Hoofdstuk 24

5.1K 218 18
                                    

Van een afstand zag ik Jaden al zitten op het bankje waar we hadden afgesproken. Ik kwam steeds dichter bij en ik had het idee dat mijn hart uit mijn borst ging springen. Ik was zo bang voor dit gesprek. 

Hij stond op toen hij me zag. Ik wist niet of ik weg moest kijken of hem gewoon moest aankijken. Hij trok me in een knuffel. Ik voelde me zo ongemakkelijk en tegelijkertijd als of alle stress van mijn schouders viel. Zijn geur, wat helemaal in het vest van hem was getrokken, was een aangename geur in mijn neus. Ik trok me terug en betrapte een paar tranen op het lopen over mijn wangen. 

Ik veegde ze snel weg met de mouwen van mijn trui. Ik ging op het bankje zitten en durfde hem niet aan te kijken in zijn ogen. 

"Hanna" Zijn stem was zacht met een ruw randje. Alsof hij ieder moment in tranen kon uitbarsten. Ik keek hem voorzichtig aan en zag dat er inderdaad tranen in zijn ogen stonden. 

Beide wisten we niet wat we moesten zeggen. "Het spijt me dat ik je zo veel pijn heb gedaan" Ik keek niet naar hem, maar naar mijn handen. "Ik heb veel gepraat met mijn psycholoog over jou" Een langzame traan liep over mijn wang.

"We zijn erachter gekomen dat ik door mijn ouders last had van verlatingsangst. Ik was zo bang dat jij me ging verlaten, of me zou vervangen omdat je zo ver weg zat dat ik bang werd, zonder het echt door te hebben. Ik dacht als ik je nou verlaat scheelt het ons beide, vooral mij veel pijn" 

Meer tranen bleven komen. "Ik was denk ik bang dat we net zoals mijn ouders nog maar gedwongen samen zouden zijn" Ik keek op naar hem. "Weet je wat veel pijn zou hebben gescheeld, als je gewoon als een normaal persoon in een relatie met me over die dingen zou praten. Blijkbaar wisten een hoop mensen dat het slecht met je ging, maar dat moet ik via via horen." 

Hij knikte. "Het spijt me" Ik stond op en ging met mijn rug naar hem toe staan. Ik liep naar een boom en leunde er tegen aan. Ik begon hard te huilen en probeerde mijn gedachtes op een rijtje te krijgen. 

"Hanna, alsjeblieft zeg iets" Ik draaide me ruw om. "Wat verwacht je van me? Dat ik zeg dat het allemaal niet uit maakt, dat ik er oké mee ben?" Hij schudde zijn hoofd. "Praat met me" 

"PRAAT MET ME?!" ik begon spottend te lachen door mijn tranen. "Je verwacht toch niet werkelijk dat ik met je zomaar over al mijn gevoelens ga praten alsof het niks is? Jij kon het ook niet dus je moet niet van mij verwachten dat ik dat wel doe" 

Hij knikte. Ik keek even de andere kant op. 

"Je bent belangrijk in mijn leven, Hanna" Ik beet op mijn lip. "Jij was mijn leven. Ik heb lang na zitten denken of ik je nog een kans moest geven, of je achter moest laten. Ik heb zo vaak op het punt te staan om je te bellen en je gewoon te vertellen dat het niet uit maakt allemaal. Maar dat is niet zo! Het maakt wel allemaal uit!" 

"Hanna..." "Nee! ik ben nu aan de beurt. Ik was zo gelukkig met je. Eindelijk waren we gelukkig samen en ik dacht dat het zo perfect tussen ons ging. Toen dumpte je me uit het niets! Natuurlijk was is er kapot van. Maar dat was het punt dat je mij verloor." 

Ik haalde diep adem en ging verder. "Ik gaf je nog een laatste keuze. Ik snap dat je het moeilijk had met je ouders, maar jij weet niet hoe het is om daardoor buitengesloten geworden van je gevoelens. Ik wilde er voor je zijn maar je sloot me buiten en opeens was ik niet langer goed genoeg. Je hebt me gebroken toen ik het niet zag aankomen." 

Hij knikte alleen... 

"Ik ben klaar met deze onzin! Ik ben klaar met dit! Ik wil verder, dus ga ik dat ook doen. En dit was de druppel te veel. Ik wil niet meer, Jaden. Het wordt me te veel om iedere keer weer ergens om te zitten huilen." 

Hij keek naar zijn handen. "Hou je nog van me?" Ik haalde mijn schouders op. "Een deel van mij zal altijd van jou blijven houden, maar aan de andere kant, ik hou niet meer genoeg van je om ook deze keer achter me te laten en je nog een kans te geven. Ik kan het niet meer" 

Hij stond op. "Dat is duidelijk" 

Ik keek hem aan. "Ik hoop echt dat we ooit op een dag als vrienden door één deur kunnen. Maar ik zie dat voorlopig nog niet gebeuren." Ik keek hem aan. "Ik snap het" Ik keek de straat in en zag mensen wegduiken alsof ze ons aan het bespioneren waren. 

"Kan ik je nog wel bellen?" Vroeg hij onzeker. Ik knikte. "Maar geef me alsjeblieft wel de tijd en ruimte die ik nodig heb" Hij knikte. "Is goed" Hij trok me in een knuffel en tranen bleven van mijn wangen vallen. 

"Ik ga maar eens mijn spullen halen en naar huis" Hij knikte. "Moet ik je brengen" Ik schudde mijn hoofd. "Ik ben liever even alleen..." 



My Brother's Best Friend 2Where stories live. Discover now