POV Thomas - Niks meer te verliezen

8 3 3
                                    

Vanmorgen werd ik gebeld door Lendovicus. Hij was samen met de leden van de MG erachter gekomen dat Caitlin en Marnix zijn meegenomen door een busje waar OW opstaat, de afkorting voor Organisatie Wolf. Het is een organisatie die bovennatuurlijke gebeurtenissen onderzoekt en hoopt dat ze op deze manier rijk wordt. Lendovicus vertelde me dat de organisatie een gebrek aan respect voor vrijheid had, maar haar slachtoffers tot nu toe gelukkig altijd in leven heeft gelaten. Ik vroeg meteen wat de MG weet van de andere slachtoffers. Lendovicus vertelde dat het magiërs van de MG waren. Hij legde uit dat de organisatie vijftien jaar geleden achter hun bestaan kwam door een Hostis. De magiërs hadden wel vergeetspreuken gedaan, maar zulke informatie gaat binnen zo'n organisatie natuurlijk als een lopend vuurtje rond. Uiteindelijk dachten de magiërs dat ze iedereen alles hebben laten vergeten, maar schijnbaar niet.

Ik ben net op weg naar de supermarkt om mezelf een beetje af te leiden, als ik Brechje aan de andere kant van de straat naar huis zie fietsen. Haar wangen zijn nat en rood van het huilen. 'Brechje!' Ze hoort me niet. Snel draai ik mijn fiets om en race achter haar aan. Het verkeerslicht gaat net op groen en Brechje kan meteen doorfietsen. Hijgend trap ik met alle kracht die ik in me heb. Oranje. 'Verdomme!' Rood. Ik rem af. Ik mag haar niet kwijt raken. Ik weet niet waar ze woont! 'Kom op, kom op. Word nou groen.' Als een gek loop ik op het knopje te drukken. Groen! Ik stap weer op en probeer zoveel mogelijk vaart te maken. Brechje is net de hoek om gefietst. Gelukkig zie ik haar nog fietsen als ik de hoek om ga. Na een tijdje vermindert ze vaart en parkeert haar fiets voor een hoekhuis. 'Brechje!' roep ik nog een keer. Dit keer hoort ze me wel en ze draait haar hoofd naar me toe. Buiten adem kom ik aan fietsen.

'Wie ben jij? Hoe ken je mijn naam?' vraagt ze met een dun stemmetje.

'Ik ben Thomas, Marnix' broer en ik ken je naam omdat Marnix eigenlijk alleen nog maar over Caitlin praat.'

'Caitlin en ik praatten vroeger super veel met elkaar. Sinds vorig jaar een stuk minder, maar misschien komt dat omdat ik toen nog op de basisschool zat en zij op de middelbare school.'

Ik zucht. Lendovicus mag wel wat meer aandacht besteden aan hoe je je normaal blijft gedragen. Het heeft geen zin om ineens heel gesloten te gaan doen naar iedereen buiten Kinderen van Praesidium. Op een gegeven moment breekt je dat op. 'Sorry dat ik je achtervolgd ben, maar ik zag dat je gehuild had.'

'Ik maak me zo'n zorgen om Caitlin. Dit is niks voor haar. De politie denkt dat ze er met haar vrienden tussenuit is geknepen, maar Caitlin is niet zo!' Brechje begint weer te huilen. Ze veegt de tranen uit haar ogen. 'Sorry', zegt ze met een glimlach. Ze haalt diep adem.

'Je hoeft geen sorry te zeggen. Ik snap je wel. Ik maak me ook heel erg zorgen. Marnix zou ook nooit zomaar weglopen. Zelfs Ashley zou dat niet doen, trouwens. Wat de politie zegt is lekker gemakzuchtig, want als ze er vanuit gaan dat ze gewoon zijn weggelopen hoeven zij niks te doen.' Dan vormt er zich opeens een vrij absurd idee in mijn hoofd. Ik slik. Zal ik het doen? Nee, er zijn regels... Ach, wat kan mij het ook schelen! Wat hebben we nou nog te verliezen? 'Ben je alleen thuis?' vraag ik.

'Ja, papa en mama hebben nu net een afspraak op het politiebureau. Hoezo?'

'Hoelang hebben we?'

'Zeker twee uur.'

'Oké, mooi. Mag ik binnen komen? Ik moet je iets vertellen.'

'Ja, tuurlijk.' Brechje doet haar fiets op slot en maakt de voordeur open. 'Kom erin. Wil je wat drinken?'

'Ja, graag.' Ik hang mijn jas op de kapstok en loop de woonkamer binnen.

'Miauw!' Een zwarte kater komt meteen van de bank af en begint me kopjes te geven.

'Ik wist niet dat jullie een poes hadden.'

'Hebben we ook niet.' Brechje draait zich om en schrikt als ze de poes ziet. 'Chips, ik ben haar vergeten naar buiten te laten. Gelukkig dat papa en mama er nog niet zijn.'

'Die poes is niet van jullie?' vraag ik verbaasd.

Brechje schudt haar hoofd. 'Het is de poes van de overburen. Het beestje loopt overdag eigenlijk altijd op straat. Ik lok haar met eten en neem haar dan mee naar binnen. Sinds Caitlin vermist is, ben ik niet graag alleen. Kun je alsjeblieft niks tegen mijn ouders zeggen?' Ze kijkt me smekend aan.

'Ik beloof je dat ik niks zal zeggen als jij me belooft dat alles wat ik jou nu ga vertellen ook geheim blijft. Je mag het tegen niemand, maar dan ook niemand vertellen. Erewoord?'

Brechje kijkt me raar aan. Ze lijkt even te twijfelen, maar zegt dan: 'Ja, erewoord.'

Ik ga zitten terwijl Brechje een glas limonade voor mij neerzet. 'Dank je.' Ik neem een paar slokken.

'Ga je me een geheim vertellen?' vraagt Brechje nieuwsgierig. Ze lijkt haar verdriet en bezorgdheid even vergeten te zijn.

Ik knik. 'Ja, een heel groot en gevaarlijk geheim. Ik weet waar je zus en haar vrienden zijn.'

Geschokt kijkt Brechje mij aan. 'Waar zijn ze dan? Hoe weet jij dat? En waarom heb je het dan niet tegen de politie gezegd?'


Kinderen van Praesidium 2 - Organisatie WolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu