Hoofdstuk 16

2 0 0
                                    

Een glimlach siert Lawrence zijn lippen als ze de huiskamer binnen komt gelopen.
'Heb je je lekker op kunnen frissen?' vraagt hij terwijl ze ziet hoe hij een doek aan het schoonmaken is in een houten emmer met daarin dampend water.
'Ja, het was heerlijk. Net zoals je zeep,' zegt ze.
Langzaam zet ze een aantal stappen richting hem zodat ze wat dichterbij staat. Observerend kijkt ze een beetje rond in de huiskamer. Aan de inrichting kan ze overduidelijk zien dat hij in zijn eentje in dit boomhuis woont. De bank is geschikt voor twee personen maar niet meer. Daarvoor staat een kleine houten tafel, al is deze zo klein dat er enkel een paar bekers op kunnen staan met wellicht een schaaltje met wat lekkers te eten. Naast de tafel aan de rechterkant staat een hocker welke eveneens van hout is gemaakt, al is de bovenkant gestoffeerd, waardoor men op de hocker kan zitten of het kan gebruiken als voetenbankje. Het zitplekje is geplaatst tegenover een kleine kachel van slechts een halve meter breed en een meter hoog. De eethoek aan de andere kant van de kamer is net zoals de zitplek niet erg groot, hoewel het al wel ruimer is. Zo staat er een houten eettafel met daaraan vier tafelstoelen geschoven. Op de eettafel staat een schaaltje met bosvruchten. De keuken die aansluit bij de eethoek is het kleinste van allemaal, maar zo op het blote oog lijkt het wel alles te hebben wat het nodig heeft. Boven lijkt het veel ruimer dan beneden, merkt de dan op, terugdenkend aan de ruime badkamer en de slaapkamer met het tweepersoonsbed, maar ook de overloop die nog meer deuren had.
'Vind je het mooi?'
Uit gedachten gehaald kijkt ze op naar Lawrence.
'Hm?'
'Vind je het mooi?' herhaalt hij, maar nu met een dollende lach op zijn gezicht.
'Oh,' reageert ze en in een razendsnel tempo voelt ze het bloed naar haar wangen stijgen, 'ja, absoluut.'
'Mooi,' antwoordt hij, 'en ik ben blij om te horen dat je mijn zeep waardeert. Ze zijn van mijn zus die eens in het jaar langskomt en dan een hele lading zeep meeneemt.'
Ze moet even lachen en kijkt naar hem als hij de fluitketel op het vuur zet dat hij zojuist aan heeft gedaan met zijn magie.
'Een zus? Maar je was weg bij je ouders sinds je klein was, toch? Of heb ik dat verkeerd onthouden?'
Lawrence pakt twee bekers en zet deze op het aanrecht neer. Ditzelfde doet hij met een theepot waar hij alvast uit een klein potje verse thee in schept.
'Nee, je hebt het goed onthouden. Toen vrouwe Dorine mij opving, vertelde ze mij dat ik een zus had. Die had exact hetzelfde meegemaakt als ik. We kunnen het ook goed met elkaar vinden, maar in tegenstelling tot Wells, die in een roedel leven, zoals jij gewend bent, leven de Elementa Elfen wat meer verspreid over de wereld. Het is al bijzonder dat wij, Elementa Elfen, een stad zoals Urbe Vitae hebben, want voor de rest heeft ons Elfenras geen stuk land dat enkel en alleen bewoond wordt door onze eigen soort. Tuurlijk zijn ze op de ene plek meer gevestigd dan op de andere, maar ze hebben geen vaste plek die echt alleen van henzelf is,' vertelt hij rustig terwijl hij met zijn billen tegen het aanrecht van de keuken aanleunt. 'Mijn zus leeft nu veel verder naar het noordwesten. Ik kwam hier terecht, omdat ik naar Urbe Vitae ging om aan mijn magie te werken en daarna besloot ik hier te willen blijven. Maar zij is de wereld ingetrokken.'
Mía knikt als teken dat ze het begrijpt.
'Wow,' is het enige wat ze zegt, terwijl ze het laat bezinken.
Als de fluitketel begint te fluiten, haalt hij de fluitketel van het vuur en vult hij de theepot met het hete water. Dan zet hij de fluitketel weer terug en de theepot zet hij neer op de eettafel, net zoals de twee bekers. Met zijn hand gebaart Lawrence naar een stoel als teken dat ze mag gaan zitten, waarna hij gaat zitten. Ze pakt de stoel tegenover hem en gaat erop zitten. Een glimlach verschijnt op haar gezicht als hij hun bekers inschenkt met de hete thee uit de theepot.
'Pak trouwens gerust wat fruit als je daar zin in hebt,' zegt hij en knikt naar het schaaltje met de bosvruchten. 'En dan hoop ik graag op nog een uitleg met wat je precies nodig hebt van mij. Waarvoor je kwam, zeg maar.'
Ze knikt en kijkt even toe hoe hij zijn beker met hete thee tussen zijn handen neemt om zo zijn handen op te warmen. Rustig volgt ze zijn voorbeeld en pakt ze de beker die voor haar op de tafel staat vast.
'Het is op zich niet veel, denk ik,' begint ze dan met haar ogen nog op de beker met thee gericht. 'Om heel eerlijk te zijn, wil ik vooral weten of hier in de buurt een plek is met veel informatie om te lezen. Over de Elementa Elfen, maar ook alle andere Elfenrassen, de geschiedenis en misschien zelfs...'
Heel eventjes sluit ze haar mond, omdat ze niet meer zo goed weet of ze het werkelijk wil weten. Er zitten veel risico's aan, dat weet ze.
'En misschien wat, Mía?' vraagt Lawrence nieuwsgierig.
Ze laat haar ogen langzaam van de beker thee omhoog glijden om hem dan aan te kijken.
'Misschien... Misschien ook wel de toekomst,' zegt ze tenslotte, waarna ze nerveus zacht op haar onderlip bijt.
Hij fronst even.
'Je bedoelt informatie als voorspellingen en dat soort dingen, nietwaar?'
Mía knikt alleen maar. Het is aan zijn gezicht te zien dat hij er even over moet nadenken.
Tenslotte zegt hij: 'Goed. Ik weet wel de juiste plek voor de informatie die je zoekt en zal dan ook persoonlijk met je meegaan. Misschien vinden we wel iets interessants of iets anders dat we kunnen gebruiken. Iets dat je zoekt.'
Ze glimlacht dan weer, wat Lawrence ook weer terug laat glimlachen.
'Is het een idee om dan te gaan zodra we onze thee opgedronken hebben?' vraagt hij voordat hij een slok neemt van zijn thee.
Met haar hand gaat ze naar het schaaltje waar ze een handje bosvruchten uit pakt.
'Weet je zeker dat je mee wil? Het is absoluut geen verplichting om mee te gaan.'
Hoewel ze het fijn zou vinden, wil ze hem nergens toe verplicht laten voelen. Slechts vertellen waar ze de betreffende plek kan vinden, zou haar al enorm helpen. De glimlach op Lawrence zijn gezicht wordt nog wat breder, wat haar een beetje gerust doet stellen.
'Maar natuurlijk wil ik met je mee, Mía. Wat dacht jij dan? Ik ben nu ook wel nieuwsgierig geworden naar al die informatie waar we naar gaan zoeken.'
Mía moet even lachen om zijn reactie en knikt dan instemmend.
'Nou, mooi. Dan wil ik best zo meteen gaan na de thee,' zegt ze voordat ze wat fruit in haar mond stopt en de beker thee wat meer naar zich toe trekt.

Mía Laire: Een Gloednieuwe WereldWhere stories live. Discover now