HOOFDSTUK 35 ~ AFSCHEID

460 22 28
                                    

Mijn maag zit in de knoop terwijl ik naar de gesloten ogen van Alec kijk. De witte lichtstraal die uit mijn toverstok kwam nadat ik de spreuk gezegd heb is al een minuutje uit de kamer verdwenen, maar hij heeft zijn ogen nog steeds niet geopend. Ik begin net aan mezelf te twijfelen en ben bang dat ik misschien een fout gemaakt heb, wanneer ik de grijze ogen van Alec weer zie.

Aan de ene kant ben ik opgelucht dat hij ze weer geopend heeft, maar wanneer ik niks meer zie van de liefde die een minuut geleden nog in zijn ogen geschreven stond, breekt mijn hart in duizenden stukjes. Ik voel dat er direct nog een traan over mijn wang stroomt.

"Dus het lijkt me beter dat we uit elkaar gaan," zegt Alec, alsof we midden in ons gesprek zaten. Zijn stem klinkt een stuk holler en botter dan voorheen, wat me de rillingen oplevert. Ik kijk met een gebroken blik naar Alec, die me met een tikje ongeduld aan staat te kijken. "Je kan wel weggaan." Hij geeft een licht hoofdknikje naar de deur. Zijn wenkbrauwen schieten de lucht in terwijl zijn lippen een strakke lijn vormen. Ik wil wat zeggen, maar ik krijg niks uit mijn mond. Het gevoel dat de hele kamer aan het draaien is begint me te overweldigen en ik weet dat ik door de deuropening moet lopen, weg van Alec. Ik werp nog een laatste blik op hem voordat ik me omdraai.

Zodra mijn gezicht niet meer zijn kant op staat gericht, beginnen de tranen schaamteloos naar beneden te biggelen. Elke stap voelt aan alsof er een blok beton aan mijn voet is gebonden, maar desondanks neem ik wel grote stappen richting de gang. Nadat ik nog maar een paar stappen heb gezet, voel ik een koele hand op mijn arm. Ik kijk op, om de ogen van Draco te ontmoeten.

"Gaat het?" vraagt hij zacht. Ik krijg geen woorden meer over mijn lippen, dus het enige wat ik doe is mijn hoofd schudden. Hij knikt met zijn hoofd naar achteren, als teken dat ik hem moet volgen. Omdat ik geen puf heb om te protesteren, loop ik hem achterna naar een klein kamertje in de Slytherin leerlingenkamer. Er staat een kleine, leren bank, waar Draco plaats opneemt. Hij klopt even naast hem op de bank als teken dat ik naast hem moet komen zitten, wat ik dan ook maar doe.

"Heb je het gedaan?" vraagt hij zonder naar me te kijken. Ik sla mijn ogen neer, waardoor ik naar mijn witte gympen, die inmiddels al wat vuil zijn, kijk.

"Ja." Mijn stem klinkt zwak en ik weet niet zeker of Draco me heeft gehoord. Ik kijk op naar de jongen, wiens gezicht nog steeds van me weg gedraaid is. Hij knikt lichtjes met zijn hoofd, waaruit ik kan opmaken dat hij aan het nadenken is over wat dit allemaal heeft veranderd.

"Weet je of het gelukt is?" vraagt Draco met een lichte hapering in zijn stem.

"Hij heeft het uitgemaakt," zeg ik. Er ontsnappen weer een paar tranen uit mijn ooghoeken bij die woorden. "Dus ik denk het wel."

Nu draait Draco zijn hoofd wel naar me toe. "Het spijt me," zegt hij en ik weet zeker dat hij het meent. Hij kijkt me ietwat twijfelend aan, maar dan legt hij resoluut een arm over mijn schouder en trekt hij me een beetje naar hem toe. Ik heb niet de kracht om me ertegen te verzetten en als ik dat wel had gehad denk ik ook niet dat ik dat had gedaan. Ik leg mijn hoofd uitgeput op Draco's schouder. Pas nu dringt tot me door hoe ontzettend moe ik ben.

Ik ben altijd moe na een training met Darcy, maar dat is wel het minst intensieve wat ik vandaag gedaan heb. De gebeurtenissen op het Ministerie en de Obliviate spreuk waren zwaarder dan alles wat ik ooit mee zal gaan maken.

"Ik had gewild dat het anders kon," zegt Draco. Zijn schouder beweegt een beetje als hij praat, maar ik merk dat hij zich inspant om zo stil mogelijk te zitten. "Echt waar. Je verdient niks van dit alles."

"Maar het was de enige oplossing," zeg ik vermoeid. "Ik leer er wel mee leven. Zolang jullie maar veilig zijn."

"Ik waardeer het echt, dat je dit voor hem hebt gedaan," zegt Draco. "Dat je dit voor ons hebt gedaan."

Harry Potter's sister - Facing Fate ~DUTCH~Where stories live. Discover now