Hoofdstuk 5: Wat ben je?

102 10 2
                                    

Ik liep rond door mijn droom, mijn vingers gleden door het rode water. Het voelde wat dikker aan en tegen beter weten in stopte ik een vinger voorzichtig in mijn mond en zoog ik aan mijn vinger. Een aardbeien smaak verspreidde zich door mijn mond en ik genoot van de zoet frisse smaak in mijn mond. Ik keek op naar de lucht en de regenboog was nog steeds daar. Ik besloot naar de boom te gaan, wellicht zou ik nu eens eindelijk antwoorden krijgen op mijn vragen. Eenmaal daar zag ik het wezentje niet, ik liep om de boom heen en er gebeurde niets. Uit frustratie liet ik me zakken tegen de schors van de boom en wachtte ik. Hier diertje kwam aangelopen vanuit de richting waar ik eerder ook vandaan kwam. Ik sprong op naar wat leek een eeuwigheid en liep op het diertje af.

"Ik ben klaar voor wat antwoorden." Verklaarde ik. Het wezentje knikte en liep verder in de richting van de boom. Met zijn poot maande het me om te gaan zitten. Het sprong in de boom en klom hoger en hoger tot het een tak vond die duidelijk aan zijn voorkeur voldeed. Het wezentje plukte een blad van de boom en sprong behendig van tak naar tak en van plek naar plek tot het weer veilig op de grond stond.

"Eet dit." Het wezentje stak zijn poot uit met daarop het blad dat het zojuist geplukt had.

"Waarom?" Het wezentje bewoog zijn poot en voorzichtig nam ik het blaadje aan, al stak ik het niet in mijn mond.

"Eet het, als je het niet doet kan je lichaam de reis niet aan."

"Reis?" Vroeg ik terwijl ik het blaadje in mijn mond stak. Het blad gaf een prikkelend gevoel en ik bracht mijn hand al naar mijn mond om het blaadje er weer uit te pakken. Het wezentje hield me tegen door met zijn staart op mijn hand te slaan. Het voelde aan als een zweepslag en ik liet mijn hand snel zakken. De spanning in mijn lichaam nam toe naarmate de tijd voortkroop. Het wezentje zei niets maar bleef naar me kijken. Opeens voelde ik mijn spieren, al mijn spieren, samentrekken. Mijn hart bronsde tegen mijn ribbenkast en ademhalen was ineens een stuk moeilijker.

"Slik het blad door, nu!" Ik deed wat het wezentje zei en voelde mijn lichaam ontspannen toen ik neerviel op mijn rug. Langzaam ging ik omhoog en toen ik naar onderen keek zag ik tot mijn schrik mijn eigen lichaam liggen tussen het gras. Mijn ogen draaide wild alle kanten op, schuim liep uit mijn mond en ik vroeg me af of het diertje me zojuist had vermoord. Met alle kracht die ik in me had probeerde ik terug te gaan naar mijn lichaam, al zwemmend, duikend, rennend, mijn eigen naam schreeuwend, niets hielp. Ik keek weer terug naar mijn lichaam en zag een klein groen lichtje mijn mond binnen gaan. Op het moment dat het lichtje verdween voelde ik een kracht die aan me trok. Met een enorme snelheid werd ik naar mijn lichaam getrokken en ik sloot mijn ogen, bang voor de impact.

Ik schoot terug rechtop en veegde het schuim van mijn mond af toen mijn gezichtsveld volledig zwart werd. Ik raakte ik paniek. Ik probeerde te knipperen en het bleef zwart voor mijn ogen. Ik schreeuwde; "je hebt me blind gemaakt!"

"Rustig, je bent niet blind." Hoorde ik in mijn hoofd, het was de stem van het wezentje. Ineens zag ik het wezentje maar dan vele malen groter. Zoals ik het ken heeft het de grote van een kat en nu zag ik de aarde waar het wezentje omheen gekruld lag. Het leek bijna alsof het voor de aarde aan het zorgen was.

"Mijn naam is Marathmae, ik ben moeder aarde. De aarde is mijn creatie, die dieren en dus ook jij heb ik niet gemaakt. Jullie zijn ontstaan door de juiste invloeden in tijd en ruimte. Ik zag Marathmae huilen en de zeeën werden gecreëerd. Toen ze de aarde sloeg brak de korst open en stroomde de hete lava over het oppervlak van de aarde, dit was het moment waarop de eerste landen werden gecreëerd. Ook verschoof er een stukje land wat een bergketen creëerde in het midden van de zee. Het water maakte plaats voor de stukken land die omhoog kwamen. Marathmae ging weg en ik zag de bergtoppen bevriezen, de eerste stap naar rivieren werd hier gezet. Nadat Marathmae weer terug was smelt de sneeuw op de bergtoppen en het zoete water gaf de planten de kans om te groeien. Toen de aarde klaar was vertrok Marathmae en ik kon zien dat de aarde nu zelfredzaam genoeg was om te kunnen voortbestaan zonder Marathmae.

Onzichtbaar GeheimWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu