POV Thomas - De verdwijning van KvP

13 2 27
                                    

'Hoe bedoel je we kunnen ze niet vinden?' schreeuw ik gefrustreerd.

'Rustig, jongeman. We snappen dat dit een hele nare situatie voor jullie is.' De politieagent haalt zijn neus op. Hij klinkt verkouden.

'Dat is zacht uitgedrukt', zegt mijn vader.

'Wat gaat er nu gebeuren?' vraagt mijn moeder. Haar wangen zijn nog nat van het huilen. Marnix is verdwenen samen met zijn vijf vrienden. Dit kan niet goed zijn.

'We gaan 24 uur wachten', zegt de politieagent. 'Aangezien uw zoon met zijn vrienden spoorloos verdwenen is, houden we er serieus rekening mee dat hij is weggelopen en dat er geen sprake is van een misdrijf.'

'Marnix loopt niet zomaar weg', snauwt mijn vader. Hij heeft altijd al gezegd dat hij die regel dat agenten eerst 24 uur wachten bij een verdwijning maar niks vindt. De eerste 24 uur zijn juist het belangrijkste.

Ik wil ook boos worden, maar dan besef ik dat ik de politie misschien wel op andere gedachten kan brengen. 'Meneer de agent...'

'Bart is de naam.' De politieagent glimlacht voorzichtig.

Met veel moeite laat ik ook een glimlach op mijn gezicht verschijnen. 'Bart, bent u op de hoogte van de ontvoering van Caitlin die een tijdje geleden heeft plaatsgevonden?'

'Waar heeft u het over?'

'De vriendin van onze zoon is laatst ook al ontvoerd', zegt mijn moeder met een dun stemmetje.

'Ze is toen gered door haar vijf vrienden onder wie mijn broertje en laten nou net die zes kinderen weer verdwenen zijn', zeg ik. Ik kijk de agent afwachtend aan.

'O, dat bedoelt u. Er was geen sprake van ontvoering. Ik mag u niet vertellen wat er daadwerkelijk gebeurd is.'

Ik kijk de agent niet begrijpend aan. Dan schiet het me opeens te binnen: Lendovicus heeft de politie natuurlijk betoverd en ze een ander verhaal wijsgemaakt. 'Oké', zeg ik zacht. Misschien is het ook maar beter dat de politie er zich zo min mogelijk mee bemoeit. Hoogstwaarschijnlijk zit hier toch weer een Hostis achter.

Die nacht slaap ik onrustig. Ik draai van mijn ene zij naar de andere, maar ik kan de slaap niet vatten. Waar zou Marnix nu zijn? Zou het goed met hem gaan? Zouden ze de Hostis te slim af kunnen zijn? Zou de MG al meer aanwijzingen hebben gevonden? Als ik bijna in slaap dommel, open ik mijn ogen. Ik ben opeens klaarwakker. Door al dat gedoe met Gralk zijn zowel ik als Marnix vergeten om Lendovicus in te lichten over die vreemde man in pak bij de sportschool! Misschien heeft die man er wel iets mee te maken. Ik voel een kriebel in mijn buik van opwinding, maar het gaat al snel over in buikpijn. Ik zal nog tot morgen moeten wachten totdat ik het verhaal aan Lendovicus kan vertellen en wie weet wat er in de tussentijd allemaal met Marnix en zijn vrienden gebeurt. Ik kijk op mijn wekker. Het is nu al 2:46 uur en ik heb nog steeds niet geslapen. Ik draai me op mijn rug.

Na een tijdje voel ik mijn oogleden zwaarder worden. Ik val in een onrustige slaap met veel dromen en nachtmerries, de ene nog erger dan de ander. Om kwart voor zes ben ik alweer wakker. Normaal heb ik heel veel moeite om 's ochtends mijn bed uit te komen, maar vandaag kleed ik me meteen als de wiedeweerga aan. Als ik de badkamer inloop en in de spiegel kijk begin ik te lachen. Mijn haar staat alle kanten op en onder mijn ogen zitten dikke wallen. 'Jij ziet er echt heel slecht uit deze ochtend', fluister ik grinnikend tegen mijn eigen spiegelbeeld. Ik plens wat water in mijn gezicht en fris me op. Beneden pak ik snel een appel uit de fruitschaal en dan fiets ik naar de woning van Lendovicus. 'Zijn jullie al wat wijzer gevonden?' vraag ik.

Lendovicus knikt. 'Er zijn sporen van een worsteling gevonden in het bos waar Caitlin en Marnix verdwenen zijn, van die andere vier geen spoor. We hebben ook bandensporen van een auto gevonden.' Lendovicus zucht. 'Ik zal niet tegen je liegen, Thomas. Iedereen maakt zich behoorlijk zorgen om je broertje en zijn vrienden. Ik slik. 'Wat brengt jou hier zo vroeg? Of kwam je hier alleen maar om te vragen of we al wat meer wisten?' vraagt Lendovicus.

'Nee.' Ik schud mijn hoofd. 'Er is iets wat Marnix en ik je nog wilden vertellen, maar door dat gedoe met Gralk hebben we er allebei niet meer aan gedacht. Ik denk wel dat het belangrijk is. Misschien brengt het verhaal wat ik je nu ga vertellen ons wel een stap dichter bij het antwoord op de vraag wat er gebeurd is en waar ze zijn.'

Lendovicus gaat op de leuning van zijn donkerblauwe stoel zitten. Hij vouwt zijn handen in elkaar. 'Vertel.'

Ik vertel Lendovicus over de rare man in de sportschool en over het pak dat hij droeg en dat dat geen normale kleding was om te dragen als je ging sporten. Ik vertel hem ook dat hij een oortje had om mee te communiceren en dat hij Marnix de hele tijd in de gaten leek te houden.

Lendovicus zucht. 'O nee', zegt hij zacht.

'Weet je wat voor een Hostis hij is? Weet je waartoe hij in staat is?' vraag ik hoopvol.

Lendovicus laat nog een diepe zucht uit zijn mond ontsnappen. Hij schudt kort zijn hoofd en staat dan op. 'Ik denk niet dat dit een Hostis is. De laatste paar jaar zijn we achter het bestaan van verschillende organisaties gekomen die voor ons magiërs erg verontrustend zijn. Deze organisaties zijn gewoon bedrijven van mensen die op zoek zijn naar aliens en het bovennatuurlijke. De ene organisatie wel wat vriendelijker dan de andere, maar alsnog: het is zorgwekkend.'

Mijn keel wordt dichtgeknepen. 'Welke organisaties?' vraag ik bijna fluisterend.

'We hebben er meerdere: de KA, NTAW, MID, BM, KHNL noem maar op. We zullen erachter moeten komen welke organisatie de kinderen heeft ontvoerd.' Lendovicus glimlacht. 'Bedankt, Thomas. Met deze informatie zijn we al een heel eind opgeschoten. Ik ga nu meteen naar de Magische Wereld om de MG te vertellen wat jij net tegen me hebt gezegd.'

'Als ik ook nog wat kan doen, zeg het maar.'

'Voor nu kan je nog even niks doen, maar ik zal zeker contact met je opnemen als je wel wat kunt doen en natuurlijk zal ik je op de hoogte houden van ons onderzoek.'

'Bedankt, Lendo.' Ik slaak een zucht van opluchting. 'Jullie doen tenminste wat. De politie blijft de komende twaalf uur nog in haar luie stoel zitten.'

'Zie het positief: in ons geval is dat ontzettend voordelig.'

Ik knik. 'Ja, je hebt gelijk.' Ik trek mijn winterjas weer aan. 'Succes.'

'Dankjewel. Ik wens jou veel sterkte.'

'Bedankt.'


Kinderen van Praesidium 2 - Organisatie WolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu