Hoofdstuk 32 - belangrijke telefoontjes en dubbelzinnige raadsels

104 6 4
                                    

Mijn handen waren bezweet, waardoor mijn telefoon bijna uit mijn handen gleed. "Bel.." mompelde ik zachtjes. Ze kwam meteen naast me zitten en nam de telefoon van me over. "Onbekend? Dat moet Levi zijn! Dat móét." Ze legde zoveel nadruk op dat laatste woord dat ik haar bijna geloofde, maar toch hield iets me tegen en ik haalde mijn schouders op. "Het zou kunnen.." Anabel opende haar mond al om me in de rede te vallen, maar ik praatte snel door voordat ze me kon onderbreken. ".. Maar misschien is het weer zo'n stomme telefoonenquête over het gordeldier wat met uitsterven wordt bedreigd." Anabel schoot in de lach, en ook ik produceerde ongewild een mini-glimlachje. "Maar het zou wel kunnen," zei Anabel dan. "Hoop hebben is niet verkeerd, weet je." Ik knikte langzaam, maar vanbinnen wist ik wel beter. Het gevoel dat ik hem waarschijnlijk nooit meer zou zien knaagde nu al een paar dagen aan me en het vrat me op vanbinnen. We waren dan niet officieel een stel geweest, we hadden zelfs nog nooit gezoend. Maar er was een klik en er was chemie. En er was ook een magische vonk die mijn hart in vuur en vlam zette als ik bij hem was. Dat kon ik toch niet zomaar weggooien? Diep in gedachten verzonken staarde ik zo een tijdje voor me uit. Toen werd ik wakker geschud doordat mijn telefoon in mijn hand begon te trillen. De woorden op het scherm zorgde ervoor dat ik naar adem moest happen.

Inkomende oproep: Onbekend

Ik kon niks doen. Het leek wel alsof er lijm door mijn aderen stroomde, want ik kon me niet bewegen. Het enige wat me weer bij zinnen bracht, was de gil van Anabel. "Neem op, idioot!" Meer van schrik dan van vastberadenheid viel mijn duim naar beneden, recht op de groene knop. Snel bracht ik de telefoon naar mijn oor. Ik wilde geen woord, geen seconde van dit telefoongesprek missen. 

"Hallo?" Mijn stem klonk schor, bang voor wat er komen ging. Bang voor teleurstelling. 

De stem aan de andere kant van de lijn klonk daarentegen vastberaden.

"Valerie, ik heb niet lang. Kom vanavond acht uur naar de plek waar je me voor het eerst echt zag."

Ik hapte naar adem. "Levi?" Mijn stem brak officieel, tranen stroomden over mijn wangen. "Gaat alles goed met je?" snikte ik in de telefoon. Het enige wat mijn hulpeloze stem beantwoordde, was de lange pieptoon als bewijs dat Levi het gesprek had beëindigd. Anabel pakte de telefoon uit mijn hand en luisterde met gespitste oren. "De lijn is dood," concludeerde ze kort daarna. Goh. 

"De plek waar je hem voor het eerst echt zag?" vroeg Anabel met gefronsde wenkbrauwen nadat ik haar een foutloze dialoog van het telefoongesprek gaf. "Was dat niet die club waar je met Ryan gezoend hebt?" Ik dacht even na, met nog diepere rimpels als Anabel. "Ja, letterlijk zag ik hem daar voor het eerst. Maar het gaat hier wel over Levi.. Zoiets ligt te erg voor de hand. Ik bedoel, hij is een wandelend mysterie. Zo'n uitspraak moet je niet letterlijk nemen." 

Het was waar. Hij wás ook een wandelend mysterie. Natuurlijk was hij leuk, aardig en ontzettend knap, maar als het er op aan kwam kende ik hem helemaal niet. Ik wist niet welke douchegel hij gebruikte of wat zijn lievelingseten was. Of wat hij 's avonds op televisie keek, als hij überhaupt al televisie keek 's avonds. De enige plek waar ik écht meer over Levi te weten kwam, was...

"De begraafplaats!" riep ik uitgelaten. Helaas keek Anabel niet zo blij als ik. Ze keek me aan met haar zag-ik-je-nou-net-in-een-kameel-veranderen-blik. "Val, lieverd. Ik snap dat je in de war bent door deze.. situatie. Maar een begraafplaats lijkt me nou niet de ideale plek op 's avonds af te spr-."

Voordat ze verder kon praten had ik haar al onderbroken. Ik ratelde aan één stuk door. Over die middag dat Levi en ik op de begraafplaats waren en dat hij daar zowat zijn hele levensverhaal aan me opbiechtte. "Kijk Bel, ik kende hem natuurlijk al, of nouja, ik wist wie hij was. Maar die middag zag ik hem echt. Zijn ogen weerspiegelden zijn karakter in plaats van die lege blik die hij meestal op zet."

Voordat ze verder kan praten heb ik haar al onderbroken en vertel ik over die middag dat Adam en ik op de begraafplaats waren, en dat hij daar zowat zijn hele levensverhaal aan me heeft opgebiecht. "Kijk Fen, ik kende hem natuurlijk al, of nouja, kennen is een groot woord, maar die middag zag ik hem echt. Toen ik in zijn ogen keek zag ik zijn karakter, ik plaats van die lege blik die hij meestal op zet."

Anabel keek aarzelend, maar toch leek ze overtuigd. "Oke dan. Je gaat erheen. Maar ik breng je en blijf op de parkeerplaats wachten." Voordat ik kon protesteren stak ze haar hand op en schudde ze wild haar hoofd. "Ik snap dat je hem graag wilt zien, maar hij heeft wel iemand gedood. En als er iets met jou gebeurt, ben ík de pineut." Ik zuchtte toen ik besefte dat ik Anabel met geen mogelijkheid kon ompraten. Ik zag de vastbesloten blik in haar ogen, als die aanwezig was kon niemand haar beslissingen meer veranderen. Ik had dus geen keus om ermee in te stemmen. 


You've reached the end of published parts.

⏰ Last updated: Sep 14, 2015 ⏰

Add this story to your Library to get notified about new parts!

DestinyWhere stories live. Discover now