Hoofdstuk 17: Doodstil

28 5 2
                                    

Gymles, sinds mijn gebroken arm heb ik geen gym meer gedaan en nu mijn arm steeds beter begint te werken begin in zin te krijgen in gym. Ik verbaas mezelf met mijn gedachtegang want ik heb nooit van gym gehouden. Totdat ik er goed in werd in ieder geval.

"Patricia, ik hoorde dat je arm weer een beetje kan bewegen. Goed voor je meidje! Dan kun je vast weer gymmen."

"Dankjewel meneer." De stilte tussen ons is vrij ongemakkelijk tot ik mijn keel schraap. "Denk je dat het verstandig is als ik mee doe? Wat als..."

Mijn gymleraar onderbreekt me midden in de zin, "sporten is gezond meidje. Natuurlijk kan het geen kwaad! Je rent maar mee rondom en dan zien we van daaruit wel verder. We gaan namelijk trefbal doen vandaag en ik kan me voorstellen dat je dat liever niet doet."

"Uh, als jij het zegt meneer."

"Jup, dat zeg ik. Nu, aansluiten bij de rest, we gaan beginnen."

Kim raakt me aan als ik naast haar ga staan, "sinds wanneer is die zo aardig geworden? Normaal schreeuwt hij alleen maar." Ze grinnikt zachtjes naast me, "het is de eerste keer dat zijn aderen eens niet uit zijn lijf willen springen."

Ik lach zachtjes, "vergeet zijn eeuwig rode hoofd niet." Kim doet met me mee terwijl we beide onze monden bedekken om het lachen te verdoezelen.

"Meidjes en Jonges, NU!" buldert zijn stem door het lokaal. Als een pijl uit de boog beginnen we de lijnen te volgen waarvan de rest iedere kromming en vervaging wel moet kennen. Als vanouds ren ik achteraan, deze keer niet omdat ik het tempo niet bij kan houden maar meer voor de zekerheid. Mijn klasgenoten rennen voor me, sommige hijgen als een paard en anderen rennen alsof ze dit dagelijks doen.

De rondjes blijven maar voortduren, onze gymleraar staat naast de kant commando's uit te delen. Sommige van mijn klasgenoten zijn vaart gaan minderen terwijl anderen onvermoeid door rennen. Ik houd weer wat afstand tussen mij en mijn voorligger en het tempo ligt nu zo laag dat ik bijna lopend nog sneller ben. Onbewust vraag ik me af of ik haar niet gewoon moet inhalen. Nog niet, misschien later. Ze is één van de mensen waarmee ik pauze heb gevierd. Slierten nat haar plakken tegen haar gezicht. Met een krachteloze arm veegt ze de druppels zweet van haar voorhoofd. Een andere arm heeft ze stevig in haar zij gedrukt en de kracht rimpelt haar gymshirt.

Volledig in gedachte ren ik verder, ik geniet hier zo van dat ik me onverhoopt afvraag of ik niet mee kan doen met trefbal. Met mijn gedachten naar binnen gekeerd merkte ik niet op dat het meisje voor me was gestopt en met haar handen op haar knieën stond uit te hijgen. Ik loop op een redelijk tempo tegen haar aan waardoor ze op de grond valt. Bij gebrek aan plaats om mijn voeten neer te zetten tuimel ik over haar heen en val ik pijnlijk op de grond.

Nog voordat ik ook maar iets doorhad kwamen er van alle kanten mensen aangerend. Het meisje en ik lagen in een wirwar van ledenmaten op de grond. Iemand greep me bij de arm en tilde me op, een paar stappen verderop werd ik weer op de grond gezet. Met mijn goede arm greep ik mijn slappe linkerarm vast, de huid rondom het takje brandde zo erg dat mijn huid wel leek te scheuren. Al snel merkte ik dat de aandacht niet meer op mij gericht was maar op iets anders. Iedereen stond om het meisje heen en hadden een verschrikte uitdrukking op hun gezicht.

"Bel de ambulance, zeg dat iemand neer is gevallen. Ze is niet bij bewustzijn, heeft een zwakke pols," zegt onze leraar terwijl hij volgens procedure de handelingen uitvoert. "ze reageert niet en haar ademhaling is oppervlakkig."

Een van mijn klasgenoten was zijn telefoon gaan halen en briefde alles door aan de ambulance. "Ze zeggen dat u moet reanimeren, ze zijn al onderweg."

Onze gymleraar zat op zijn knieën op de grond naast haar. Hij had een gespannen manier van kijken en bracht langzaam zijn gezicht naar mijn klasgenootje. Zijn lippen omsluiten de hare terwijl hij in haar neus knijpt. Hij blaast wat van zijn levenslucht in haar. Ze ligt er maar, doodstil, er is ook geen geluid hoorbaar. Iedereen houd zijn of haar adem in. De leraar komt weer omhoog neemt zelf een flinke teug lucht en buigt zich weer over haar heen. Daarna legt hij zijn handen op haar borst en stoot mijn zijn gewicht zijn handen naar beneden. Het breken van een bot of twee vult de ruimte.

Mijn klasgenoten met een zwakker hart draaien weg, handen voor hun mond geslagen. Anderen huilen zonder ook maar een geluid te maken. Hun tranen rollen over hun wangen, ogen rood van het verdriet. Zij weten het al, een vriendin, maatje, misschien wel geliefde wordt weggerukt uit het leven. Onze gymleraar is nog altijd bezig met reanimeren maar ook hij beseft dat het niet meer gaat lukken. De minuten tikken langzaam voorbij, voor ons allemaal lijken het wel uren. Ik zak op de grond en kijk vanaf een afstandje naar het hele tafereel. Schuldgevoel spoelt als een golf over me heen en ik buig mijn hoofd.

De deuren vliegen open en iedereen kijkt verschrikt op. "Aan de kant allemaal, laat ons erbij!" De mannen banen zich een weg door de leerlingen om zo bij het slachtoffer te kunnen komen. De voorste man heeft een geel draagbaar apparaat bij en klapt deze open terwijl een ander het reanimeren overneemt. Instructies van wat er gedaan moet worden komen uit het gele apparaat. De vrouwelijke rustige stem klinkt misplaatst. Met een schaar word haar shirt door midden geknipt en er word iets tegen haar lichaam gedrukt. Het gele apparaat telt af en het ambulance personeel neemt een beetje afstand. Het jonge lichaam van het meisje schokt en komt even los van de grond. Er wordt scherp ingeademd om me heen, de blik van een vriendin die een schok krijgt is niet iets wat je wil zien.

Het ambulance personeel blijft tot drie keer toe een schok geven, na iedere keer word haar pols gecontroleerd maar niets wil baten. Een van de mannen kijkt onze leraar aan en schud zijn hoofd. "Tijdstip van overlijden 15.57," het was bijna een teken want op dat moment beginnen klasgenoten luidkeels te huilen, ze pakken elkaar vast om troost te vinden. Eén van het ambulance personeel neemt mijn leraar apart om informatie in te winnen. De man die eerder de gele EPG vast had gehad liep op ons af en condoleerde ons met ons verlies. Hij vroeg of hij iemand kon helpen, met therapie, een goed gesprek of simpelweg wat te drinken. Geen van ons reageerde en hij zei ons naar de aula te gaan en daar te wachten.

Als een stoet rouwenden lopen we naar de aula. Ons zware aura legt buitenstaanders het stilzwijgen op. Een enkeling komt op ons afgelopen om te vragen wat er aan de hand is. Toen er niemand reageerde liepen ze verslagen weer weg. Chelsea maakt zich los van de groep, pakt me bij de arm en sleept me mee. Eenmaal in een rustig hoekje draait ze me naar zich toe. Haar ogen staan ijzig en een rilling loopt via mijn ruggenwervel naar beneden. Wat wil ze van me? "Wat heb je met haar gedaan?"

"Hoezo wat heb je met haar gedaan? Ik ben alleen maar tegen haar aangebotst, dat heb je toch gezien."

"Ik geloof niet dat 'tegen haar aanbotsen' het enige is wat je hebt gedaan. Dus, wat heb je gedaan Patricia. Ik zweer het, ik krijg de waarheid wel uit je!"

"What the... waar heb je het over?" Ik heb werkelijk waar geen idee waar ze het over heeft, terwijl ze mij alleen maar boos aan staat te staren.

"Ik weet zeker en dan bedoel ik 100% zeker dat jij iets met haar dood te maken hebt." Tot mijn grote komt Daniël ook onze kant op en pakt Chelsea's hand vast die ze nog steeds om mijn arm heeft geklemd.

"Chelsea, ik geloof niet dat ze iets met de dood van Kirsten te maken heeft." Ik kijk hem dankbaar aan.

"Je zag toch wat er gebeurde? Hoe kan je zoiets zeggen?"

"Je weet toch dat ik in haar gedachtes heb gekeken. Toen ik dat deed merkte ik niets van vijandigheid op."

"Maar... Kirsten is dood en dat is haar schuld!" zegt ze terwijl ze een beschuldigende vinger in mijn richting priemt.

"Patricia, ze heeft geen greintje kwaad in zich. Toen ik voor haar geestesoog verscheen streek ze haar uit mijn gezicht. Mijn kracht laat iemand datgene doen wat hij of zij diep vanbinnen wil doen. Als ze me kwaad had willen doen had ze me wel gewurgd ofzo maar dat deed ze niet."

"Vind je haar leuk ofzo? Je verdedigd haar zo fel! Je moet wel objectief kunnen zijn als jij je taken wil voortzetten." Blies ze fel.

"Taken voortzetten? Wat bedoel je daarmee Chelsea?" De twee kijken me geschokt aan, zich nu pas realiserend dat ik er ook nog ben. 

Onzichtbaar GeheimWhere stories live. Discover now