Vier sterren aan de hemel - Negentien

78 16 11
                                    

Waarom was het toch altijd zo, dat mijn pogingen mislukten? Wat deed ik verkeerd? Was het dat ik het niet hard genoeg probeerde of wilde? Was het dat anderen de ernst van de zaak niet goed inzagen? Wat ging er toch altijd mis?

Misschien was jij het wel. Ik wist het niet, maar het deed me behoorlijk pijn. Je bracht me weer terug naar mijn kamer, waar ik hopeloos op het bed neerplofte. 'Het spijt me,' zei je nog, maar ik wist niet of je het meende. Je klonk oprecht, maar als je het had gemeend, dan had je er wel naar gehandeld.

Ik reageerde niet. Jij deed de deur dicht en liet me alleen, tot het avondeten kwam. Ik sprak niet veel, ik moest over mijn teleurstelling heen en dat duurde natuurlijk even.

Die dag, dat we samen op het terras zaten, was de laatste dag dat ik de zon op mijn gezicht mocht voelen. De winter was gekomen.

Ik kon de sneeuw niet horen, niet voelen en niet proeven, maar ik wist dat het er was. Elke keer als jij even naar buiten ging, voelde ik de kou binnenkomen. Het weer veranderde zo snel, maar nu was er echt geen weg meer uit. Je had een hele berg met hout in het huisje gelegd en boodschappen gedaan voor ruim twee weken. 'Het gaat hier behoorlijk stormen voor de komende week, dus ik heb boodschappen gedaan voor twee weken. Ik ga nog even houthakken.'

Ik knikte. Je ging naar buiten en ik luisterde naar de code. Het melodietje hoorde ik weer en deze keer bleef ik het neuriën. Het waren maar vier noten, maar ik moest het onthouden. Zelfs toen je terug was en ik het niet eens door had, ging ik door met neuriën. 'Aah,' zei je. 'Kan je zingen?'

Ik schrok van je stem. 'Nee...' lachte ik. 'Nee, zingen is niet echt mijn ding.'

Je grinnikte. 'Misschien later,' zei je. Ik zat in de bank te lezen, toen jij een paar houtblokken op het vuur gooide. 'Zullen we anders een spelletje gaan doen?' vroeg je.

Als ik het kon, had ik je nu raar aangekeken. Het enige wat ik kon doen was een poging doen tot het optrekken van mijn wenkbrauw. 'Een spel?' vroeg ik.

'Ja,' zei je. 'Dat doen mensen soms om de tijd te doden.'

'Wat wil je doen dan?' vroeg ik. In mijn leven had ik niet veel spellen gespeeld omdat ik voor de meeste dingen zicht nodig had, maar jou kon dat weinig schelen. 'Wat dacht je van een spelletje yahtzee?'

Ik had geen idee hoe we dat moesten spelen, maar jij wel. Je had dobbelstenen met braille erop. Terwijl we speelden, wat traag ging, vroeg je me regelmatig om dingen te beschrijving. Structuren, materialen, gewicht... alles wat je maar kon bedenken vroeg je me. En ik antwoordde overal op.

Terwijl we speelden viel je ineens stil. Ik luisterde en hoorde het toen ook. 'Regen,' zei ik toen. En niet zo'n beetje ook. Het viel met bakken uit de hemel. Het sloeg als harde tikken op het houten dak. Het omarmde ons, maar ik voelde me niet veilig. Misschien was het voor jou anders. Jij kon het zien gieten. Jij kon het gordijn aan water om je heen zien en je veilig voelen, maar ik hoorde alleen maar het oorverdovende geluid van de regen die op het dak neerdaalde. Ik kon het bijna voelen, met elke slag een soort schok.

Ik was oprecht bang. Het overstemde alles: mijn gedachten, ons gepraat, de dieren alles. Ik deed 's nachts zo hard m'n best om aan wat anders te denken, maar de regen bleef maar doorgaan. Het waren net kogels, die als missie hadden mij te raken, mij neer te halen en me te verblinden, door mijn laatste zintuig waardoor ik kon zien, te ontnemen.

Zeven dagen en zes nachten ging het zo door en met elke dag dat voorbijging, sprak ik minder. Ik sliep 's nachts niet meer, door de overweldigende, verwoestende regen en overdag was ik te moe om wat te doen.

'Gaat het wel goed met je?' vroeg je toen ik na een week nauwelijks nog mijn eten aanraakte.

Ik kon wel liegen, maar zelfs daar was ik te moe voor. 'Nee,' zei ik. 'Die regen, i-ik... ik ben kapot. Ik hoor niks anders meer dan geruis van de regen. Ik voel me blind.' Alsof dit de eerste dag was dat je me ontmoette, in het metrostation. Ik was hulpeloos, zwak. Met die regen voelde ik me net zo. Hulpeloos en zwak.

Je was stil. Waarschijnlijk had je geen idee wat je met me aan moest, want jij kon ook de regen niet stoppen. Je kon veel, maar dat niet. 'Binnenkort zal het ophouden met regenen. Sneeuw is heel wat zachter.'

Ik knikte, maar het voelde niet echt goed. Je deed je best. 'Ik ga maar weer naar bed,' zei ik, ook al was het waarschijnlijk nog niet eens twee uur in de middag.

'Probeer wat slaap te pakken. Als de regen gestopt is, wil ik graag je nog wat leren over geuren. Ik ga zo meteen even naar de winkel, inkopen doen. Ik verwacht over een paar uur terug te zijn.'

'Tot zo,' zei ik. Ik stond op, pakte mijn bord en zette dat op het aanrecht. Daarna slofte ik naar mijn bed en plofte neer. Door het luide geluid van de regen heen, probeerde ik te luisteren naar jouw geluiden. Ik hoorde je afwassen en de kraan lopen. Ik sloot mijn ogen en probeerde naar mijn lichaam te luisteren, die me niet zo veel vertelde, behalve dan dat het moe was.

Toen hoorde ik je naar de deur schuifelen. Eerst ging mijn deur open, aangezien die heel dichtbij de voordeur zat. Ik kon voor me zien hoe jij even om het hoekje keek om te zien hoe het met me ging. Maar je zag een uitgeput meisje op bed liggen. Je pakte mijn deken en legde dat losjes over me heen. Ik moest toegeven, Tyler, je was goed voor me. Toch moest je niet denken dat ik hier oké mee was, want dat was ik niet.

Toen liep je weg, nadat je een paar minuten zo had gestaan. Ik hoopte dat je dacht dat ik sliep, anders was het wel heel ongemakkelijk.

Je sloot de door weer en daarna stond ik op, om bij de deur te gaan luisteren naar de code. Ondertussen had ik de code al honderden, misschien wel duizenden keren in mijn hoofd gezongen en deze keer bevestigde je het nog voor de laatste keer dat het goed was.

Toen je de deur weer dichtdeed, bleef ik zo goed en zo kwaad als het ging naar je luisteren. De regen was veel minder geworden, maar het gesuis in mijn hoofd was niet weggegaan. Misschien was het wel mijn gevoel dat naar me schreeuwde dat ik moest ontsnappen.

Ik hoorde het zware geronk van de motor van je truck dat steeds zachter werd naarmate je wegreed. Toen ik zeker wist dat je verdwenen was, opende ik mijn deur en ging naar de deur. Met mijn hand zocht ik naar de knopjes van de deur. Hij zat hoger dan ik had verwacht. Toen voelde ik het metalen doosje, waar de cijfers op bevestigd waren. Weer neuriede ik de vier noten. Vier noten. Geen waren hetzelfde, dat maakte het al iets makkelijker. Nu moest ik nog uitzoeken welke noot bij welke toets hoorde.

Een perfect gehoor had ik niet. God, ik was niet eens muzikaal. Dit leek bijna een onmogelijke taak. Er zat ook geen braille op de knoppen, dus ik moest het doen met wat ik had, geluid. Ik toetste maar de eerste toets in, wat de één was. Ik zong mijn noot terwijl ik het knopje indrukte. Het was dezelfde toon. 'Dat was makkelijk,' zei ik opgelucht. Goed, ik had nu dus een noot ontdekt. Nog drie te gaan. Het kon nooit zo makkelijk zijn als 1234, zo was jij niet. Ik wist ook niet of het zou helpen om willekeurige knopjes in te drukken. Dus ik koos maar voor nummer drie. Waarom, wist ik niet, maar het voelde juist. Ik zong de tweede noot en drukte het knopje in. Het klonk mooi samen, maar het was niet juist. Ik had een theorie ontwikkelt. Als elk cijfertje een noot was op de toonladder, dan zou de volgende en vijf moeten zijn. En dus drukte ik de vijf in. Het klopte precies.

Mijn noten ging omhoog, dus het betekende dat de volgende een noot was die hoger zat dan de vijf. Ik toetste de acht in, maar dat was te hoog. 'Zes en zeven!' riep ik toen uit.

Ik toetste de code in, die ik had ontdekt: 1567 en drukte toen op het onderste, rechtste knopje, in de hoop dat dat de unlockknop was. Met een luid kloppend hart en zwetende handen drukte ik op het knopje, waarna er een zachte piep klonk en een klik. De deur was open.

Direct waaide er een harde windvlaag in mijn gezicht. Mijn tenen in mijn sokken werden al koud. Mijn schoenen stonden nog in de kast.

Nee, dit was nog niet het moment, maar het zou niet lang meer duren en dan zou ik nog een poging doen. Deze keer de laatste, dat wist ik zeker.

Binnenkort was ik vrij!

De Kleur van DuisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu