Hoofdstuk 6

92 3 0
                                    

Vayra Wattson
'Ik heb je al een tijdje gezien hier op het feest, ook net met die jongen, het zag er intens uit wil je het er over hebben?' Ze heeft een lieve en oprechte expressie op haar gezicht. 'Sorry maar wie ben je?' 'Sorry heel onfatsoenlijk, mijn naam is Hailey. Ongeveer tegelijkertijd verhuist met Raven, hij was voor heel mijn leven mijn buurjongen, dus ik ken hem redelijk goed.' Een nieuwe vriendin, misschien is dat wat ik nodig heb om Raven te vergeten. Want ik kan echt niet mee verhuizen, hoe graag ik het wil.

'Ik ben Vayra.' 'Vayra is de naam dus.' Glimlacht ze, die glimlach lijkt exact op die van Raven. 'Ooit waren Colton, Raven en ik een vriendengroep, nu kijkt Raven niet eens meer naar mij.' Ze zucht zachtjes.

'Verhuis je binnenkort ook mee met Raven en zijn familie?' Er valt een lange vage stilte. 'Sorry domme vraag, dat je één keer mee bent verhuist betekent niet dat...' 'Ja.' Onderbreekt ze mij. 'Ik verhuis mee.' 'Gezellig.' Een grote glimlach verschijnt op mijn gezicht. Nu begin ik het te zien als een vakantie met een vriendin.

'Hailey wat doe je?' Vraagt Raven die boos aan komt lopen, ze kennen elkaar dus duidelijk. 'Had ik je niet verteld dat je weg moest blijven uit mijn leven?' Opnieuw zucht Hailey en staat op. 'Jouw keuze.' Langzaam loopt ze weg en start een gesprek met een jongen die wel een kop groter dan haar is. Hij omhelst haar strak, ze zijn veel te duidelijk een koppel.

Raven neemt plaats naast mij op de bank waar Hailey zat. 'Wie was dat?' 'Niemand, wat heeft ze je verteld?' Hij lijkt duidelijk bezorgd, weet zij iets wat ik niet weet? 'Gewoon dat ze je buurmeisje was en je ooit een vriendengroep was met Colton, jij en haar.' Raven rolt duidelijk met zijn ogen.

'Wat hou je voor mij verborgen, wat is het dat ik niet mag weten?' 'Het maakt allemaal niet meer uit binnen een week verhuis ik.' Dit is het moment om te zeggen dat ik mee ga. Ik neem een diepe hap lucht en ga er goed voor zitten. 'Je vader vroeg of ik mee wou.' Zijn ogen worden zo groot als schoteltjes. 'Nee dat gaat niet gebeuren.' 'Ik heb al ja gezegd.' Raven verplaats zichzelf dichterbij mij en legt zijn hand over mijn been.
'Het is voor je eigen veiligheid, ik weet dat je er niets van snapt en ik wou dat ik het je kon uitleggen, maar ook dat doe ik niet voor je eigen veiligheid. Over de afgelopen dagen, weken ben ik echt om je gaan geven.' Hij klinkt zo oprecht, nog één lief ding en ik zoen hem hier, nu. 'Maar je moet uit mijn leven verdwijnen, voor goed, het kan niet zo.' Hij doet net alsof hij de controle heeft over alles, maar volgens mij is het zijn vader die mij gevraagd heeft om mee te gaan niet hij.

Dominerend sta ik op en hang boven hem. 'Het maakt mij geen reet uit, ik ga mee geen discussie mogelijk.' Raven staat inmiddels ook op. Ik doe mijn best om mijn angsten door te slikken. 'Als jij toch eens wist waar je jezelf in gooit, jij gaat niet mee Vayra, geen enkele mogelijkheid.' Zijn hand grijpt mijn kin stevig vast, zo stevig dat het pijn doet. Hij maakt het voor mij onmogelijk om te praten.

'Oké Raven dat was de show wel weer.' Colton trekt Raven van mij af maar zijn ogen dwalen zeker niet af. Hij geeft mij de meest dodelijke blik. Als ik om mij heen kijk zijn alle blikken naar ons gericht. 'Tijd om naar huis te gaan Vayra, kom ik breng je wel achterop.' Heel veel contact met Colton heb ik nooit gehad maar liever bij een vreemd iemand achterop dan naar huis lopen.

De hele rit was het aardig stil met uitzondering van één vraag. 'Ik weet dat er een groot geheim is wat ik niet mag weten voor mijn veiligheid, en ik weet dat jij en Hailey het weten, alsjeblieft wil je het vertellen.' 'Je weet wie Hailey is?' Ook hij doet er al zo verdacht over. 'Ja het oud buurmeisje van Raven, ex vriendin van jullie vriendengroep.' Hij knikt lichtjes. 'Helaas kan ik het ook niet vertellen, Raven zal het vast wel vertellen als het zo ver is.' Inmiddels zijn we gearriveerd bij huis en stap ik af van de fiets. 'Bedankt voor de lift.' Nog snel nemen we afscheid voordat ik naar binnen loop.

Het eerste wat ik doe na mijn broers begroeten is in mijn dagboek schrijven wat een bizarre dag.

De volgende ochtend wordt ik al vroeg wakker, terwijl het weekend is. Kreunend stap ik uit bed hopend dat deze week al voorbij mag zijn.

--

De gehele week ging zo langzaam voorbij, de situatie tussen mij en Raven blijft ongemakkelijk. Gelukkig heb ik Riley er alles over kunnen vertellen en ze luisterde aandachtig. Raven is na een week nog steeds boos op mij.

Inmiddels ben ik mijn tassen aan het inpakken om te verhuizen, natuurlijk niet permanent maar zo voelt het wel.

Direct na het inpakken zie ik er tegen op om te moeten liegen tegen mijn broers. Met een hard hoofd sleep ik mijn tassen naar beneden. 'Lex, Ryan... Ik ga tijdelijk bij pap en mam wonen, het gaat mij tijd geven om na te denken over heel veel dingen zoals mijn toekomst.' Lex zucht diep. 'Ik begrijp het, leven met je 2 oudere broers kan ook wel eens vermoeiend zijn.' Grapt hij, altijd grapjes maken is hoe Lex is.

Hij trekt mij stevig tegen hem aan en wrijft mijn tranen weg. 'We gaan elke dag face timen oké?' Ik knik nog steeds huilend. Niet had ik verwacht dat ze mij zo snel zouden laten gaan. 'Ryan.' Hij staat een beetje stil achter Lex. Ook al hebben we niet altijd de beste band ik ga hem ook missen. Zachtjes begin ik hem te knuffelen en na een tijdje knuffelt hij dan ook terug.

'Zal ik je naar ze toe brengen?' Stelt Lex voor. 'Dat hoeft niet de taxi wacht al.' Zeg ik kalm terug en loop met mijn tassen de deur uit.
De familie van Raven staat al klaar om te vertrekken achter het huis. Ik laad mijn spullen in de veel te dure auto en maak geen enkele keer oogcontact met Raven. Ik merk dat er verderop nog een auto staat waar de vader van Raven heel de tijd contact mee maakt.

'Wie zijn dat?' Vraag ik geïnteresseerd. Zijn vader heeft duidelijk een hekel aan dat ik praat. 'Colton misschien ken je die wel van school en een meisje Hailey heet ze. Ze gaan altijd met ons mee als we verhuizen.' Colton en Hailey, altijd blijft toch nog wel de vriendengroep.

Als alles eindelijk ingepakt is beginnen we de lange reis naar het verre verdachte kasteel. Maar Raven zit naast mij en ik voel mij vertrouwt, ook al is hij boos op mij en wil hij niet met mij praten.

'Raven je kan niet de gehele rit boos op mij zijn.' Hij gebaart mij om stil te zijn en pakt dan zijn telefoon, waarna ik hetzelfde doe. 'Zeg geen woord totdat we daar komen.' Misschien was hij niet boos maar bang, voor zijn vader. Ik knik lichtjes en staar uit het raam.

Het gebied wordt na een tijdje heuvelig waardoor ik slaperig wordt. Al snel vallen mijn ogen dicht

--

Fel zonlicht schijnt op mijn oogleden waardoor ik ze langzaam open. Waar ben ik? Dit is niet de auto. De ruimte waar ik mij in bevind is gigantisch, net zoals het bed waar ik in lig. Het uitzicht is prachtig. Dit is het kasteel... De vakantieplek.

Direct als ik de deur uit loop over de hal voel ik mij aangestaard. Er is hier iets niet goed... Een diepe zucht rolt over mijn lippen en ik probeer de gedachte uit mijn hoofd te zetten. Dit komt gewoon door wat Raven mij allemaal heeft wijs gemaakt.

Na lang gezocht te hebben kom ik bij een uitgang terecht, waar enkele bewakers zijn. 'Goedemiddag.' Begroet ik ze, enkel knikken ze alleen. Het lijkt allemaal zo streng hier.

Niet ver weg zie ik een sportveld wat mijn aandacht trekt. Na even twijfelen besluit ik er heen te gaan.

Op het sportveld zie ik een groepje jongens zware oefeningen doen. Ze schreeuwen het nog net niet uit, dit lijkt veel te zwaar.
Voor dat ik het weet sta ik al enkele minuten te staren naar hoe hard ze trainen.

'Hey!' Roept één van hun en rent richting mij. 'Wil je mee doen?' 'Ik denk dat kijken vanaf een afstand beter is voor mij.' De jongen lacht en begint heel erg aan mij te ruiken. 'Ben je nieuw?' 'Wat bedoel je nieuw? Ik ben recentelijk verhuist hier naar toe, ik heb geen idee wat ik kan verwachten.'
Een onschuldige grijns verschijnt op zijn gezicht. 'Kom vannacht terug naar dit veld dan leg ik je uit wat je kunt verwachten.' Voordat ik nog iets wil zeggen rent hij terug naar zijn vrienden. Ik heb niet eens naar zijn naam kunnen vragen.

'Vayra.' Een bekende stem klinkt in mijn oor.

Mens of wolfWhere stories live. Discover now