Vier sterren aan de hemel - Drieëntwintig

68 14 0
                                    

Ik zat naast je in de auto op dag honderdzestien. Je reed ons weer naar het centrum, waar we een heel aantal dagen geleden ook waren geweest. Ik had gehoopt dat mijn geheugen me niet in de steek zou hebben gelaten, maar toen we reden, had ik geen idee waar we waren. Er waren zo veel bochten en kronkels en van de helft kon ik niet eens weten of het een bocht of een kronkel was.

Ik gaf het op; het had geen zin. Ik zou hier niet uitkomen, door te onthouden waar je heenging. Ik moest het echt zelf uitzoeken, ontsnappen, wegrennen. Ooit.

De radio stond uit. Met mijn hand zocht ik naar het dashboard en probeerde te voelen waar de knopjes waren. 'Wat verder naar links,' zei je, toen ik hem niet kon vinden.

Ik ging verder naar links en vond daar een knopje. 'Deze?' vroeg ik.

'Helemaal!' zei je blij. Ik drukte hem in, zocht de draaischijf en zette de muziek luid. Niet zo luid, maar luid genoeg. Jij leek het niet heel erg te vinden dat ik de muziek luid aan had staan. Voor mij vormde het een soort barrière tussen jou in. Ik vond het fijn.

Pas toen we er bijna waren, draaide ik de verschrikkelijke muziek naar beneden. Ik genoot er helemaal niet van. Ik verstond het niet, het was niet mijn smaak, maar er was niks anders. Ik wilde gewoon zo graag iets van thuis horen, maar dat zat er waarschijnlijk niet in.

'Waar gaan we heen?' vroeg ik.

'Naar een kledingwinkel, ik denk dat je dat wel zal bevallen. Het heeft een gave stijl.' Ik kon het niet helpen om te grinniken. "Gaaf" was nou niet echt jouw woordkeuze.

We stapten uit en jij vertelde me de richting. 'Voel je de zon op je huid?' vroeg je. Ik draaide me om, net zolang tot ik de zon wel op mijn gezicht voelde. 'Ja,' zei ik zacht. Man, wat was dat lang geleden. Ondanks het feit dat het zo waterig was en nauwelijks echt warmte afgaf, ik werd er gelukkig van.

'Nou, die richting gaan we op.'

We begonnen te lopen. Ik liep niet meer achter je aan, maar voor je uit, wat ergens ook wel eens prettig voelde, alsof ik controle had. Ik liep gewoon over straat, alsof ik een normaal meisje was. Niet blind, maar gewoon zoals anderen. Ik voelde me vrij.

Af en toe fluisterde je me in als we van richting veranderde. Ik liep een keer tegen iemand aan die in het Deens iets tegen me riep. Waarschijnlijk schold hij me uit, maar ik kon het niet zeker weten en het maakte me ook weinig uit.

'Rechts,' zei je toen.

Ik ging naar rechts en daar was een deur. 'Dit is het?' vroeg ik.

'Ja,' zei je. Ik liep de winkel binnen en bleef toen staan. Ik had eigenlijk over een ding niet nagedacht: hoe wist ik wat ik leuk vond, als ik niet kon zien wat er op de kleding stond?

Direct kwam er een verkoopster naar me toe. 'Hoi, kan ik je ergens mee helpen of kijk je gewoon rond?'

Ik stond daar, als een onzeker en zielig mens. Maar elke keer als ik me zo voelde, kwam jij, de redder in nood. 'Ja, eigenlijk wel,' zei je. 'We zoeken wat kleding voor haar.'

'Wat vind je mooi en wat niet?' vroeg ze toen aan mij. Dat was precies de vraag die ik niet kon beantwoorden, dus gaf ik maar het meest eerlijke antwoord. 'Ik sta open voor alles.'

Ik kon het niet zien, maar voelen kon ik wel. Ze fleurde op, alsof ze eindelijk eens een leuke opdracht had.

Ik voelde haar ogen door me heen prikken. Ze bekeek me en zei toen: 'Ik denk dat ik wel wat voor je heb. Welke maat heb je?'

'Eh...' stamelde ik. 'Small of medium,' antwoordde ik.

Jij lachte, maar zei niks. Ook ik wist niet echt wat ik moest zeggen, dus ik wachtte maar, totdat ze terugkwam met kleding. 'Hier, deze kleur zou echt goed bij je ogen staan.'

'Oh, ja,' zei ik, in de hoop mee te kunnen spelen. 'En deze broek laat je figuur erg goed uitkomen.'

'Dank je,' zei ik, terwijl ik het aanpakte van haar en me naar een hokje bewoog. 'Achterin de hoek zijn de kleedkamers.'

Ik schuifelde naar achteren, liep een hokje in en trok het gordijn dicht. Ik hoopte dat het echt dicht was, maar zeker kon ik het niet weten. Voor de zekerheid draaide ik me maar om. Ik trok eerst mijn broek uit en daarna de andere broek aan. Het paste best goed. Daarna wisselde ik van shirt en worstelde nog even met het verschrikkelijke label, dat altijd in mijn nek prikte. Toen ik het aanhad en zeker wist dat ik mijn kleding niet had omgedraaid, stapte ik uit het hokje. 'Het zit lekker,' zei ik, want meer kon ik er eigenlijk niet over zeggen. Ik kon de kleur niet ruiken of proeven, dat moest jij voor me doen.

'Staat je goed!' zei je blij.

'Zeker! Je haar komt er mooi in uit en je ogen ook.' De verkoopster frunnikte nog wat aan mijn kleding en vroeg toen: 'Wat vind je er van?'

Een vraag die ik niet kon beantwoorden, maar ik zei toch maar wat: 'Ik vind het wel wat,' zei ik. 'Heb je nog meer?'

Winkelen had ik nog nooit gedaan, om eerlijk te zijn. Hoe stom het ook klonk. Mijn ouders namen me nooit mee, omdat ik toch niks kon zien. Mam kocht maar gewoon wat voor me, wat vaak niet eens paste. Ik had geen idee wat ik droeg, maar het was waarschijnlijk niet mijn stijl.

Ze gaf me een jurk. 'Dit is een strak jurkje, maar het staat je vast erg goed.' Ik deed het aan, maar voelde al direct dat de kraag te laag was voor mijn smaak.

Toch liep ik het hokje uit. 'Wauw!' gaapte de verkoopster, maar jij was niet helemaal onder de indruk en ook ik was niet helemaal tevreden. 'Niet helemaal mijn stijl,' zeg ik dan.

'Oh, jammer,' zegt ze dan. 'Oké, dan heb ik nog wel wat voor je.'

En zo spendeerden we de dag. Ik paste zo'n beetje de hele winkel aan en jij gaf je mening. Toen ik wat uitgezocht had, betaalde jij alles. Waar je het geld vandaan haalde wist ik niet, maar ergens geloofde ik dat je een goed mens was. Je deed je best.

De autorit terug was stil. Ik had de muziek niet opgezet en besloot dat het beter was om gewoon maar in mijn hoofd te zitten. 'Het spijt me,' floepte ik er toen ineens uit.

'Waarvoor?' vroeg je, terwijl je naar links stuurde.

'Weet ik niet,' zei ik. 'Maar het spijt me gewoon, oké?' En daar hield ik het op. Ik nipte aan mijn glas water, dat ze al hadden klaargezet.

'Oké... wat jij wil,' zei je en stuurde de oprijlaan op.

We kwamen laat thuis. Direct sprong ik in bed, waarna ik eigenlijk snel in slaap viel met een voldaan en vrij gevoel. Alleen maar om de volgende ochtend wakker te worden, wetend dat ik vast zat, precies zoals ik was begonnen. 

De Kleur van DuisternisWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu