Hoofdstuk 5

6 0 0
                                    

Het is buiten nog wat schemerig als Mía in de badkamer voor de spiegel staat. Als ze naar zichzelf kijkt, en dan voornamelijk naar haar ogen, ziet ze dat haar gezicht genoeg vertelt over hoe haar nacht is verlopen. Kort en vermoeiend. Voor haar staat een houten kom met schoon water. Met haar handen vormt ze een kommetje om het daarna rustig vol te laten lopen met water. Het water gooit ze daarna in haar gezicht. Dat frist lekker op, denkt ze in zichzelf. Ze kijkt op als de deur open gaat en Lawrence de badkamer binnen stapt. Zodra hij Mía ziet, lijkt hij te schrikken.
'Oh, Sorry, Mía! Ik ben er nog niet aan gewend dat er nog iemand in dit huis woont. Ik zal even op de gang wachten,' roept hij vlug.
Lawrence wil net weer uit de badkamer stappen als Mía zegt: 'Nee, geeft niks. Ik ben toch net klaar. Ga maar hoor.'
'Zeker?' vraagt hij.
Ze glimlacht en knikt.
'Zeker.'
Als ze de badkamer uit loopt, loopt ze rustig terug naar haar slaapkamer. Ze heeft een lange rode broek aan met losse pijpen met daarboven een zwart hemdje met alleen touwtjes over haar schouders. Haar haren besluit ze vandaag lekker los te laten hangen over haar schouders. Aan haar voeten doet ze open sandalen. Het liefst loopt ze op blote voeten, maar je weet nooit waar de dag je brengt en schoeisel kan dan onverwachts ineens heel goed van pas komen. Ze draait zich om en pakt haar tas op van de grond. Het is even zoeken, maar uiteindelijk heeft ze het papier, het inktpotje en de schrijfveer gevonden. Met haar spullen loopt ze naar de woonkamer. Ze had daar namelijk gister een schrijftafel gespot en daar kon ze nu goed gebruik van maken. Rustig legt ze de spullen op het tafeltje neer, waarna ze plaatsneemt op de stoel. Het dekseltje van het inktpotje draait ze eraf. De schrijfveer neemt ze tussen haar vingers en nadat ze deze in de inkt heeft gedoopt, begint ze te schrijven op het papier. Het is geen brief die ze aan iemand anders schrijft. Nee, dit is een brief die ze aan zichzelf schrijft. Een brief waarin staat wat ze thuis heeft meegemaakt; haar vader die niet langer meer leeft, de aanval van de Tenebris, haar moeder die ineens verdwenen is, de man die haar zogenaamd meer wilde leren over magie en die ze uiteindelijk gedood heeft met haar magie, over hoe vreselijk ze het vindt dat die kant van haar bestaat en dat ze het nooit had willen doen. Ook schrijft ze op dat weggaan van thuis de beste beslissing was. Ze voelt zich hier op haar plek en ze is er nog geen hele dag. Ze kan dan ook niet wachten om meer te weten te komen over de Elementa Elfen en de magie die ze bezit. Toch knaagt het aan haar dat ze iemand gedood heeft met haar magie. Zou ze het wel moeten gebruiken? Wat als ze weer de controle verliest over haar magie? Wat als ze iemand doodt terwijl dat helemaal niet de bedoeling is? Ze weet niet of ze het voor zichzelf moet houden of dat ze het aan iemand moet vertellen, want wat zullen ze wel niet van haar denken als ze erachter komen wat ze heeft gedaan? Toch moet ze het op de een of andere manier kwijt, want ze kan niet elke nacht gillend wakker schrikken. Dat zorgt voor te veel vragende gezichten en daar zit ze absoluut niet op te wachten. Ze zucht en sluit de brief uiteindelijk af met een kus en knuffel voor zichzelf. De deksel draait ze dan weer op het inktpotje. Het papier rolt ze op.
'Zal ik je laten zien waar je dat op kan sturen?' vraagt Lawrence, die inmiddels zichzelf opgefrist heeft in de douche en nu aangekleed en al in de woonkamer komt gelopen.
'Dat is lief van je, Lawrence, maar dat is eigenlijk niet nodig,' zegt ze. 'Het is een brief aan mezelf.'
'Een brief aan jezelf?' reageert hij en fronst even zijn wenkbrauwen. 'Waarom? Dan weet je toch al wat er staat?'
Mía lacht even om zijn nuchtere reactie en knikt.
'Ja, dat klopt. Nu wel. Maar over een paar jaar lees ik het terug en zal ik me herinneren wat ik allemaal heb meegemaakt. Daarbij maakt het mijn hoofd leeg. De gedachten waar ik nu niet zo veel aan heb, stop ik dan in zo een brief. Dan spookt het niet meer zo door mijn hoofd en heb ik aandacht voor belangrijkere zaken.'
'Ah, ja. Ik snap het. Wat een leuke manier. Maar... ben je nooit bang dat iemand je brieven zal vinden en ze gaat lezen?' vraagt hij, oprecht geïnteresseerd.
Ze haalt haar schouders op en zegt: 'Dat risico is er altijd. Het liefst zou ik het in een bundel schrijven, want dat berg je makkelijker op, maar ik heb alleen papier. Natuurlijk heb ik liever dat niemand het leest, omdat er gewoon is opgeschreven wat ik heb gedacht. Woordgebruik en dat soort dingen zijn niet aangepast. Het is niet gefilterd en gefatsoeneerd.'
'Interessant,' zegt hij en glimlacht van oor tot oor. 'Ik ga je manier onthouden, Mía, want ik vind het een hele mooie manier om zo je hoofd te legen. Bedankt!'
Ze glimlacht om wat hij zegt.
'Oh, geen enkel probleem.'
De papierrol klemt ze tegen haar lichaam met behulp van haar bovenarm en in haar handen houdt ze het inktpotje en de schrijfveer.
'Ik ga dit even opruimen,' zegt ze en met nog een snelle glimlach naar hem toe werpend, loopt ze naar de slaapkamer.

Mía Laire: Een Gloednieuwe WereldWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu