heeft mijn mond nu al verlaten. Alec grinnikt kort.

"Ja, ik ook," stemt hij in. Daarna is het weer even stil.

"Ik heb je echt gemist, Alec," fluister ik, wat de stilte weer verbreekt. Alec kijkt me schuin aan.

"We zien elkaar op school toch gewoon?" vraagt hij, ietwat verrast. Ik knik zuchtend.

"Dat wel, maar we zijn nooit meer echt met zijn tweeën. En we hebben elkaar helemaal niet gesproken in de zomervakantie, al konden we daar allebei niets aan doen," zeg ik. Dan schiet me opeens iets te binnen. "Waarom was je uil eigenlijk afgepakt? Wat heb je voor kattenkwaad uitgehaald?" ik vraag het grijnzend, maar Alec' gezichtsuitdrukking verstrakt. Fronsend kijk ik de jongen aan. Wat héeft hij voor kattenkwaad uitgehaald?

"Niets bijzonders," mompelt hij snel. Ik blijf hem vragend aankijken. Zit hij nou tegen me te liegen?

"Niets bijzonders?" herhaal ik, als ik merk dat Alec niet van plan is om weer wat te zeggen.

"Niets bijzonders," herhaalt ook hij weer.

"We hebben nu drie keer 'niets bijzonders' gezegd, wat betekent dat het wel iets bijzonders was, Alec," zeg ik streng tegen hem. Ik ga rechterop zitten en kijk Alec in zijn ogen aan. "Wat heb je gedaan?"

"Ik heb niets gedaan!" roept Alec plots uit. Ik kijk hem verbaasd aan. "Ik heb niks gedaan, oké?" Hij kijkt me aan en zwaait wat met zijn armen. Van schrik kruip ik een paar centimeter naar achteren. Zo heb ik Alec nog nooit gezien.

"Waarom heeft je vader je uil dan afgepakt?" vraag ik voorzichtig. Alec knippert een paar keer met zijn ogen en kijkt dan de andere kant op.

"Gewoon," zucht hij. "Dat is mijn vader nou eenmaal."

"Hij heeft je uil voor niks afgepakt?" vraag ik ongelovig. Dat is wel heel raar, zelfs voor iemand zoals Lucius Malfoy. Al helemaal voor iemand zoals Lucius Malfoy. Zijn familie communiceert alleen maar met anderen via uilen, dus kan hij toch niet zomaar de uilen van zijn zonen afpakken?

"Dat zeg ik toch?!" roept hij weer uit. Hij pakt een steen van naast hem en gooit hem met volle kracht het meer in, waar hij een paar meter verderop in valt. Ik verschuif me nog wat verder van Alec vandaan. Waarom doet hij opeens zo vreemd?

"Sorry," mompel ik, niet wetende wat ik anders had moeten zeggen.

"Ja sorry, dat zeggen ze allemaal! Maar wat lost dat uiteindelijk op? Helemaal niks!"

Ik krijg een brok in mijn keel. Niet alleen door de rare uitspraken en de ruwe bewegingen die mijn vriendje maakt, maar ook de pijn die door zijn stem schemert. Wat voor gevoelens heb ik met mijn simpele vraag in hem los gemaakt? Ik ben helemaal doorweekt door de inmiddels vrij harde regen, maar ik kan mijn ogen niet van zijn prachtige gezicht afhalen.

"Alec, wat is er aan de hand?" fluister ik lichtelijk bang. Bang voor wat zijn antwoord zal zijn, maar heel diep van binnen bang voor hem.

"Niks," reageert hij kortaf. Ik blijf Alec nog even aanstaren, terwijl hij de kant van het meer opkijkt. Pas na een minuut of 3 – die als uren aanvoelen – kijkt hij mijn kant weer op.

Harry Potter's sister - Facing Fate ~DUTCH~Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt