Hoofdstuk 14: A dream come true.

32 6 6
                                    

Ik laat een diepe zucht uit mijn mond vallen. "Ik ga jou ook missen." opeens kruipt hij langs mij en omhelst hij mij, met zijn knieën zat hij voor mij. Leunend over mij heen, ik leg mijn armen om hem heen. Hij is anders dan mijn andere vrienden. Hij was anders. Nu zwaai ik hem na terwijl ik daarna aan mijn hand wordt getrokken door mijn moeder, ik stap een taxi in. Ondertussen stopt de chauffeur onze bagage in de kofferbak. Ik kijk door het achterraam waar ik naar hem zwaai, opeens worden mijn ogen waterig. Steeds meer, totdat ik hem niet meer kon zien. Ik probeer ze weg te halen, in een flits zie ik hem daar staan. Terwijl tranen om zijn wangen heenlopen, maar de auto ging te snel. Ik ga hem nooit meer zien. Ik begin te tranen in de auto, mijn moeder kijkt om van haar stoel en trekt haar hand door mijn haren. "Je maakt heus wel nieuwe vrienden waar wij gaan wonen." Even echo't die laatste zin door mijn hoofd. Mijn gehuil wordt luider, opeens schrik ik wakker. Ik kijk naar de tijd, het is pas 3 uur. Ik sluit mijn ogen weer en probeer verder te slapen, alsnog lukt dat even niet. Hoe heette hij ook al weer ik kan hem niet vergeten. Toen bedacht ik opeens wat, ik heb nog allerlei oude spullen meegenomen tijdens de verhuizing! Misschien zit daar mijn vriendenboekje in! Een paar jaar geleden had ik die, het was een trend om al je vrienden daar in te hebben. Ik trek mijn la open en begin te graven, daar ligt het niet. Ik ga door not wat laatjes heen en ja hoor! Mijn vriendenboekje, mijn hart begint te bonzen van enthousiasme. Ik maak hem open en ga door wat vrienden heen, het was mij duidelijk dat deze mensen niet de mensen zijn waarvoor ik zoek. Het boek was erg beschadigt, sommige pagina's waren er zelfs uit. Misschien is dit hem. Ik lees het nauwkeurig door, Nee. Ik kijk verder. Ik kan hem niet vinden. zuchtend gooi ik het boek door mijn kamer, daarna doe ik het licht uit en sluit ik mijn ogen. Ik zal het nooit weten... Uiteindelijk val ik inslaap.

Weer een typisch saai 1e uur school. Er gebeurt hier nooit wat nieuws, het enige nieuwe zijn sommige nieuwe leerlingen. Maar dat kan mij in principe niet veel schelen. Ik was inmiddels al te laat omdat ik mij verslapen had, erg jammer. De docent heeft mij hier lekker mee op de vingers getikt, tijdens het werken doet de docent een absenten check. "Amber." zegt de docent, "Ja." hoor ik meteen. "Sander." "Ja." zo ging het een tijdje door. "Sam." Wacht  "Ja." meteen kijk ik de richting op van de leerling die ja zei. Ik zie een jongen zitten, hij is best lang. Redelijk gebouwd en ziet er sportief uit. Ik zie hem zitten in een vest, met zijn blonde haren. Hij lijkt wel erg bekend. Opeens kijkt hij terug, ik kijk meteen weg van schaamte. Meteen doe ik alsof ik afgeleid ben in mijn boek. Ohja, hij heette Sam! Tja maar dit is hem toch niet.

De pauze breekt aan, ik ben een van de eersten die in de kantine gaat zitten. Wij mochten eerder weg, Mark en Hans heb ik nog niet gezien. Rustig kijk ik door mijn telefoon, opeens hoor ik een stem naar mij toekomen. "Hey, Bram." Ik kijk op, het is die blonde jongen. "Hoe ken jij mijn naam?" vraag ik meteen. Sam begint te lachen "Herinner je mij niet?" die lach komt mij bekend voor, zijn gezicht. Alles, hij komt naast mij zitten. "Ik zou je voor eeuwen nu omhelzen maar ik weet niet of je daar comfortabel mee bent op school." zegt hij rustig. "Eh-." zeg ik kortaf, ik ben sprakeloos. Dat is hem. Wat doet hij hier? "Ben je hier naartoe verhuisd?" vraag ik verbaasd. "Toevallig wel ja, blijkt dat m'n vader hier komt voor werk of zo, dus hij wilde dichterbij wonen." zegt hij. "Hoe wist jij dat ik het was?" zeg ik verbaasd. "Ik wist het niet, ik wist wel dat je ongeveer hier woonde in Nederland, maar niet waar. In onze tijd waren er nog geen mobieltjes jammer genoeg." zegt hij lachend. Zijn stem klinkt diep, maar vrolijk. "Gaat het met je? Je bent een beetje stil." Ik kijk hem nu aan, ik zie duidelijk dingen van vroeger terug in zijn gezicht. "Oh, sorry." zeg ik terwijl ik naar het plafond en overal door de kantine heen kijk. "Vroeger was je niet zo verlegen." "Nee dat is het niet, ik sta gewoon even perplex." zeg ik met een hoger stemmetje. Ik had dit nooit zien aankomen, natuurlijk miste ik hem. Maar dit is gewoon zo ongelofelijk onverwachts. "Ik wist eerst niet zeker of jij het was." begint Sam opeens. "Oh." zeg ik kort. "Ik zit al een tijdje in je les." "Oh." zeg ik weer. Opeens slaat hij een arm om mij heen en legt hij zijn hoofd op mijn schouder. Ik krijg kippenvel, dit voelt zo echt. Is dit een droom?  "Ik heb je gemist." zeg ik rustig. "Ik jou ook, ik weet nog... Laat maar." zegt Sam kort voordat hij zichzelf onderbreekt. "Ja..." zeg ik rustig. Ondertussen komen de leerlingen binnen stromen nadat de bel gaat, de pauze is begonnen. Sam neemt weer zijn afstand en Mark en Hans komen naar mij toe. "Wie is dit dan?" vragen ze in koor. "Dit is Sam." zeg ik knikkend.

De schooldag is over en ik loop richting mijn fiets, opeens word ik van achter omhelst. Ik begin in shock te raken maar kom even niet uit de grip voordat ik eruit ontsnap. Als ik mij omdraai zie ik Sam. "Oh, hey." zeg ik rustig. "Krijg ik geen knuffel van je? Zoals vroeger." vraagt Sam lachend. Ik trek mijn wenkbrauwen op. We deden dat ook vroeger denk ik?  Ik besluit om hem te omhelzen, maar even laat hij mij niet los. "Ik heb je ongelofelijk erg gemist." fluistert Sam. "Ik ook." zeg ik zacht, daarna geef ik hem zachte duwtjes om te gebaren dat hij van mij los moet laten. Daarna fiets ik naar huis, hij is er weer. Sam is er weer.

'Tot ik neerval'Where stories live. Discover now