Going Under

1.4K 33 18
                                    

22. Going Under

De laatste twee uren waren afgrijselijk.

Ik nam de moeite niet om weg te vluchten, want ik besefte dat ik hier met de duivel zelf te maken had, en die haalde me vast gemakkelijk weer in. Het was allemaal zinloos.

Het ergste was dat ik door niemand gestoord werd in mijn gedachtegang. Ik wilde gevoelloos zijn, ik wilde de tijd niet hebben om na te kunnen denken. Het wachten maakte me gek.

Ik had nu dus lang genoeg de tijd om na te denken over wat er zou gebeuren met me. Ik voelde me bijzonder vreemd.

Het lijkt misschien heel fijn om te weten wanneer je dood zult gaan, maar dat is het niet. Je kunt je niet voorbereiden op dat vreemde besef dat je er over een paar uur niet meer bent, dat je geen afscheid kan nemen van diegenen van wie je houdt.

Ze zijn onbereikbaar voor me, en ik voel hoe ik langzaam in stukken breek.

Ik had altijd gehoopt dat ik rustig zou sterven, oud en wijs, omringt door de mensen die ik liefheb. Zonder pijn, zonder verdriet. Mijn familie zou kort rouwen, en daarna verder gaan met het leven. Ik zou een fijne herinnering zijn voor hen allen.

Nu kon ik alleen maar hopen dat mijn einde snel zou zijn, en niet al te pijnlijk. Ik verwachtte van dat laatste niet al te veel.

De duivel leek mij geen barmhartig persoon.

De tijd tikte voorbij, langzaam en snel tegelijk, en voor ik het wist was het rumoer in het kamp onverdraaglijk geworden. Ik stond trillend op, en veegde een paar losse plukjes haar uit mijn gezicht. Ik vloekte zachtjes toen mijn arm pijnlijk begon te kloppen.

Ik was haast vergeten dat ik was gebeten door een van die wolven! Het bloedde niet echt, maar het prikte vervelend, en ik was bang dat ik een infectie zou krijgen. Ook mijn hoofd deed zeer, en ik voelde me geradbraakt. Ik wilde wakker worden uit deze nachtmerrie.

Een commotie aan mijn linkerkant deed me die richting op kijken. Ik zag hoe er een pad gevormd werd en iedereen opzij ging.

'Stevie...' ik sprong haast een gat in de lucht toen Abigor plots naast me stond. Hij boog zich naar me toe, en in zijn grijze ogen stond spijt te lezen.

'Succes. Ik... wilde je zeggen dat ik spijt heb, dat ik geen keuze had. Ik vind je een geweldig persoon, en …' hij schudde zijn hoofd, en zweeg.

Ik knipperde met mijn ogen, verward. Dacht hij terug aan de tijd dat het gewoon Nick en Stevie was, het vreemde stel dat haast altijd te vinden was in de game arcades van de stad? Ik sloot even mijn ogen, en schudde mijn hoofd.

Nooit meer.

Hij was even snel weg als hij gekomen was.

Ik rechtte mijn rug in een poging tot moediger over komen, maar mijn handen trilden. Ik kon mijn kin niet omhoog krijgen, hoe graag ik het ook wilde. Ik staarde naar de neuzen van mijn schoenen, wetend dat mijn einde dichterbij kwam met iedere klop van mijn hart.

'Waar is ze?' vroeg iemand, zacht en rustig. Totaal niet angstaanjagend.

Ik wilde niet opkijken, maar mijn blik werd naar de eigenaar van die stem getrokken. Ik zag hem niet, want de groep van mensen die langzaam dichterbij kwam, ontnam me het zicht. Ik besloot antwoord te geven.

'Hier' mompelde ik. Waarschijnlijk hoorde die persoon me niet eens.

'Hmm' mompelde de stem, opeens vrij dichtbij klinkend.

Ik hield mijn adem in.

Mijn einde zag er vreemd gecollecteerd uit. Een man van ongeveer 25 stond 5 meter van mij af, en keek me rustig aan. Hij had zulk licht haar dat het wit was, en zijn ogen waren staalgrijs.

Angels fall firstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu