HOOFDSTUK 44 - REMUS

338 18 31
                                    

Ik zie de lege woonkamer van mijn peetvader verschijnen. Ik ben nog nooit bij hem thuis geweest, maar desondanks weet ik wel dat het zijn huis is. De foto's van toen hij een tiener was en de verpakkingen van chocolade trekken direct mijn aandacht. Met een brok in mijn keel staar ik naar een foto van hem en zijn vrienden op Hogwarts. Twee dood, één verrader en de ander leeft in dit krot.

"Remus?" roep ik luid, in de hoop hem wakker te maken. Hij zal ongetwijfeld nog slapen, omdat het midden in de nacht is. "Remus!" Ik wacht even een paar seconden, voordat ik zijn naam nog een keer roep. Best eng is het eigenlijk, dat ik zomaar in zijn open haard kan verschijnen wanneer ik zou willen.

Na een minuut of drie hoor ik voetstappen op een krakende trap. Mijn hart klopt in mijn keel als hij in de woonkamer verschijnt. Hoe ga ik hem vertellen dat ik weg ben gelopen om zo'n roekeloze daad te verrichten?

"Maaike." Mijn naam komt eruit als een soort gevloek. "Merlin, je liet me schrikken." Ik zie dat hij zijn toverstok vluchtig in zijn pyjama broek stopt. "Wat is er in vredesnaam aan de hand?"

"Niet boos worden," zeg ik met een schuldige glimlach. Remus zakt op zijn hurken bij het haardvuur. "Ik had een visioen over Stefan... Hij werd gemarteld enzo. Van mevrouw Weasley mocht ik niet weg, maar dat ben ik dus wel gegaan. Het gaat goed met mij hoor – en met Ginny. Maar Stefan is wel daadwerkelijk gemarteld en ik weet niet zo goed hoe ik hem hier weg moet krijgen."

"Weet je wel hoe gevaarlijk dit was?" zegt Remus, kalmer dan dat ik had verwacht. "Je weet hoe een actie als deze had kunnen aflopen... Sirius..."

"Ik weet het," onderbreek ik hem vlug, voordat hij zijn zin heeft afgemaakt. Ik ben me al bewust van de naïeve actie die ik ben ondergaan, ik heb geen behoefte aan een toespraak van een van de mensen die zo dicht bij me staat. "Maar ik moest wel. Niemand luisterde."

"Waar ben je?" Tot mijn opluchting geeft Remus me verder geen preek. "Dan kom ik jullie halen."

"56 Fordham Rd," geef ik hem het adres. Remus knikt en daarna is hij verdwenen. Ik haal mijn hoofd uit het haardvuur. Als ik me omdraai, zie ik Remus binnen komen lopen. Hij zegt niks, maar loopt direct naar mij toe en slaat zijn armen om mij heen.

Na enkele seconden draait hij zich om en loopt hij naar Stefan toe, die tegen de muur onderuitgezakt zit. Hij heeft zijn ene oog nog wel geopend, wat erop wijst dat hij nog wel bij bewust zijn is. "Stefan, weet je nog wie ik ben?"

"Remus," zijn stem klinkt geraspt en buiten adem, maar het is al een hele opluchting dat ik zijn stem überhaupt kan horen.

"Wat is er gebeurd?" vraagt Remus, maar een antwoord krijgt hij niet direct. "We moeten je naar St. Mungo's brengen-"

"Nee," onderbreekt Stefan hem. "Geen ziekenhuis." Het is een fluister, maar iedereen hoort het. Ik wissel een bezorgde blik met Ginny.

"Stefan, je bent zwaargewond. Er moet iemand naar je kijken, om ervoor te zorgen dat je je niet in kritieke toestand bevind." Ik slik bij die woorden van mijn peetvader. Kritieke toestand? Betekent dat dat Stefan misschien dood kan gaan?

Hij schud voorzichtig met zijn hoofd en ik zie aan de inspanningen in zijn gezicht dat dit veel pijn doet. "Geen-" hij moet even op adem komen. "ziekenhuis."

Remus kijkt even met een moeilijke uitdrukking naar mijn broer, waarvan ik niet kan achterhalen wat voor gevoel erin schuilt. Hij kijkt even over zijn schouder, naar mij. We maken kort oogcontact, maar daarna staat Remus op en pakt hij zijn toverstok er weer bij. Hij draait zich om en spreekt de Patronus spreuk uit, maar zijn Patronus rent niet van hem weg, zoals ik wel vaker heb gezien toen mensen de Patronus spreuk gebruikten. In plaats daarvan blijft het blauwe wolkje in de vorm van een wolf voor zijn neus staan, met een afwachtende blik in zijn ogen.

Harry Potter's sister - Facing Fate ~DUTCH~Where stories live. Discover now