Hoofdstuk 2 - pandasloffen en goudvissen

639 36 0
                                    

Ik heb het uitzonderlijke talent om de voordeur elke dag opnieuw met een enorme klap dicht te slaan. Dit zorgde bijna elke dag voor een geïrriteerde kreet vanuit de woonkamer, of een andere plek in het huis waar mijn moeder op dat moment aanwezig was. Ook nu was het weer zover. “Valerie, zachtjes!” klonk het ergens van boven. “Ik ben thuis!” riep ik terug alsof ik gek was. Snel maakte ik het mezelf gemakkelijk, oftewel: ik verruilde mijn zwarte laarsjes voor mijn pandasloffen. Mijn lange bruine krullen maakte ik vast in een rommelige knot.

Ondertussen was mijn moeder naar beneden gelopen en wierp een verwachtingsvolle blik op me. “Ging het goed?” Ik zette weer een van mijn neppe glimlachjes op. “Ja ging wel, een voldoende zit er wel in” herhaalde ik voor de tiende keer vandaag. De opluchting spatte van mijn moeders gezicht af. “Dit moeten we vieren, ik maak vanavond burrito’s.” Met dit soort zinnetjes kon je bij mij al snel bonuspunten verdienen.

Toen ik even later in de keuken stond om thee in te schenken, klonk mijn Disney-ringtone vanuit de woonkamer. De eerste paar seconden gebruikte ik het liedje om mijn beste dansmoves – ahum – te laten zien. Mijn goudvis was gelukkig het enige publiek. Daarna nam ik snel mijn telefoon op. “Met Valerie?” Het was even stil aan de andere kant van de lijn. Toen hoorde ik een gesmoorde vloek. “Shit!” Ik schoot ik de lach. “Gaat alles goed Bel?” Ik hoorde een hoop gerommel, waarna Anabel de telefoon oppakte en ik haar opeens tien keer zo hard hoorde. “Mijn potje nagellak viel om. Ik trek bij jou in, mijn moeder vermoordt me als ze ziet dat ik de eettafel geruïneerd heb.” Wat het punt was van dit gesprek, werd later pas duidelijk. “Luister, Demi vroeg of we vanavond meegingen naar die kroeg in het centrum.”

Ik zuchtte. Demi was een vriendin van Anabel. Ze kenden elkaar van de hockey, en gingen wel vaker uit samen. Demi had een jaar geleden al duidelijk gemaakt dat ze mij totaal niet mocht, door mij tegen Anabel op te zetten. Sindsdien hield ik me een beetje op de achtergrond als zij in beeld kwam. Anabel had natuurlijk niets door, haar motto was: hoe meer zielen, hoe meer vreugd. Als we met z’n drieën waren, wat eigenlijk nooit gebeurde, hield ik me vaak een beetje afwezig.

“Heeft ze gevraagd of wé meegingen, of alleen jij?” vroeg ik ietwat geamuseerd. Ik hoorde Anabel bijna denken, want het was weer een tijdje stil. “Nou ze vroeg eigenlijk of ik meeging, maar aangezien wij toch zouden afspreken kan je toch meegaan?” Eigenlijk had ik totaal geen zin. Een avondje op de bank met een boek leek me ook wel wat. “Misschien een andere keer” zeg ik aarzelend. “Oh nee, dit gaan we niet doen” zegt Anabel boos. “Je verzint al een half jaar smoesjes om er onderuit te komen, maar wanneer is er nou een betere mogelijkheid dan nu? We hebben onze examens gehaald en dat moeten we vieren. Ik haal je om tien uur op.” Voordat ik nog kon protesteren, had Anabel al opgehangen.

De laatste keer dat ik echt uit ben geweest, is inderdaad al meer dan een halfjaar geleden. Misschien dat dat juist de reden was dat ik nu nooit meer mee wilde. De gedachten aan die tijd zorgden nog altijd voor een steek op de plek van mijn hart. Ik klemde mijn handen nog steviger om de mok thee heen, zodat mijn handen pijn deden door de hitte. Ik kon er niets aan doen, dat wist ik wel, maar het verdriet was er nog steeds. Er ging geen dag voorbij zonder eraan te denken.

 Mijn gedachten werden opgeschrikt door de voordeur die met een harde klap dichtsloeg. Blijkbaar was ik niet de enige die deuren te hard dichtsloeg, mijn vijftienjarige zusje kon er ook wat van. Er klonk weer een boze roep van boven, waar Louise zich blijkbaar niets van aantrok. “Ook hallo” zeg ik, maar ze lijkt het niet eens te horen. Typisch pubergedrag, maar als we dat hardop tegen haar zeggen, is er oorlog in huis. Daarom besloot ik maar met mijn ogen te rollen en me verder te focussen op mijn nog steeds veel te hete thee. 

DestinyWhere stories live. Discover now