Hoofdstuk 16: Als een droom

18 4 2
                                    

Zoals zo vaak de laatste tijd vertoefde ik mijn tijd weer samen met mijn therapeute. Ik zakte lui onderuit op de bank terwijl ze tegenover me ging zitten met pen en papier in haar hand. Hoewel ik begreep dat ze alles moest noteren begon ik me eraan te storen dat ik nooit te horen kreeg wat ze nu over me opschreef, "mag ik eens zien wat je allemaal schrijft?" Vroeg ik haar.

"Ja natuurlijk Patricia, wil je het zelf lezen of heb je liever dat ik het je vertel?"

"Ik lees liever mee." Mijn therapeute stond op en liep op me af, ze liet zich aan mijn linkerkant op de bank zakken. De bank zakte zover door dat ik mijn evenwicht niet kon bewaren. Langzaam zakte ik naar de zijkant. Ik keek omhoog naar mijn therapeute en zij, keek mij op haar beurt geschokt aan.

"Hoe is dit mogelijk?" Ik trek me omhoog door met mijn rechterhand de leuning vast te pakken en me zo op te trekken. Mijn therapeute vraagt niets en pakt mijn linkerarm tussen haar handen. Mijn arm die zo lang geen tekenen van leven had gegeven lag trillend in haar handen. Ongebruikte spieren trilden, de inspanning van zojuist golfde nog hevig na. In het moment van omvallen bewoog mijn linkerarm als in een reflex en ving mijn lichaam op tegen de klap. Hoewel mijn therapeute er niets van begreep, was ook ik in schok van wat er zojuist was gebeurd.

Haar vingers masseerden zacht mijn arm en ook het verband haalde ze los, kijken of er onregelmatigheden waren. Het takje zit nog altijd vast in mijn huid, zoals altijd. De rode plek eromheen was wat erger geworden maar niet storend. "Er zijn geen blauwe plekken, uitstekende botten of iets dergelijks. Het lijkt erop dat je trigger geen schade heeft veroorzaakt. Daar zal je vast en zeker blij mee zijn Patrica. Wat ik nu eigenlijk wil doen is een doctor laten komen zodat zij even naar je arm kunnen kijken. Vanuit daar kunnen we dan een vervolg plan opstellen. Hoe klinkt dit voor je?" Te beduusd knik ik en mijn therapeute staat op om een telefoontje te plegen. Terwijl zij aan het bellen is komen de woorden die ze tegen de hoorn zegt niet bij me binnen. Het is een warboel in mijn hoofd en woorden van anderen maken het er niet beter op. Als in een droom laat ik me verder in de bank zakken, het zachte stof voel ik niet eens meer. Eigenlijk voel ik helemaal niets. De hele wereld met al zijn gebeurtenissen trekt als een waas langs me heen.

De deur van de ruimte gaat open, ik weet het zeker maar het geluid klinkt zover weg. Ik neem de moeite niet om op te kijken. De hand die mijn arm aanraakt is alsof de wind langs mijn huid strijkt, het is er maar als je er niet op let dan ben je het ook zo weer vergeten. Een kneepje deze keer maar mijn hersens lijken de signalen van aanraking niet te herkennen. Met ogen die verder kijken dan de saaie vierkante ruimte waarin ik me bevind, staar ik in het luchtledige. Ik zou moeten knipperen, mijn ogen voelen zo droog aan maar waarom zou ik? Waarom de moeite nemen? "...ricia" wat is een ricia denk ik bij mezelf. Een hand verschijnt voor mijn ogen, onbewust weet ik dat het een hand is maar zien doe ik het niet. Het is niet meer dan een rozige vlek die lichtjes beweegt. Het geluid van het knippen van zijn vingers hoor ik niet eens. "Zou ze een shock hebben gekregen?"

"Ik weet het niet," de man in de witte doctorsjas staat naar het jonge meisje te kijken die met open gesperde ogen in de bank verzonken ligt, "laten we hopen van niet." Hij legt zijn handen op haar schouders en schud haar zachtjes maar steeds sneller door elkaar. "Tijd om wakker te worden jongedame."

Een gezicht staat voor mijn beeld, waar is dat wit gebleven? Zijn handen oefenen lichte druk uit op mijn schouders maar ik wil het niet voelen. Langzaam en voorzichtig voel ik mijn lichaam schudden. Alles wat is zie is een wirwar van snel opeenvolgende beelden en ergens zorgt het voor een misselijkmakend gevoel in mijn lichaam. De focus komt langzaam terug in mijn ogen en verbaasd begin ik te knipperen. Mijn ogen voelen na die paar keer knipperen gehydrateerd aan en wazige beelden beginnen lijnen te krijgen. Kleuren blijven op de plek waar ze horen en vloeien niet over in de volgende kleur. Eventjes pers ik mijn lippen op elkaar als ik probeer mijn hoofd stil te houden, langzaam neemt het schudden af en ga ik rechterop zitten. "Wat is er aan de hand?" Vraag ik beduusd aan de vreemdeling die op zijn knieën voor de bank zit, "wie bent u eigenlijk?"

Onzichtbaar GeheimKde žijí příběhy. Začni objevovat