HOOFDSTUK 20 ~ CONTROLE

581 25 58
                                    

Mijn blik moet in een seconde van woede naar pure paniek zijn gegaan, want Draco's gezicht wordt opeens heel bezorgd.

"Maaike, gaat alles wel goed?" vraagt hij. Hij kijkt achter zich, om te zien of er iemand achter hem staat waar ik bang voor ben, maar daar staat natuurlijk niemand. Ik ben namelijk bang voor mezelf, alleen dat weet hij niet. Mijn ogen flitsen naar mijn handen, die er voor nu nog normaal uit zien. Er komen nog geen vonken vanaf.

Ik voel hoe mijn ademhaling zich versnelt. Het lukt me niet om iets uit te brengen, maar ik weet dat ik hier weg moet. Als ik hier langer blijf, breng ik Draco in gevaar. Ik moet hier weg, en wel nu.

Zonder nog iets te zeggen ren ik weg van de Slytherin jongen. Ik hoor hem me naroepen, maar ik draai me niet om. Ik heb geen idee waar ik heen ren, maar ik weet wel dat het de andere kant van Draco op is.

Ik kom tot stilstand wanneer ik mijn handen voel tintelen. Er komt een klein straaltje blauw licht uit mijn handen, wat na even te schijnen weer weg ebt. Ik kijk in pure walging naar mijn handen. Waarom zijn dat mijn handen?

Ik voel de tranen over mijn wangen stromen, maar ik durf ze niet weg te vegen. Straks schiet er weer magie uit mijn handen op het moment dat ik ze bij mijn gezicht houd. Dat risico durf ik niet te nemen, en vandaar dat ik de tranen op de vloer zie druppelen.

Helemaal buiten adem kijk ik in het rond, zoekende naar waar ik heen kan. Ik heb geen idee waar ik heen kan gaan, want overal zijn mensen. Ik kan niet op zoek gaan naar mijn vrienden, want die zullen waarschijnlijk samen zijn met anderen en ik wil niet nog meer mensen in gevaar brengen.

De bibliotheek, wat eerst mijn bestemming was, is ook geen mogelijkheid. Als ik daar een uitbarsting krijg zal madame Romella waarschijnlijk niet zo blij zijn. Ik besluit dan maar om naar een lokaal te gaan waar nooit iemand komt, zodat ik daar al mijn krachten de vrije loop kan laten gaan.

Mijn zicht word steeds waziger, maar ik zie het wel wanneer er een figuur mijn kant op komt gelopen. Van schrik stop ik mijn handen achter mijn rug en probeer ik mijn tranen weg te knipperen. Pas wanneer het figuur op een meter afstand van me staat, zie ik wie het is en hoor ik wat hij zegt.

"Maaike, praat tegen me! Wat is er aan de hand?" vaag komt Alec' stem binnen. Het veilige gevoel wat die stem me geeft zorgt ervoor dat ik nog harder moet huilen. "Hey, rustig maar, ik ben hier."

Alec wil me een knuffel geven, maar haastig zet ik een stap achteruit. Ik ben bang dat ik hem per ongeluk aan raak, en daarbij pijn doe.

"Maaike, wat is er?" vraagt Alec nog bezorgder dan hij al was.

"Niks," stoot ik schor uit. Natuurlijk geloofd Alec dat niet, en hij zet weer een stap dichterbij.

"Focus je op mij," zegt Alec kalm. Ik ben even in de war. Net was zijn stem nog heel bezorgd en nu is hij opeens heel kalm... "Adem op mijn tempo. In... en uit..." Ik doe wat me word opgedragen en adem mee met Alec. Ik merk hoe mijn ademhaling langzaam maar zeker rustiger word. Alec heeft me aan mijn schouders meegenomen en nu zitten we samen tegen de muur aan. Ik houd mijn handen nog steeds voor hem verborgen, want ik wil niet aan hem hoeven uitleggen wat er met me aan de hand is terwijl ik zo van stuur ben. Dat kan ik wel doen wanneer ik weer mezelf ben.

"Maaike?" vraagt Alec voorzichtig na een tijdje stilte. Ik kijk langzaam op van de marmeren vloer, recht in zijn grijze ogen. "Gaat het weer een beetje?"

Bang dat mijn stem nog trilt, knik ik. Mijn ademhaling is niet meer zo ontzettend snel, maar ik weet niet hoe het met mijn handen is.

"Wat gebeurde er?" vraagt hij dan. Ik wend mijn blik weer af.

Harry Potter's sister - Facing Fate ~DUTCH~Wo Geschichten leben. Entdecke jetzt