Hoofdstuk 12

29 1 0
                                    

Het was al donker, misschien wel bijna 21:00. Emily liep over het terrein en keek eens goed om haar heen. "Jongens!" Fluisterde ze in het donker. Er kwamen een paar hoofdjes op uit de struiken. "Jha?!" Fluisterden die terug. "Wat is er aan de-" toen hoorde ze een luide gil. Ze dook mee de bossen in en keek naar de boom waar uit de ondergrondse doorgang een figuur kwam aanhollen. "Wat hebben jullie-" kwam er nu uit, maar al wat de jongens deden was lachen. Toen hoorden ze een luide brul. "Kom op!" Zei James en hij veranderde in een hert. De rest volgden zijn voorbeeld en liepen toen achter hem aan. Emily was op Sirius' rug gekropen zodat ze niet hoofde te wandelen. De grote hond wandelde rustig verder tot er een boze kop uit de doorgang kwam piepen. "Remus..." begon Emily, maar ze was al te laat. De weerwolf was bruut, gevaarlijk en stormde recht op haar en Sirius af. In een ruk gooide Sirius haar van zijn rug, terug de bosjes in, toen dook hij op de grote weerwolf af en duwde hem op de grond. Emily stond recht en keek het schouwspel aan. De weerwolf tegen de hond, het hert en de rat. James trapte met zijn hoeven en Sirius probeerde zijn nek vast te krijgen zodat hij niet meer weg kon, ondertussen probeerde Peter met al zijn kracht hem tegen te houden naar Emily te lopen, wat mislukte. Even zag ze Sirius in mens-vorm en hoorde: "EMILY!! LOPEN!!!!" Emily rende zo snel ze kon en liep het bos in. Daar probeerde ze de beste verstop plaats te zoeken. Na een paar minuten hoorde ze voetstappen, en een huil. Ze rende. Probeerde haar adem in bedwang te houden. Vluchtte. Rende. Sneller. Kwam aan een grote open plek en... struikelde. Ze voelde de weerwolf dichter en dichter komen en bereidde zich voor op een grote hap in haar lichaam, maar die kwam niet. Een donker figuur sprong over haar heen en hield de weerwolf op afstand. Ze kon niet bewegen. Er kwam een huil uit de zwarte figuur die over haar was gesprongen. "SIRIUS!" Gilde ze en stond op, maar werd meteen weer op de grond gedrukt door de weerwolf. Ze sloot haar ogen en dacht: "Verander toch VERDOMME!!" Ze gilde de toverspreuk die ze van James had geleerd: "Het is nu of nooit! AMATO ANIMO ANIMATO ANIMAGUS!" Nog geen twee tellen later stond ze op haar vier pootjes recht en trippelde ze snel onder het weerwolven gestalte vandaan. Die vanaf het moment dat hij door had dat ze weg was, achter haar aan kwam. Ze rende richting een boom en sprong opzij zodat de weerwolf er met zijn volle snuit opbotste. Zo deed ze dat nog drie keer en de weerwolf was stil. Ze trippelde naar de hond die tegen een boom lag en duwde met haar hoofdje tegen dat van hem. Hij veranderde terug in Sirius die haar trots aankeek. "Ik wist het wel!" Kreunde hij. Emily transformeerde terug in haar mensen-gedaante en legde een arm om zijn middel. "Je moet naar de ziekenzaal!" Stond daarbij op en trok hem overeind. "Wat gaan we met Remus doen?" Vroeg hij. "Ik ga alles tegen Perkamentus zeggen en hij zal wel weten wat hij moet doen.", "Zeg niet dat we faunaten zijn!" Gierde Sirius. "Nee, nee!" Was de reactie.


Vinden jullie het nog een beetje interessant?😅
xx Ayla

Emily Jones - A Hogwarts-story (Dutch)Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu