Hoofdstuk 2.

254 14 6
                                    

'Wat moest ik dan doen? Die brief in de brievenbus smijten en haar daar achter laten met die heggenschaar?' Noussair keek erbij alsof zijn teamgenoot gek geworden was.

'Had je kunnen doen' opperde Dusan in zijn beste Nederlands. 'Sterker nog. Dat had je moeten doen.' Dusan klonk steeds bozer waardoor hij langzamerhand wel een beetje bang werd.

Noussair schudde zijn hoofd. 'Je had haar daar moeten zien. Helemaal alleen boven op de ladder. Straks was ze er afgevallen. '

'Ze is verboden terrein Nous. Dat weet je best. Dat wist je vorig jaar. Dat wist je in augustus en dat weet je nu nog steeds. Trouwens je kent der niet eens goed. Ze heeft veel meegemaakt.'

Hij wist dat ze verboden terrein was. Dat was ze al veel langer dan vorig jaar.

'Ik ken haar goed genoeg om te weten dat ze adembenemend knap is en ik was er afgelopen augustus bij hoor.'

Vanuit de hoek van de kleedkamer hoorde hij Hakim zachtjes lachen.

'Dat bedoel ik nou. Je kijkt allen naar haar uiterlijk. Je kent haar niet. Niet écht tenminste.'

Hij kende haar verdomme wel. Maar mooi niet dat hij dat aan de team captain ging vertellen.

'Vanmiddag leer ik haar kennen.' Noussair trok zijn mond in een scheve grijns.

'Nee dat doe je niet. Je gaat niet, hoor je me.' Dusan begon langzamerhand echt kwaad te worden. Een eigenschap die je maar zelden bij hem zag.

'Houd me maar eens tegen' daagde hij de aanvoerder uit en ritste zijn sporttas met een luidruchtige zwaai dicht.

'Nous kom op! Je bent slimmer dan dit' schreeuwde Dusan naar hem toen hij richting de deur van de kleedkamer wandelde. 'Je brengt jezelf hiermee zo erg in de problemen, weet je?'

'Ik weet het, maar het is het waard. Zij is het waard.'

Dusan liet een diepe zucht horen maar Noussair besteedde er geen aandacht meer aan en verliet de kleedkamer.

Hij was al te laat. Waarschijnlijk dacht Posie allang dat hij niet meer zou komen. Dat er weer iemand was die haar in de steek liet. Nu werd hij al nooit als ideale schoonzoon gezien maar Dusan had het met zijn minuten lange preek het echt niet beter gemaakt. Hij kon best een goede vent zijn als hij dat wilde en voor Posie was hij dat meer dan bereid. Maar nu was hij te laat. Al minimaal een half uur en dan zat hij nog niet eens op zijn scooter.

Toen hij de juiste straat in reed zag hij de knal rode haren van Posie al boven de groene heg uit steken. Ze had ze in een staart gebonden waarbij haar krullen alle kanten op sprongen.

HIj zette zijn scooter op slot en liep direct naar de ladder waar ze op stond.

'Hé' begroette hij haar zo nonchalant mogelijk.

'Het spijt me dat ik te laat ben.'

Posie trok zich niets van hem aan en hield de heggenschaar strak boven de heg. Ze was duidelijk teleurgesteld in hem dat ze zo lang had moeten wachten en zo te zien had ze ook niet meer verwacht dat hij nog zou komen. Maar dan had ze het wel mooi mis gehad want hij was niet van plan om zich door een paar van die boze blikken weg te jagen. Sterker nog, die bozen blikken zorgden ervoor dat hij haar nog leuker vond. Volgens mij kon deze vrouw niets bij hem verkeerd doen.

'Ga je me nu serieus negeren. Ik zei toch al dat het me speet.' Hij probeerde serieus te klinken maar ondanks dat schoten zijn lippen toch in een grijns. Noussair ging met zijn linker been op de eerste tree van de ladder staan en bekeek hoe Posie zat te worstelen met die veel te grote heggenschaar. Het liefst trok hij dat ding direct uit haar handen maar hij wist zeker dat ze dan nog kwader zou worden dan dat ze nu was.

Toen ze wat verder naar voren leunde en de ladder gevaarlijk bewoog, klom hij een paar treden hoger. Fuck, dit ging mis en het ergste was nog dat hij het gewoon zag gebeuren.

'Hoe vaak moet ik het nog zeggen. Kijk uit tijger!' riep hij haar toe.

'Ik ben je tijger helemaal niet' bitste Posie terug met een boze blik. Haar ogen waren totaal niet meer gericht op waar haar voeten zich bevonden. Haar benen wankelden gevaarlijk terwijl ze met haar hand naar de plek greep waar haar hart zich bevond. Veel te snel verloor ze haar evenwicht en voor ze het wist lag ze in de stevige armen van de jongen die een reactievermogen had van een kat.

Zijn armen en borstkas voelden zo stevig aan dat ze er van overtuigd was dat hij deze dagelijks trainde.

'Ik zei toch dat je uit moest kijken tijger' grijnsde Noussair terwijl hij een rode krul uit haar gezicht blies.

'Gaat het?' vroeg hij haar direct bezorgd erachteraan.

Posie knikte. Sloot even haar ogen om zich te ontspannen en haar ademhaling op orde te krijgen. Waarna ze haar ogen weer opende om rechtstreeks in zijn bruine ogen te kijken

'Je was te laat' mompelde het meisje tegen zijn trainingsjack aan. Haar stem klonk kwetsbaar alsof ze het hem nauwelijks durfde te vertellen.

'Ik moest werken' legde Noussair uit wat hem een paar opgetrokken wenkbrauwen van Posie opleverde.

'In de sportschool zeker' antwoordde ze argwanend terwijl ze zachtjes aan zijn trainingsjackie trok.

'Zoiets ja' mompelde hij met enige tegenzin. Dat hij nu al tegen haar moest liegen vond hij vervelend. Maar als Posie wist wie hij daadwerkelijk was zou ze nooit met hem praten. Dus was hij hier wel toe genoodzaakt.

Voorzichtig zette hij haar op de grond. Maar nog steeds ondersteunde hij haar met een arm om haar schouder. Dit meisje was zo instabiel dat hij haar het liefste strak tegen zich aan trok.

'Waarom heb je niet op mij gewacht?' verweet hij haar.

'Je zei dat je zaterdagóchtend zou komen. Ik weet niet wanneer jouw ochtend begint maar het is inmiddels kwart voor een.'

'Je had op me moeten wachten.' Noussair keek Posie even aan waarna hij langs haar heen de ladder op klom.

Snel controleerde hij of alle stekkers goed zaten.

'Mijn moeder weet niet dat je komt' bekende het meisje onder aan de ladder.

Nu werd het interessant. Noussair draaide zich om waardoor hij Posie verlegen naar de grond zag kijken.

'Ze weet wel dat er iemand komt maar niet dat jij komt. Ik heb gezegd dat ik een hoveniersbedrijf heb ingehuurd. Maar toen jij niet kwam.-'

'Moest je wel zelf die ladderen op' vulde hij haar aan.

Een knikje was genoeg om dit te bevestigen.

Verdorie! Dat hij zichzelf regelmatig in de problemen bracht daar kon hij mee leven, maar Posie verdiende dit niet.

'Hoe laat is ze terug?'

'Meestal rond half twee.'

Dat betekende dat hij nog iets meer als een half uur had om die verrekte heg geknipt te krijgen. Op dit moment kon hij zijn vader wel op zijn blote knietjes bedanken. In zijn jeugd hadden al zijn klasgenootjes een baantje gehad. Hij had daar echter door het voetbal nooit tijd voor gehad. Zijn vader had toen voor hem geregeld dat hij zijn oom zo nu en dan kon helpen met zijn hoveniersbedrijf. Een echte rot baan. Op dat moment had hij ruzie gemaakt over dat stomme bijbaantje maar op dit moment was hij er maar al te blij mee. Snoeien kon hij namelijk als geen ander.

'Nou aan de slag dan tijger.'

'Zeg maar gewoon Posie'

'Posie' herhaalde hij zachtjes. Hij hield meteen al van de manier waarop haar naam over zijn tong heen rolde. 

Wat Zou Ik Zonder JouWhere stories live. Discover now