Hoofdstuk 17.

210 16 6
                                    

'Misschien kan ik je voortaan beter Cookiemonster noemen' lachte Noussair toen Posie haar ijsje proefde met Cookie smaak.

'Dan kan ik jou voortaan beter zuurpruim noemen' voorzag het meisje hem van repliek. Een brutale grijns sierde haar mond.

'Oké, oké touché. Maar citroen is gewoon mijn favoriet.'

Noussair pakte met zijn hand Posie's hoorntje en trok het verder naar zich toe. Verbaasd keek ze toe hoe hij een lik van haar ijsje nam. Tevreden knikte hij zijn hoofd.

'Niet verkeerd. Hier kan ik ook wel aan wennen. Je hebt een goede smaak.'

'Maar niets gaat boven citroen?'

'Inderdaad' Het tweetal liep door de Wolvenstraat waarna ze even op een bruggetje bleven staan en keken hoe verschillende bootjes door de Keizersgracht voerden. Vervolgens liepen ze door de Berenstraat in.

'He Mazraoui! Klaar voor de grote dag?'

Noussair keek op en zag een dertiger staan, die duidelijk doelde op de klassieker van aankomende zondag in Rotterdam. Onverschillig haalde hij zijn schouders op. 'Ik zou wel moeten.' Al was hij er niet klaar voor. Die klassieker zou gespeeld worden.

'Jullie moeten wel winnen hoor.'

'We gaan ons best doen' lachte hij terug naar de man die een serieus gezicht trok.

'Dat is je geraden. Anders krijg ik het maandag de hele dag te horen van mijn collega's. Nul Tien hé'

Noussair knikte bevestigend waarna hij Posie's hand vastpakte en doorliep. Normaal gesproken nam hij meer de tijd voor fans maar vandaag niet. Niet als Posie erbij was.

'Ik wist helemaal niet dat je aan een competitieve sport deed' vertelde Posie hem toen ze een aantal meter verder waren.

'Voetbal' antwoordde hij waarna hij met zijn duim haar vingers streelde.

'Ik heb een hekel aan voetbal' zuchtte Posie. Waarom was iedereen toch altijd zo weg van dat spelletje?

'Ik weet het' liet Noussair haar weten. Hij wist het maar al te goed dat Posie een hekel had aan voetbal. Dat was de reden dat hij het haar ook niet verteld had.

'Welke positie speel je?'

'Rechtsback.'

Bedenkelijk haalde ze haar wenkbrauwen op.

'Is dat een aanvaller of een verdediger.'

'Een verdediger. Ik dacht dat jouw vader assistent trainer bij Ajax was?'

'Ik heb nou eenmaal niets met voetbal' verklaarde Posie.

'Geeft niet.' Noussair verplaatste zijn hand naar haar schouder en trok haar dichter tegen zich aan.

'Wel een beetje voorbarig van die man hé. Denken dat jullie met nul tien winnen. Staan die anderen onder aan ofzo?'

'Zoiets ja.' Hij zal haar maar niet vertellen dat die man nul tien bedoelde als in het netnummer van Rotterdam.

'Ben je een beetje goed?'

'Valt wel mee. Wat dan? Heb je de connecties om me hoger op te krijgen.'

'Beter van niet. Ik heb mezelf beloofd nooit iets met een beroepsvoetballer te beginnen.' Noussair voelde een steek door zijn hart heen gaan maar negeerde haar woorden.

'Dan is het inderdaad maar beter dat ik geen prof wordt. Ik vind ons namelijk veel te leuk samen.' Zijn stem klonk vrolijk maar vanbinnen deed het pijn. Het was alsof hij nu al voor de keuze werd gesteld om te kiezen tussen Posie en voetbal en voor die keuze was hij nog lang niet klaar.

'Ik ook' bevestigde Posie.

'Mooi.' Noussair's ogen straalden blijdschap uit.

'Kom dan ga ik een belofte inlossen.'

'Welke belofte?' vroeg Posie zich af.

'Ik zou je leren koken. Weet je nog?'

Posie herkende het café van Noussair's vader waarna ze door hem naar binnen werd geleid.

'Posie!' riep zijn moeder meteen enthousiast. Vriendelijk lachte Posie terug naar de vrouw die haar omhelsde.

'Voel je je al weer wat beter. We zijn ons de vorige keer kapot geschrokken.'

'Het gaat goed' liet ze de vrouw weten die zoveel gelijkenissen had met Noussair.

'Haar niet afleiden mam! Ze is hier om te werken' Noussair wilde Posie naar de keuken leiden maar zijn moeder hield hem tegen.

'Noussair Mazraoui! Zo heb ik je niet opgevoed. Geef haar eerst eens wat te drinken.'

'Ze heeft net een ijsje op' liet hij zijn moeder weten.

Zijn moeder keek hem met grote ogen aan en keek vervolgens naar Posie om te vragen om een bevestiging.

'Het is waar. En ik vind het niet erg om te helpen.'

'Een echte gentelman zet haar niet aan het werk in het café van zijn ouders. Als je altijd zo met meisjes om gaat weet ik wel waarom je nog steeds single bent' sneerde ze naar haar zoon.

Noussair rolde zijn ogen. 'Mam, kappen nou! Ze wil juist leren koken.'

Noussair leidde Posie via de achterkant van de bar richting de keuken.

Boven het fornuis hingen een aantal papiertjes die Noussair bestudeerde. 'Wij doen de bestelling van tafel 4' liet hij de kok weten die op zijn beurt zijn duim omhoog stak.

'Gaan we een bestelling doen?' vroeg Posie paniekerig. Ze was de vorige keer nog niet vergeten toen ze Nous zijn soep had verpest die volgens hem niet te verpesten was. Laat staan dat ze nu een gerecht voor één van de klanten moest koken.

'Jij gaat een bestelling doen' glimlachte hij. Toen hij op keek en Posie's paniekerige blik zag legde hij een arm om haar schouder. 'Maar ik ga je helpen. Geloof me er gaat dit keer helemaal niets mis. Ik blijf de hele tijd bij je.'

Zoals beloofd legde Noussair stap voor stap uit wat ze moest doen en na een half uur had ze het rijst gerecht helemaal klaar en eigenlijk was ze best trots op het eindresultaat.

Toen zijn moeder het gerecht ophaalde om te serveren knikte die goedkeurend haar hoofd. 'Ziet er goed uit Posie. Als dit een sollicitatie was had ik je zeker aangenomen.'

Het meisje glimlachte terug. 'Nu maar hopen dat het ook nog een beetje smaakt.'

'Vast wel' stelde ze haar gerust. 'En anders heb je geluk dat het maar voor Klaas is. Die schuift alles naar binnen wat hij voorgeschoteld krijgt.'

Vragend trok Posie een wenkbrauw op waardoor er een rimpel op haar voorhoofd verscheen.

Toen Noussair's moeder door had wat er aan de hand was. Keek ze met een boze blik naar haar zoon.

Beschuldigend sloeg ze met de theedoek tegen Noussair aan. 'Je hebt het haar niet verteld hé rotjoch dat je soms bent.'

Grijnzend haalde hij zijn schouders op. 'Misschien niet'

'Zeker weten van niet Mazraoui. Stuk ondeugd.'

Vervolgens richtte ze zich op Posie. 'Maak je geen zorgen meisje. Klaas is één van de zwervers die hier na de drukte een gerecht voor geschoteld krijgt. Hij is blij met al het eten wat niet uit de vuilnisbak komt. En dat had hij je moeten vertellen voordat hij je dat gerecht liet maken.'

Haar vinger wees naar Noussair waarna ze het bord oppakte en de keuken uit liep.

'Het spijt me' verontschuldigde Noussair zich toen zijn moeder de keuken uit was.

'Het is niet erg. Ik vond het leuk om te doen. Lief van jullie dat jullie hen te eten geven.'

'We hebben toch altijd te veel over en de meesten van hen hebben ook niet voor dat leven gekozen.' 

Wat Zou Ik Zonder JouOù les histoires vivent. Découvrez maintenant