Hoofdstuk 19

5 1 0
                                    

Als Mía weer bij Lawrence zijn huis aankomt en naar binnen gaat, valt het haar meteen op dat ze nog steeds druk aan het overleggen zijn. Er is inmiddels anderhalf uur verstreken sinds ze wegging om Rebekka haar hulp te vragen voor het plan. Zonder succes. Eenmaal een voet gezet in de woonkamer kijken ze allemaal meteen haar kant op.
'Hey, Mía, was het gelukt met Rebekka?' vraagt Milo als eerste.
Langzaam schudt ze haar hoofd als ze ondertussen bij de tafel komt staan.
'Nee, helaas niet. Ze twijfelde, maar besloot toch om niet te helpen. Ik heb gezegd dat ze altijd mag aanhaken als ze zich toch nog bedenkt.'
Milo knikt terwijl Mía aanschuift aan de tafel.
'Hebben jullie al een concreet plan kunnen bedenken?'
Ginía glimlacht en begint met enthousiasme te vertellen wat ze al hebben bedacht. Zo zullen ze eerst beginnen met een les in magie, die ingericht zal zijn op de komende missie, zodat ze daar in ieder geval goed voorbereid op zal zijn en daarna volgt een normale training met zowel een mes als een zwaard. Niet aanvallend, maar verdedigend. Lawrence is degene die voor de wapens zal gaan zorgen. Met de les en training beginnen ze vandaag, zodat ze morgen richting Olli Subridens Venti kunnen gaan, het dorp van de Mensen. Mía knikt een paar keer terwijl ze het idee laat bezinken.
Als ze alle nieuwe informatie verwerkt heeft, vraagt ze: 'En de missie zelf? Hadden jullie daar  ook nog over nagedacht?'
'We wilden daarvoor op jou wachten, dus we hebben voor de missie nog niet echt iets concreets bedacht,' vertelt Milo.
'Omdat ik de aanstichter ben van dit probleem?' vraagt ze, op een toon waardoor het voor iedereen al duidelijk is dat dit meer een verwijt naar haar zelf is dan echt een vraag.
Echter, Lawrence reageert direct op wat ze zegt: 'Nee, we hebben gewacht, omdat we dit samen gaan doen, Mía, en dat betekent dat we het ook samen gaan voorbereiden.'
Zowel Milo als Ginía knikt instemmend op wat Lawrence zegt.
'Lawrence heeft gelijk, Mía,' zegt Milo. 'We doen dit samen. Heb een beetje vertrouwen in ons. We zijn echte vrienden van je, of je dat nu inziet of niet.'
Ze knikt en haalt diep adem.
'Ja, jullie hebben gelijk. Het spijt me,' zegt ze daarna en wat standvastiger dan daarvoor glimlacht ze. 'We doen dit inderdaad samen en daar ben ik jullie ook enorm dankbaar voor.'
De anderen moeten daardoor ook weer glimlachen en voor een moment kijkt iedereen elkaar even aan.
Compleet uit het niets zeggen ze allemaal op hetzelfde moment tegen elkaar: 'We doen het samen.'
Voor even is het daarna dodelijk stil, maar al snel proest ieder van hen het uit van het lachen door het toeval dat ze het allemaal op hetzelfde moment zeiden. Al vraagt Mía het zich af. Was dit toeval of was dit voorbestemd?

Wanneer iedereen uitgelachen is en bijna weer volledig op adem heeft kunnen komen, wordt er op de voordeur van het huis geklopt. Alle vrolijke gezichten verdwijnen als sneeuw voor de zon. Met gespannen gezichtsuitdrukkingen kijken ze elkaar kort aan. Lawrence is degene die van zijn stoel opstaat en naar de gang loopt. Iedereen kijkt hem na en luistert gefocust naar wat er gebeurt in de gang. Mía hoort net zoals de anderen aan tafel dat de voordeur open wordt gedaan door Lawrence en dat hij al snel gedag zegt tegen iemand. Een blij verraste glimlach verschijnt op haar gezicht als ze meteen de stem herkent van degene die terug gedag zegt tegen Lawrence. De voordeur gaat weer dicht en ze hoort aan de voetstappen dat ze allebei naar de woonkamer komen.
'Hey,' zegt ze opgewekt als ze de woonkamer in lopen, 'wat tof dat je toch nog bent gekomen.'
'Dankje, Mía,' antwoordt Rebekka, die wat twijfelachtig verder naar binnen loopt.
Aan haar gesloten lichaamshouding kan Mía merken dat ze zich niet helemaal op haar gemak voelt. Rebekka kijkt naar iedereen die aan de tafel zit en glimlacht wat ongemakkelijk naar ze. Ook aan de rest kan ze merken dat de spanning overduidelijk is gestegen.
'Jeetje, wat is de spanning hier ineens om te snijden zeg,' zegt ze met een grote, luide zucht. 'Rebekka, ga gerust zitten. Wil je wat drinken? Thee misschien? Of liever water?'
Ondertussen is Lawrence al gaan zitten en langzaam neemt ook Rebekka plaats aan tafel op de laatste lege stoel aan tafel.
Rebekka's ogen vliegen langs elk gezicht rond de tafel dat haar zit aan te kijken terwijl ze het volgende zegt: 'Thee graag. Mag ik vragen wat nu precies het idee was van dit alles? Het gaat over de Mensen uit het dorp Olli Subridens Venti, toch? Dat ze nu van ons bestaan afweten en leider Romello daar niet zo blij mee is?'
Het water wordt door Mía in de fluitketel gegoten, waarna ze deze aanzet.
'Dat klopt,' reageert Mía, terwijl ze de anderen aan de tafel aankijkt. 'Het is ook een aardig lang verhaal, maar ik hoop dat de korte versie genoeg is.'
Een knik van Rebekka volgt als teken dat de korte versie prima is. Daarna, terwijl ze bij het aanrecht wacht op het water dat kookt in de fluitketel, begint ze het hele plan dat ze tot nu toe hebben aan Rebekka uit te leggen. Dat ze naar een missie toewerken waarbij ze de band tussen de Elementa Elfen en de Mensen uit het dorp Olli Subridens Venti willen herstellen. Ook vertelt ze dat de missie uit hun eigen initiatief is en dat Romello er niks van weet, omdat ze hem niet langer vertrouwen. Het is even stil en iedereen kijkt afwachtend naar Rebekka. Ze lijkt het allemaal even langs te gaan in haar hoofd. Net als ze haar lippen van elkaar haalt om te reageren op het verhaal, gaat de fluitketel af. Iedereen schiet overeind van schrik. Mía glimlacht van oor tot oor als Rebekka begint te grinniken. Het was dan ook best wel een grappig gezicht om iedereen zo te zien schrikken van de fluitketel. De rest glimlacht echter een beetje ongemakkelijk, niet zo goed wetend wat ze nu moeten zeggen of doen. Mía vult een mok met hete thee en als ze deze bij Rebekka neerzet, begint Rebekka te praten.
'Klinkt wel als een goed idee, inderdaad, en ik steun het volledig, maar ik snap niet helemaal waarvoor je mij zo nodig hebt.'
Eenmaal weer op haar stoel zittend, zegt Mía: 'Omdat we de missie namens alle Elementa Elfen doen en hoe meer er met ons meedoen, hoe meer anderen achter ons zullen staan. Toch willen we niet iedereen vragen, omdat niet iedereen te vertrouwen is. We willen niet dat iemand alles zou doorspelen naar Romello. Daarbij geloof ik nog steeds dat iedereen een verkeerd beeld heeft over jou. Misschien helpt dit om ze te laten zien dat ze ongelijk hebben.'
Ze kijkt even met haar ogen opzij als ze Milo, Ginía en Lawrence een beetje ziet wiebelen op hun stoel, wetende dat ze zich aangesproken voelen door het laatste wat ze zei. De drie ziet ze elkaar nog kort bedenkelijk aankijken voordat ze haar aandacht weer op Rebekka richt.
'Oké, om meteen heel eerlijk te zijn met jullie, ben ik vooral opgelucht en tegelijk verrast om te horen dat jullie Romello niet moeten. Ik dacht altijd dat ik de enige was die Romello een verschrikkelijke man vond en geen goede leider voor een stad zoals deze.'
Het lijkt wel alsof de anderen wakker beginnen te worden en met een meer actieve houding beginnen te luisteren naar wat Rebekka te zeggen heeft. Zo gaat Ginía wat meer rechtop zitten en richt ze zich op Rebekka.
'Maar Rebekka,' begint Ginía tegen Rebekka, zich duidelijk iets afvragend, 'waarom moet jij niks van leider Romello hebben dan? Zoals je het nu zegt, klinkt het alsof je hem al een veel langere tijd niet kunt uitstaan. Wij, Milo en ik, wantrouwen hem eigenlijk pas sinds vanmorgen. Lawrence, en vooral Mía, al wat langer.'
Rebekka neemt haar mok thee tussen haar handen en knikt.
Ze vertelt: 'Romello houdt enorm van zijn hoge status, maar het is vooral gebouwd op leugens en dat is meteen de reden waarom hij altijd op zijn hoede is. Als hij het vermoeden krijgt dat je een kans maakt om hem van zijn mooie "troon" te stoten, zal hij je wegjagen. Eerst subtiel en indirect, maar als dat niet werkt, zal hij je onder druk zetten, waardoor je een voor hem onvergeeflijke fout zal maken. Dit gebruikt hij tegen je en het is een bonus voor hem als dat in het openbaar gebeurt, want dat is extra vernederend, waar hij dan nog meer de vruchten van plukt.'
Lawrence fronst en vraagt: 'En dit weet je doordat...?'
Rebekka kijkt hem kil aan, waardoor hij even nerveus naar de anderen kijkt voordat hij Rebekka weer aankijkt.
'Dat weet ik doordat ik het kan vertellen uit persoonlijke ervaring. Dat is ook de grootste reden waarom ik een hekel heb aan Romello.'
Sprakeloos kijken ze haar aan. Vooral Lawrence weet niet goed hoe hij nu moet reageren. Zelf had ze wel een sterk onderbuik gevoel dat haar vertelde dat Rebekka lang niet zo slecht was als dat iedereen dacht, maar dit had ze dit niet verwacht. Dit betekent namelijk dat Mía lang niet de eerste en de enige was die Romello doorzag. Er zijn er meer geweest, maar die zijn het zwijgen opgelegd.
'Wat verschrikkelijk,' reageert Lawrence als eerste. 'Ik wil direct mijn oprechte excuses aanbieden, Rebekka. Door alle geruchten was ik blind geworden voor al het andere dan mijn vooroordelen.'
Ginía en Milo knikken in stilte, nog door stomheid geslagen.
'Ik vind het erg dat leider Romello zich zo gedragen heeft naar jou, Rebekka. Het spijt me dat ik het nooit gezien heb. Ik heb nooit aan leider Romello getwijfeld, omdat ik niet beter wist, maar ik had wel beter moeten weten,' zegt Ginía uiteindelijk.
Een glimlach laat vervolgens de hoeken van Rebekka's lippen omhoog krullen, waarna ze zegt: 'Ik ben blij en dankbaar dat jullie mij een kans willen geven en mij betrekken bij een belangrijke missie zoals deze. Bedankt voor jullie excuses. Het is al goed. Ik neem het jullie niet kwalijk. Enkel Romello is hier de kwalijke.'
Milo glimlacht ook en zegt: 'Dat is erg nobel van je.'
Met een hand wuift ze het weg.
'Is het een idee om dan nu de missie te bespreken? Hoe zien we die voor ons? Hoe eerder, hoe beter, niet waar?' oppert ze.
Iedereen aan tafel knikt overduidelijk instemmend.

Mía Laire: Een Gloednieuwe WereldWhere stories live. Discover now