Imaginary

1.3K 39 33
                                    

Imaginary

Hij liep heen en weer, diep in een gedachtegang die ieder levend wezen, afgezien van de duivel zelf, in het duister liet. Hij bevond zich in dezelfde steenachtige ruimte waar hij het nieuws over Michaëls val had gehoord. De emoties die de lucht toen en nu deden knetteren waren complete tegenpolen van elkaar. Euforie en verbijsterd verdriet.

Hij was alleen, met slechts een enkele toorts om de ruimte te verlichten. Hij tastte letterlijk en figuurlijk in het duister.

Hij was in de war. Hij snapte totaal niet wat er precies aan de hand was.

Waarom leek ze zoveel op Rebecca? Zijn Rebecca?!

Hij herkende zijn geliefde in het meisje. Sarah. Niet meer dan logisch, het meisje was nota bene Rebecca's dochter.

Haar dochter.

Hij sloeg zijn handen voor zijn gezicht, compleet van de kaart. Iets binnenin hem bonsde tegen de muren van zijn mentale fort, maar Satan gaf niet toe. Hij kon het niet veroorloven om op dit cruciale tijdstip in te storten.

Alle gesprekken tussen Rebecca en hij lagen nog vers in zijn geheugen, alsof het gisteren was dat ze voor het laatst met elkaar spraken, terwijl het in werkelijkheid haast 17 jaar geleden was.

De eerste keer dat hij haar zag, was 20 jaar geleden, 's winters, 's avonds laat. Hij had net een klein akkefietje gehad met Michaël, en was op weg naar een van de gemakkelijkere doorgangen naar de onderwereld. Michaël had zich weer eens bemoeit met een van zijn gevallen broeders die een jong meisje probeerde te verleiden tot moord. Zelfmoord. Die omhoog gevallen idioot van een aartsengel stak zijn neus in zaken waar hij zich niet mee hoorde te bemoeien!

Uiteindelijk had Michaël het meisje onder zijn bescherming geplaatst en haar geheugen gewist, tot razernij van de gevallen engel die het akkefietje had veroorzaakt. De duivel wist nog niet zeker welke straf zijn onderdaan te wachten stond.

Ondanks dat de duivel geen last had van de kou, trok hij de kraag van zijn chique jasje omhoog tegen de ijzige wind. En toen zag hij haar. Beter gezegd, hoorde hij haar.

Een hartverscheurende gil, en dronken gelach. Hij was niet bijster geïnteresseerd, hij was immers de kwaadaardigheid zelf.

Wat hem die ene avond had bewogen om te kijken, was Satan nog steeds onbekend.

Zodra hij Rebecca zag, was hij verloren. Een blik op haar staat, haar gescheurde kleding en de dronken man die haar betastte terwijl ze worstelde tegen de greep van de ander, meer was er niet nodig om hem te doen uitbarsten.

'Blijf van haar af!' hij verhief zijn stem, net niet luid genoeg om geen ongewenste attentie te krijgen.

De dronken mannen keken op, en hij wist precies waarom. Satan had lang geleden al ontdekt hij hoe door middel van zijn aura angst kon verspreiden onder de sterfelijken. Ze waren onder de indruk, voelden zich onaangenaam worden. Misselijk, draaierig. Angstig.

'Pfft. En wie denk jij wel niet dat je bent?' mompelde een van de dronkenlappen met dubbele tong en wat lef.

Maar de duivel kon zijn blik niet van het meisje dat op de grond lag weg trekken. Ze keek naar hem op met die warme bruine bambi ogen, alsof hij haar enige hoop was. Ze moest eens weten...

Hij wilde haar enige hoop zijn.

'Opdonderen stelletje idioten, voordat je het uitvindt' mompelde hij, nimmer het oogcontact verbrekend met het mooiste meisje van de wereld.

Angels fall firstWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu