Hoofdstuk 21

4 0 0
                                    

Na afspraken te hebben gemaakt met de oudere man, die de burgemeester van het dorp bleek te zijn, en zijn vrouw, hebben ze afscheid genomen. Nu vliegen Mía en Lawrence terug naar de stad Urbe Vitae. Zo snel mogelijk wil ze Ginía en Milo vinden, want de wond zag er ernstig uit. Heel even ziet ze in haar ooghoeken dat Lawrence haar bekijkt.
'Wat is er, Lawrence?' vraagt ze.
Ze probeert niet geïrriteerd te klinken, maar het lukt haar niet helemaal. Voor een moment lijkt hij zich betrapt te voelen, waarna hij moet glimlachen.
'Het is gewoon bijzonder dat jij iets op kan lossen wat ons niet lukte. Puur omdat de verkeerde persoon de leiding heeft.'
Mía knikt. Dat had ze niet als antwoord verwacht. Ze had verwacht dat hij haar nog zou oordelen over haar houding tijdens de missie, maar blijkbaar laat hij dat varen.
'Romello is inderdaad niet de allerbeste leider,' begint ze en kijkt hem dan even aan, 'maar zelf zou ik dat ook niet zijn, Lawrence. Ik weet dat je nog gelooft in die voorspelling, maar ik ben nog maar zo kort bekend met deze wereld. Er is nog zoveel dat ik moet leren. Ik ben geen leider. Je zag het daarnet al; ik volg mijn hart, niet mijn verstand. Een leider kan dat niet doen.'
Lawrence lijkt nog iets te willen zeggen, maar sluit toch zijn mond weer. Waarom weet ze niet. Ze zucht even en kijkt weer voor zich uit. Voor haar doemt de stad alweer op. Ze is blij als ze er eindelijk zijn.

Met zijn tweeën komen zij en Lawrence aan bij zijn huis. Wanneer ze naar binnen stappen, zien ze alleen Rebekka op de bank zitten. Meteen kijkt Rebekka op zodra ze hen binnen hoort komen.
'Mía! Lawrence! Daar zijn jullie eindelijk. Waarom duurde het zo lang?' vraagt ze hen.
'Mía heeft de man kunnen overtuigen om toch in te stemmen om afspraken te maken die voor zowel Elementa Elfen als Mensen gunstig zijn,' zegt Lawrence.
'Nou, eigen... ' begint Mía, maar wordt bruut onderbroken door Rebekka.
'Wauw, netjes, Mía!'
Koppig schudt ze haar hoofd.
'Nee, het is niet volledig dankzij mij, maar dat kan later nog worden verteld,' zegt ze. 'Waarom zit jij hier in je eentje en waar zijn Ginía en Milo heen? Ik zou graag naar Milo willen gaan om te kijken hoe het met hem gaat.'
Rebekka staat op en loopt naar hen toe.
'Ginía en Milo zijn naar het paleis gegaan. De wond was vies en vooral erg diep. Daarbij begon het al te irriteren, dus was dat het beste om te doen. Ze hebben daar de allerbeste verzorging en omdat Milo voor de stad werkt, heeft hij daar recht op,' vertelt ze. 'Ik ben hier gebleven. Het paleis is geen plek waar ik graag kom en iemand moest jullie opvangen.'
Mía zucht terwijl Lawrence gewoon knikt.
'Nu zal Romello zeker willen dat ik vertrek,' mompelt ze zacht in zichzelf, 'maar ik ga toch naar hem toe. Ik wil weten hoe het nu met hem is. Gaan jullie ook of niet?'
Rebekka schudt vastbesloten haar hoofd.
'Het spijt me. Milo is heel vriendelijk, dat weet ik, maar ik zet geen voet in dat paleis zolang Romello de leider is van deze stad.'
'Het geeft niet, Rebekka. Echt niet,' zegt Mía. 'Dan ga ik wel gewoon alleen.'
Ze kijkt op wanneer Lawrence een hand op haar schouder legt en ondertussen zijn hoofd schudt.
Hij zegt: 'Nee, dat hoeft niet. Ik ga met je mee, Mía.'
Mía glimlacht en knikt. Allebei zeggen ze gedag tegen Rebekka om daarna samen richting het paleis te vertrekken.

Ze vliegen weer dezelfde route, waarbij ze over de Kristalbergen vliegen, tot ze uiteindelijk weer bij het grote plein komen voor de ingang van het paleis. Vlak voor de grote deuren landen ze, waarna ze niet aarzelen om de treden op te lopen. Kort kijkt ze naar Lawrence, voordat ze zich op de deur richt en haar hand op de deurknop legt.
'Weet je zeker dat het verstandig is om naar binnen te gaan?' vraagt Lawrence ineens.
De twijfel is in zijn stem te horen. Hij weet net zo goed als zij dat de missie niet langer geheim is en dat het hoe dan ook gevolgen gaat hebben. Met name voor haar. Dat is onvermijdelijk. Mía draait haar hoofd naar links om hem aan te kunnen kijken.
'Nee, het is niet verstandig,' geeft ze als antwoord, 'maar Milo is een hele goede vriend en ik wil hem graag bezoeken. Hij is gewond vanwege mij. Ik ben verantwoordelijk. Ik moet weten of hij oké is, anders...'
Haar stem vervaagt, omdat het haar niet lukt om de zin af te maken. Niet vanwege verstoringen of iets dergelijks. De woorden krijgt ze simpelweg niet over haar lippen. Hij mag niet bezwijken door een onderneming van haar. Dat mag gewoon niet. Zonder verder nog iets te zeggen, richt ze zich weer op de deur. De deurknop wordt omgedraaid, waarna de deur open geduwd kan worden.

Mía Laire: Een Gloednieuwe WereldWhere stories live. Discover now