Hoofdstuk 23

6 1 0
                                    

Ze lopen niet langer over het plein. Met haar vrienden staat ze plotseling in een klein stuk bos. Het is een recht pad dat leidt naar één grote deur aan het eind. De deur is te ver weg om te zien waar het van is, maar ze vermoedt dat het de Sterrenhal is waar Rebekka het eerder over had. Het hele bospad naar de deur is gevuld met Elementa Elfen. Ze wil net vragen wat dat te betekenen heeft als iedereen ineens in een positie lijkt te gaan staan als er aangekondigd wordt dat iedereen klaar moet gaan staan. Ginía, Lawrence en Rebekka nemen haar mee naar een plek om te staan. Aan elke kant van het pad staat nu een rij van Elementa Elfen. Beide rijen staan in een boog, waardoor er een smalle ovaal wordt gevormd als pad om tussendoor te lopen. Iedereen is muisstil. Zelfs de vogels in de bomen en de andere diertjes in de struiken maken geen geluid meer. Voor de tweede keer in haar leven maakt ze bewust een afscheidsceremonie mee. Eerst haar vader en nu Milo. Toch gaat het nu al heel anders dan hoe het bij de Wells stam gaat. Bij haar thuis. Daar werd het lichaam verbrand. Een vreselijk aanzicht, vond ze, om haar vader te moeten zien branden. Ze is ergens wel benieuwd of dat bij de Elementa Elfen ook zo zou gaan of dat het bij hen weer anders gaat. Iemand moeten loslaten is altijd afschuwelijk, maar ze ziet ze liever niet branden. Ook al zijn ze feitelijk al dood en voelen ze er niks meer van. Ze heeft ergens ook het vermoeden dat het anders zal gaan dan bij haar thuis. Zo is het voor haar al heel bijzonder dat iedereen dezelfde soort kledij draagt. In eerste instantie vond ze het maar raar, maar nu snapt ze veel beter wat de redenering erachter is. Het straalt kracht uit, vrede, rust en ook gelijkheid, maar het gevoel van saamhorigheid die het voortbrengt, vindt ze misschien nog wel het mooiste ervan. Ze kan zich geen mooiere manier bedenken om iemand vaarwel te zeggen.

'Het begint,' fluistert Rebekka in haar oor.
Direct kijkt ze van Rebekka naar waar ze vandaan gekomen waren. Haar ogen gaan de rondte in. Iedereen kijkt voor zich uit. Ze fronst even en doet hetzelfde. Haar hart voelt ze kloppen in haar keel. Vanuit het paleis verschijnen de eerste Elementa Elfen die familie zijn van Milo. De allerjongsten van de familie lopen vooraan. In het midden lopen zij die de kist dragen. Dit zijn vermoedelijk de ouders met daarachter de ooms en tantes. Daarachter lopen de grootouders van Milo en sluiten daarmee de stoet af. Allemaal lopen ze op hetzelfde beheerste tempo over het gecreëerde pad. Bij de opening voor de grote deur staan twee Elementa Elfen. Het valt haar nu pas op dat zij een muziekinstrument in hun handen hebben. De fluit. Allebei beginnen ze het te bespelen. De muziek die voortkomt uit de twee fluiten is prachtig. Magisch. Het maakt de stoet extra bijzonder. Extra beladen. Zo beladen dat een traan via haar ooghoek over haar wang glijdt.

De twee fluitisten lopen als eerste achter de familie aan wanneer deze voorbij is gekomen. De muziek van de twee houten fluiten weerklinkt in het hele bos terwijl alle Elementa Elfen zich één voor één aansluiten bij de stoet. Zij die het dichtst bij de deur staan, sluiten zich als eerste aan bij de familie door achter de twee fluitisten aan te lopen. Op die manier voegen steeds meer Elementa Elfen zich bij de lopende menigte met tot slot de Elementa Elfen die bij de haag stonden. Op hetzelfde beheerste tempo als de familie lopen ze met zijn allen door het kleine bos. Er is geen Elementa Elf die ook maar een woord zegt. Er zijn er een aantal die zo nu en dan een blik met elkaar uitwisselen, maar over het algemeen kijkt iedereen voor zich uit of om zich heen. Zo ook Mía. Het is bijzonder om deel uit te maken van een stoet zoals deze. De reden is triest. Te triest. Desondanks is ze dankbaar dat ze zoiets als die mag meemaken. Het bos waar ze zich bevinden is daarbij ook nog eens magisch. De bladeren zijn bruin, geel, oranje en rood gekleurd, maar door het bladerdak ziet ze een blauwe lucht. Geen wolkje te bespeuren vandaag. De zon schijnt vrolijk en verwarmt de harten van de Elementa Elfen vandaag. Het stukje warmte dat ze nodig hebben vandaag. Uiteindelijk zijn er kleine tien minuten nodig om over het bospad te lopen dat hen naar een heel klein pleintje brengt. Met een boog lopen ze over het plein om de Sterrenhal te bereiken. Waarom ze met een boog over het plein lopen in plaats er recht overheen te lopen, snapt ze eerst niet. Pas als ze zelf de boog maakt, snapt ze precies waarom. Een spontane glimlach siert haar lippen. Het is een kunstwerk waar ze omheen lopen. Op het midden van het plein ligt een vijver van gekleurde mozaïek steentjes. Voor het water zijn verschillende tinten blauw gebruikt en ook wit. In het water zijn een aantal vissen gemaakt van rode, oranje, gele, blauwe, grijze en witte mozaïek. Ook liggen er bladeren van twee tinten groen, de kleur roze en wit. Om de ronde vijver is een gouden rand gemaakt met daar omheen een zwarte. Na de zwarte rand houdt het kunstwerk op en zijn het doorsnee bakstenen. Het is soort van ingelijst in de stenen. Niet lang daarna staat ze voor een gebouw waarvan de muren dezelfde kleur blauw hebben als de kleding die zij allen dragen. De ramen zijn helderwit. Het dak van het gebouw is van grijze dakpannen en staat bol. De muren daarentegen lopen van het dak kaarsrecht naar de grond. Het is een redelijk smal gebouw met aan de voorkant een enorme deur. Deze staat al open. Eén voor één lopen alle Elementa Elfen naar binnen. Ook zij. Om eerlijk te zijn, had ze het niet voor mogelijk gehouden dat de hele menigte in het gebouw zou passen. Zo groot was het gebouw immers niet. Dit lijkt echter schijn te zijn, want het is haar meteen duidelijk dat het vanbinnen vele malen groter is dan het van buiten lijkt te zijn. vanuit buiten komt ze meteen in één grote hal terecht. Precies in het midden van deze hal is de plek waar de kist van de overledene op een verhoging geplaatst wordt. Haar oog valt op de kist. Zelfs de kist is prachtig. Het is gemaakt van groene lianen met erdoorheen door de familie uitgekozen bloemen. In dit geval alstroemeria's. De ruimte vult zich op met alle Elementa Elfen die naar binnen komen. Enkel direct rondom de kist staat er niemand. Op de eerste rij staat de familie als een cirkel om de kist heen. Daarachter staat de rest van de menigte. Als dan de muziek van de fluiten wegvalt, is het compleet stil in de hal. Niemand zegt nog een stap of schraapt een keer de keel. De stilte maakt haar wat ongemakkelijk. Om die reden begint ze een beetje nerveus om zich heen te kijken. Het valt haar al snel op dat de kleuren binnen net omgekeerd zijn in vergelijking met buiten. Hier zijn alle muren helderwit en de kozijnen van de ramen juist blauw. De vloer is van zilverwitte plavuizen, wat een beetje overeenkomt met het dak. Het plafond wordt prachtig gereflecteerd door de zilverwitte plavuizen. Haar ogen verschuiven nieuwsgierig naar het plafond om goed te kunnen zien wat de vloer nou precies reflecteert. Het plafond is volledig blauwzwart en gevuld met sterren van glinsterend goud. In het midden van het plafond is een groot gat in de vorm van een vlinder. Met haar wenkbrauwen fronst ze. Ze vraagt zich af waar dat gat voor zou dienen.

Mía Laire: Een Gloednieuwe WereldWhere stories live. Discover now