POV Marnix - Opgesloten

5 3 13
                                    

Onrustig ijsbeer ik heen en weer door de kleine kamer die ik met Tigo deel. De eerste nacht heb ik alleen met Caitlin gespendeerd. Ze was erg van streek en ik heb haar zo goed en kwaad als het kon, geprobeerd te troosten. Uiteindelijk zijn we in hetzelfde bed gaan liggen, ondanks dat er twee bedden stonden. Allebei werden we wel ongemakkelijk van de camera die in de kamer hing, maar we zijn toch in slaap gevallen. In alle vroegte hoorden we gestommel. Inmiddels hadden Richard en Jack (zo heten de twee mannen die de leiding hebben, al heeft Jack volgens mij meer in de melk te brokkelen dan Richard) Hanna, Ashley, Tigo en Esra ook te pakken gekregen. Zowel Caitlin als ik werden er hopeloos van. Het laatste beetje hoop was definitief verdwenen. Caitlin werd meteen de kamer uit gesleurd en Tigo kwam ervoor in de plaats. Op de gang hoorde ik Jack nog schreeuwen: 'Wat had ik je nou gezegd? Meisjes bij de meisjes, jongens bij de jongens! Moet ik hier dan ook alles zelf doen?'

Richard was heel rustig gebleven en had zich kalm verontschuldigd. Ik denk echter dat Jack zich daardoor alleen maar meer aan Richard gaat irriteren: je lijkt Richard niet bang te krijgen, hoe hard je ook tegen hem tekeer gaat.

Tigo heeft inmiddels zijn schoenen uitgetrokken en is op zijn bed gaan liggen. Eén van zijn schoenen gooit hij steeds omhoog en dan vangt hij die weer op. Veel meer dan dat valt er hier ook niet te doen. Ik draai me om naar mijn beste vriend en stop met lopen. 'Er moet toch een manier zijn om hier weg te komen.'

Tigo houdt zijn schoen vast en komt iets overeind. 'Hoe dan?' vraagt hij. 'Om te beginnen zit deze deur al op slot, er zitten geen ramen in deze kamer, dat ventilatieroostertje is te klein om doorheen te kruipen en al komen we deze kamer uit, dan zijn we nog geen stap verder. Dit gebouw is een doolhof!'

'Ja, dit gebouw is een doolhof', geef ik toe. 'Alleen ik schat het IQ van die Richard niet heel hoog in. Jij wel?'

'Nee, ik ook niet. Ik snap alleen niet wat het IQ van Richard hier mee te maken heeft.'

'Richard is waarschijnlijk te dom om hier de weg te vinden, dus er moet vast wel ergens een plattegrond te vinden zijn.'

'Zodra we uit deze kamer worden gehaald moeten we dus goed rond kijken', concludeert Tigo.

'Juist en rustig blijven. Kan je me ook nog iets anders beloven, Tigo?'

'Ligt eraan', grinnikt Tigo. Hij lijkt best wel relaxed. Misschien is dat ook beter. Als je helemaal in paniek raakt, kom je ook geen stap verder.

'Kun je voor één keer in je leven even goed nadenken voordat je wat zegt? De meisjes zullen wel ontzettend bang zijn en ik geef ze geen ongelijk. Alleen als jij dan met een van je domme, ondoordachte opmerkingen aankomt zal het nog veel erger worden.'

'Je kent me al langer dan vandaag, Marnix. Je weet dat ik dat niet kan beloven. Ik floep er altijd van alles uit en al helemaal als ik nerveus ben, maar ik zal mijn best doen om mijn mond dicht te houden.'

'Dank je, dat is alles wat ik van je vraag.' Zuchtend ga ik op mijn bed zitten. 'Thomas en Lendovicus zullen ons wel vinden, toch?'

'Tuurlijk, dat weet ik heel zeker.' Aan Tigo's stem te horen, weet hij het niet heel zeker. Hij probeert mij en zichzelf gewoon moed in te praten. Ik knik. Tigo heeft wel gelijk. We moeten de moed niet verliezen. 'Wat zouden ze met ons van plan zijn?'

Ik haal mijn schouders op. 'Ze willen ons gebruiken voor onderzoek, maar wat dat onderzoek precies inhoudt weet ik niet.'

'Vast niks goeds', zegt Tigo.

'Nee, vast niet.' Ik zucht diep. 'Het wordt vast pijnlijk.'

'Of dodelijk', zegt Tigo bijna fluisterend.

Ik word misselijk bij die opmerking. Gelukkig ebt het misselijke gevoel al snel weg en maakt het vreemd genoeg plaats voor een gevoel van machtig. Ineens voelt het alsof ik de hele wereld aankan, samen met mijn vrienden! Ik sta op van het bed. 'Maar ze moeten niet denken dat ze ons van alles kunnen maken. Wij kunnen ook dodelijk uit de hoek komen als het nodig is', zeg ik vol overtuiging.

'Je hebt gelijk!' zegt Tigo enthousiast. In zijn ogen verschijnt weer wat hoop. 'Lendovicus zal het vast niet erg vinden als we hen doden, want we verdedigen onszelf gewoon.'

'Precies en daar kunnen we de politie ook met gemak van overtuigen.'

Tigo opent zijn mond om iets te zeggen, maar hij blijft stil als we buiten de kamer twee mannen horen praten en het gerinkel van een sleutelbos horen. Mijn hart bonst onrustig heen en weer in mijn borstkas. 'Alles staat klaar voor de eerste proef. Jullie kunnen met mij meelopen.' Het is Jack. Zowel Tigo en ik blijven stokstijf staan.

'Als het kan vandaag nog', hoor ik Richard geïrriteerd zuchten.

'Niet zo veeleisend, Rikkie! Ik zit hier niet voor mijn plezier!' Dat kan maar één persoon zijn: Ashley.

'Jullie kunnen nu vrijwillig meelopen of we zorgen er met geweld voor dat jullie meelopen!' schreeuwt Jack tegen Tigo en mij. Tigo en ik besluiten om te gehoorzamen en lopen de kamer uit. Ik wissel een blik met Caitlin. Zij is net zoals ik bang. Bang voor wat ons te wachten staat.


Kinderen van Praesidium 2 - Organisatie WolfWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu