Hoofdstuk 19 - net als in de film

395 24 3
                                    

Ik stond letterlijk met mijn mond vol tanden. Hoe kon Levi hier zo luchtig over doen, terwijl ik bijna van mijn graatje ging van angst. "Ja, ik hou van verassingen, maar niet om opeens naar the middle of nowhere gereden te worden en daar verkracht te worden. Of erger!" Riep ik uit, want de angst die zich vanbinnen een weg naar boven had geborrelt kon ik niet meer verbergen. 

De blik van Levi veranderde binnen een fractie van een seconde van geamuseerd naar bezorgd. Hij keek me onzeker aan en probeerde mijn reactie te peilen. "Dacht je dat ik je ging verkrachten?" vroeg hij ongelovig. Ik zag de pijn in zijn ogen opdoemen en meteen schaamde ik me dood voor mijn roekeloze actie. 

Nu was ik degene die hém onzeker aankeek. "Nou.. ik weet niet. Ik ken je nog niet zo lang en deze plek is nogal.. onbewoond," zei ik aarzelend terwijl ik mijn ogen neersloeg. Ik kon mezelf wel schieten zo erg schaamde ik me. "Je hebt mezelf verteld dat je een badboy bent." Dit was oneerlijk. Het leek nu alsof ik hém de schuld gaf van mijn uiteenlopende gedachten. 

Voordat ik het doorhad, had Levi voorzichtig een hand op mijn bovenarm gelegd. Toen onze ogen elkaar kruisten, haalde hij zijn hand weg, alsof hij bang was dat ik zijn aanrakingen niet prettig vond.

Had hij dan niet door dat ik niets liever wilde? 

"Ik zou jou nooit pijn doen," mompelde Levi terwijl hij zich omdraaide en langzaam het bospad begon te volgen. "Als je wilt kan je me volgen en zal er binnen een minuut duidelijk worden waarom ik je hierheen heb gebracht," klonk zijn stem opeens verder weg. "Als je ook maar vraagt om je naar huis te rijden, zal ik dat onmiddelijk doen." Ik was niet gek. Aan zijn stem was te horen dat hij heel serieus was. Blijkbaar was hij echt geschrokken van het feit dat ik hem zojuist een verkrachter noemde. Een beetje timide, met best nog wat afstand ertussen volgde ik hem langzaam over het bospad. 

We liepen ongeveer tien minuutjes toen ik omkeek om te kijken hoe ver we het bos al in waren gegaan. Toen ik me weer omdraaide, zag ik dat Levi verdwenen was.

"Levi?" riep ik aarzelend, maar het enige antwoord dat ik kreeg was het ritselen van de bomen. 

Ik herhaalde zijn naam, wat harder dit keek, maar weer bleef het stil. De angst sloeg me opnieuw om het hart. Wat als hij me hier had achtergelaten? Ik zou hier zo verdwalen. Gelukkig bleek dat niet zo te zijn, want net op het moment dat ik zwoer gek te worden, klonk zijn stem een paar meter verderop. "Ik ben hier! Gewoon rechtdoor lopen, we zijn er bijna." 

Gewoon rechtdoor lopen? Dan zou ik dus door deze wirwar van planten heen moeten. Ik besloot maar te doen wat hij zei, met de hoop dat ik niet in een ravijn zou storten, of erger. Het bos werd steeds dichter waardoor ik steeds meer takken opzij moest duwen om vooruit te kunnen lopen. Ik voelde me net een figuur in een film, maar helaas kwamen die figuren altijd enge monsters of kwaadaardige wezens tegen op dit soort momenten. 

Toen ik ongeveer twintig meter op deze manier vooruit was gekomen, kwam ik op een open plek aan. Mijn mond viel voor de derde keer die dag open van verbazing. De schoonheid van de natuur benam me de adem en ik voelde een geluksgevoel opborrelen vanbinnen.

De open plek had ongeveer een straal van tien meter. Daar omheen stonden de bomen zo dicht op elkaar dat je van buitenaf nooit kon weten dat deze plek uberhaubt bestond. Eigenlijk was dat maar goed ook, want hierdoor was de natuur ongerept en hoorde je overal vogels tjirpen. Het gras was ongeveer een halve meter hoog, waardoor mijn blote onderbenen gekieteld werden door de grassprieten die zachtjes meedeinden op het warme zomerbriesje dat voorbij kwam waaien. Midden in het open veld zag ik wel twintig verschillende soorten bloemen. Ze groeiden gewoon in het wild, want er was niemand die ze kwaad kon doen.

"Wauw.." mompelde ik sprakeloos. Dit had ik zelfs niet durven dromen. "Ik wist helemaal niet dat dit bestond," fluisterde ik, meer tegen mezelf dan tegen Levi. Hij had het blijkbaar wel gehoord, want hij knikte langzaam. "Dat is ook de bedoeling. Ik wil dit plekje behoeden voor al het slechts dat de mens tegenwoordig met de natuur doet." Ik kreeg bijna tranen in mijn ogen. Wie had ooit gedacht dat Levi, de duistere en mysterieuze jongen, zo'n hart van goud had? 

"Sorry van wat ik in de auto zei," mompelde ik beschaamd terwijl ik mijn ogen neersloeg en aan mijn jurkje friemelde. "Dat was niet terecht, dat weet ik." Toen draaide ik rond met mijn armen wijd. "Ik had dit nooit durven dromen!" Lachte ik blij, ondertussen lopend naar het midden van het veld, richting de bloemen. 

Toen ik daar was aangekomen, slaakte ik een kreetje van verbazing en aangename verassing. Tussen alle bloemen lag een ouderwets rood-wit geblokt picknickkleed. Daarop stond een mand met allerlei lekkers erin. Ik kon mijn geluk werkelijk niet op. Mijn ogen waren zo groot als schoteltjes en ik dankte de goden voor dit moment. Wat kon er nog perfecter zijn dan dit? Ik kon werkelijk niets bedenken. 

"Bevalt het?" fluisterde de warme stem van Levi in mijn oor. Hij was achter me gaan staan en ik voelde hoe hij zijn beide handen zachtjes op mijn schouders legde. Het kippenvel verscheen vrijwel direct daarna op mijn armen, terwijl ik het totaal niet koud had. Integendeel, ik gloeide van de hete aanraking van Levi, en tegelijkertijd was het buiten ook nog warm. Ik knikte langzaam om zijn vraag te beantwoorden en deed toen een stapje naar voren, zodat ik op het kleed kon gaan zitten. 

Levi volgde snel en ik hoorde hem grinniken, waarschijnlijk omdat hij mijn grote ogen zag toen hij al het eten uitstalde. "Ik ben echt sprakeloos," zei ik terwijl ik twee bekers met vruchtensap inschonk. "Dat is niet erg," antwoordde hij terwijl hij de broodjes uit de mand pakte en er één aan mij gaf. "En het is ook niet erg dat je net verkeerde indrukken had in de auto," vervolgde hij zijn zin. Meteen voelde ik het schaamrood weer naar mijn wangen stijgen, maar Levi schudde zijn hoofd en keek me serieus aan. "Ik snap dat ik je misschien een beetje heb afgeschrikt door mijn verhalen, maar ik ben al een lange tijd bezig om te veranderen."

Ik keek op recht in zijn ogen, en geloofde hem. Anders zou hij dit nooit gedaan hebben. Daarna glimlachte ik oprecht naar hem, want dat was iets wat ik al sinds dat ik op deze mooie open plek aangekomen was wilde doen. "Dankjewel," was het enige wat ik zei voordat ik een hap van mijn broodje nam. Levi keek naar me op, pakte mijn hand en kneep er zachtjes in. Het was een lief gebaar om me op mijn gemak te stellen, en juist daarom vond ik hem alleen nog maar liever. 

De lach was de rest van de avond niet meer van mijn gezicht te halen. 

DestinyWo Geschichten leben. Entdecke jetzt