Vier sterren aan de hemel - Zestien

70 16 0
                                    

'Is het nog nodig dat ik je deur op slot doe?' vroeg je.

Ik schudde mijn hoofd. Je had een slot op de voordeur zitten en die code wist ik niet. Nog niet. 'Ik ga ontbijt maken,' zei je. 'Vanavond leer ik je koken.'

'Oké,' zei ik. Je vertrok. Ik ging nog even douchen en daarna ging ik naar de keuken, waar jij al bezig was met sandwiches maken. 'Hier, niet zomaar eten,' zei je. 'Proef het. Wat zijn de ingrediënten?'

'Is dat wat we gaan doen vandaag?' vroeg ik met een opgetrokken wenkbrauw.

'Ik ga je leren zien... en ik moet boodschappen doen vanmiddag.'

Als jij weg ging, kon ik misschien een weg naar buiten zoeken en uitzoeken of er een weg was in de buurt. 'Oké,' zei ik.

'Nou, neem een hap, vertel me wat je proeft.' Ik nam een hap.

'Brood,' zei ik.

Je lachte. 'Dat had ik je ook zo wel kunnen vertellen.'

Ik proefde. 'Kaas... Geitenkaas,' zei ik. 'Sla, komkommer...' Er zat nog iets op.

'Juist,' zei je. 'Je mist nog een hoofdingrediënt en dan moet je nog wat kruiden.'

Ik nam nog een hap. Het was een verrassend lekker broodje ook. Je kon goed koken, maar dat wist je waarschijnlijk wel. Het laatste ingrediënt was zacht, maar niet zoals ei. Het smaakte bijzonder en ik had het niet heel vaak eerder gehad.

'Ik herken het niet. Ik heb dit niet vaak gehad...'

'Avocado,' zei je.

Ik had het een keer eerder gegeten, maar dat was al best wel een behoorlijke tijd terug. Het smaakte vreemd, maar ergens ook wel weer heel lekker. 'Peper, zout en... Italiaanse kruiden?' vroeg ik.

'Juist!' zei je. 'Dat gaat je goed af.'

Ik glimlachte, maar alles voelde nog heel onwennig. Het waren niet hele bijzondere kruiden, zeker de peper en de zout niet. Ik probeerde je te vertrouwen en mee te werken.

Ik was stil, ik had je niks meer te vertellen en ik wilde eigenlijk nog steeds niet zo veel met je praten. Wat was je plan? Je had me al honderd keer gezegd dat je me niks ging doen, dat je me wilde helpen, maar ik kon het niet geloven. Er moest toch iets anders zijn?

We moesten afwassen. Al die tijd had jij het gedaan, maar deze keer liet jij me meehelpen. 'Kom,' zei je. 'Heb je de afwas weleens gedaan?'

Tuurlijk had ik dat gedaan. Ik was blind, niet gehandicapt. Ik stond op. 'Jij wast, ik droog.'

'Goed,' zei je. Waarschijnlijk had je een grote lach op je gezicht, tevreden met mijn progressie. Je gooide de glazen, borden en bestek in een sopje. Ik hoorde je het afschrobben en vervolgens aan mij geven. Je had me een lap gegeven, waar ik het servies mee droogde. Met mijn vingers probeerde ik te voelen of het echt droog was en of alle zeep eruit was.

'Heb ik alles gehad?' vroeg ik, toen ik dacht dat ik alles gedroogd had.

'Je hebt dit lepeltje gemist,' zei je, toen je een lepeltje aan me gaf. Het was zo'n klein koffielepeltje, die je op het hoekje van de het aanrecht had gelegd, precies waar ik het niet kon vinden. Snel droogde ik die af en gaf het weer terug aan jou, waarna jij het in een van de lades terugdeed.

'Vanavond laat ik je de keukenkastjes wel zien, maar eerst tijd voor de training. Hier heb ik al een tijdje op gewacht.'

Die laatste zin maakte me bang. Waarom keek je hier zo naar uit? Moest ik bang worden? Je zag dat ik schrok. 'Dat klonk niet helemaal lekker,' zei je. 'Nee, vertrouw me! Dit gaat echt een wereld voor je openen. Een worden met de natuur! Het is echt geweldig.'

De Kleur van DuisternisWhere stories live. Discover now