004

2.1K 121 1
                                    

Als ik goed kijk zie ik het meisje staan waarmee anass uit eten ging.

Ik blijf een tijdje naar haar staren en herstel mezelf als ze zich omdraait en me vreemd aankijkt.

Snel pak ik een random shirt en bekijk die alsof ik er naar geïntegreerd ben.

"Zal ik deze halen?" Vraag ik aan omayra terwijl ik via mijn ooghoeken het meisje bekijk.

Ze is erg mooi. nu begrijp ik waarom anass met haar uit eten is gegaan.

"Uhm mevrouwtje dit is maat xxl" zegt omayra met een palm face.

Ik leg beschaamd de shirt terug en loop een rondje. Telkens waneer ik richting het meisje toe loop loopt ze van me weg.

Is ze bang voor mij ofzo

Ik zucht diep en bekijk wat schoenen. Ik moet mijn tijd niet zo verdoen. Ik heb genoeg te doen.

"Ben je klaar?" Vraag ik aan omayra die met haar tas naar me toe komt gelopen.

Ze knikt en trekt me de h&m uit. We lopen nog de hema, zara, river island en andere winkels in.

"Ik ben kapot" kreun ik vermoeid en wrijf over mijn been. "Niet zo zeuren jij we moeten nog naar drie winkels"

Zonder reactie loop ik als een hondje achter haar aan.

Het lijkt alsof mijn benen het binnen enkele minuten zullen begeven.

Waneer ik echt niet meer kan stop ik met lopen.

"Omayra ik kan echt niet meer!" Roep ik. Ze draait zich geïriteerd om. "Net een baby" mompelt ze en trekt me aan mijn arm naar voren.

"Waarom moet jij altijd zo veel winkelen. Ik ben de winkeltjes al binnen 20 minuten zat. Hoezo moet jij per se er 4 uur in blijven terwijl je toch telkens naar dezelde shirtje kijkt"

Ik zie hoe ze hard begint te lachen. "Zullen we maar wat gaan eten?" Vraagt ze. Ik knik.

Ik heb zelf geen honger maar het feit dat ik eindelijk eens kan gaan zitten maakt me blij. 

We lopen een eettentje in en bestel ons eten.

Omayra heeft sushi en ik heb nasi met wat vegetarische loempia's.

Ik ben zelf niet zo dol op shusi, het ziet er altijd lekker uit waneer andere het eten maar zodra ik het eet spuug ik het gelijk uit.

We nemen plaats ergens in een hoekje waar we op ons gemakje kunnen eten zonder dat andere ons aan kunnen staren.

Omayra legt haar tassen op de grond en begint al aan haar soepje.

"Wil je niet?" Vraagt ze halverwege het eten. Ik schud van nee en lach als ze zich zelf onder knoeit.

Dit is ook een van de redenen waarom we altijd in een hoekje zitten als we gaan eten.

Omayra kan nooit normaal eten.

Nadat we hebben gegeten is het tijd om weer terug naar huis te gaan.

Ik neem afscheid van omayra en rij zo snel als ik maar kan naar huis.

Als ik voor de deur sta geparkeerd merk ik een bekende auto op.

Het is de auto van mijn broer!

Zo snel als ik maar kan sta ik op en ren naar de deur toe. Ik klop hard aan en wacht af tot hij open doet.

Na enkele secondes gaat de deur open. Een man in het zwart staat met een masker voor mijn neus.

Mijn hart slaat op hol. Niet wetend wat ik moet doen blijf ik stok stijf staan.

Zelfs mijn vingers durf ik niet te bewegen.

Het lijkt alsof de secondes uren lijken te duren. Het voelt alsof de wereld op stil staat.

Geen mens is te bekenen nu op straat. Alleen ik met mijn lijkbleke gezicht.

Ik voel het bloed naar mijn wangrn stijgen als ik een ijskoude messenpunt tegen mijn arm aan voel geprikt.

Ik hap naar adem en sluit mijn ogen zodra ik het warme bloed over mijm koude wangen voel druipen.

Een windvlaag laat mijn haren door de war waaien.

"Stap in" fluistert de man grommend. Zijn zware stem geeft me de rillingen.

Ik kijk angstig in zijn zwarte ogen. Ik draai me rustig om en zie een opvallend zwart busje naast mijn auto geparkeerd.

Ook daar zie ik mannen in het zwart behalce de bestuurder.

Die heeft een werkers outfit aan van de jumbo.

"Yasmina doe wat ze zeggen" de stem van mijn broer stelt me gelijk gerust. Ook hij zit vast gebonden door twee mannen.

"Wat moeten we doen? We kunnen niet met ze mee gaan" Fluister ik huilend terug.

"Wees rustig en doe mij gewoon na oké?" Ik knik gehoorzaam met mijn hoofd en stap het busje in.

Dit zou ik zelf nooit hebben gedaan, ik zou gillen om hulp maar voor nu is het beter om mijn broer salim na te doen.

Hij weet tenslotte toch altijd alles beter in welke situatie dan ook.

Bang leun ik tegen mijn broer aan. Mijn handen en benen trillen.

Salim merkt het op en legt onopvallend zijn hand op de mijne. "Het komt goed echt waar" zegt hij.

Ik knik en doe een smeekgebed voor het geval ik hier dood ga.

Ik kijk uit het raam en zie dat we de snelweg op rijden.
Gelijk slaat mijn hart op hol. De geblindeerde autoramen zorgen ervoor dat geen ene passagier ons kan zien.

"Ja is goed we zijn er bijna" wordt er luid gepraat voor ons.

Ik kijk een van de mannen aan die hard aan het praten is met zijn telefoon.

Als ik te lang blijf kijken voel ik hoe salim me hard knijpt in mijn been.

Waarschuwend kijkt hij me aan. "Sorry" fluister ik zo zacht mogelijk en kijk recht voor me uit.

Terwijl ik geconcentreerd naar mijn veters sta te kijken wordt er hard tegen ons aangereden.

Het busje klapt bijna over de kop. Gelukkig hield een paal ons tegen. We rijden nu door straten.

Geschrokken bijt ik op mijn lippen als er aan alle kanten wordt geroepen en geschreeuwd.

Ik kijk salim bang aan en kruip dicht tegen hem aan.

Ik kijk bang uit het raam en zie een hele bekende auto staan. RD. Mijn gedachtes gaan gelijk naar een iemand.

Anass.

Incomplete Without YouWhere stories live. Discover now