Hoofdstuk 11

14.4K 535 34
                                    

Ik veeg m'n tranen weg en probeer op te staan wat moeilijk lukt door m'n pijnlijke been.

'Hulp nodig' ik schrik op van de jongens stem.

'Ehm.. Nee het gaat wel..' Mompel ik en probeer nogmaals op te staan.

De jongen pakt me ruw bij m'n arm en tilt me uit de takken.

Ik zicht kort 'bedankt' zeg ik met een zwakke glimlach.

Ik voel even aan m'n dik geworden ogen.

'Gaat het wel?' Vraagt de jongen 'je ziet er nog al behuild uit' zegt hij en legt een hand op m'n rug.

'Hier' hij pakt een zakdoek uit z'n jas en geeft het aan mij.

Ik glimlach kort 'bedankt' ik veeg de uitgelopen mascara van m'n gezicht en gooi het in de prullenbak.

'Mijn naam is Nathen' stelt de jongen zich voor.

'Ik ben Stefanie' zeg ik en draai me weer naar hem toe .

'Het spijt me dat ik zo kortaf doe' bied ik m'n excuses aan.

'Hoezo kortaf?' Hij kijkt me vragend aan 'ik vind dat je helemaal niet kortaf doet' zegt hij.

'Ik ben m'n broer kwijt..' Zeg ik 'echt kwijt, voor altijd.'

Hij kijkt me even geschrokken aan 'W-wat erg voor je.'

Ik knik en kijk Nathen dan aan.

'bedankt dat je me hielp, maar ik moet nu echt terug naar huis' ik kijk hem spijtig aan.

'Geen probleem' zegt hij en pakt m'n omgevallen fiets op.

Ik glimlach 'nogmaals bedankt' ik spring op m'n fiets en zwaai een keer naar Nathen.

Ik fiets het bos uit en kom dan weer op een open weg.

Het was fijn om alles even te vergeten, om even nergens aan te denken.

Ik als ik thuis kom zet ik m'n fiets achterom en kijk in het raam naar m'n make-up.

Je zag niet meer dat ik had gehuild, ik maak de deur open en hoor dat Cecile boven is.

Tyler was werken, hij zou vanavond laat pas thuis komen.

'Hallo!' Roep ik hard door het huis.

'hè!' Hoor ik direct antwoord terug 'Is Justin er al?' Hoor ik d'r vragen.

Ik slik even 'Nee' mompel ik zacht.

Cecile komt van de trap af gerent.

'Wat zei je?' Ze kijkt me enthousiast aan.

'Nee Cecile, hij is er niet.. Hij was niet in het ziekenhuis.. Ik weet niet wat ik moet doen' zeg ik in paniek en plof op de bank met m'n hoofd in m'n handen.

'Hey, gaat het wel' Cecile neemt plaats langs me 'We vinden hem wel' zegt ze.

Snapte ze dan niet dat hij er niet meer was?

'Maar... Hij komt niet terug toch?' Ik kijk haar met waterige ogen aan.

'Wat bedoel je..?' Vraagt ze me 'je denkt dat hij het niet heeft gered?' Haar ogen worden iets groter.

'Dat zou bijna onmogelijk zijn, het ziekenhuis heeft nog niet eens gebeld'

Ik knik en glimlach zwakjes.

'Ik ben even weg' zegt Cecile 'boodschappen doen' ze pakt haar jas en zwaait nog een keer.

'Doei!' Roep ik haar na en  ga op de bank zitten.

Ik voelde me opgelucht...

Maar ik vond het nog steeds raar dat Cecile en Tyler zo weinig stressen om Justin.

Ik ken hem nog maar een paar maandjes en ik stres meer dan hen, degene die Justin al heel zijn leven kennen.

Ik sta op en loop een aantal rondjes om de tafel.

Uiteindelijk besluit ik om een rondje te gaan lopen.

Ik loop de deur uit en voel dat het best frisjes is.

De deur was gesloten, ik kon niet meer terug.

Ik sla m'n handen rond me en ik loop het bos in.

Ik zie wat kinderen rond rennen en verstoppertje spelen.

Ik kijk veel om me heen waardoor ik de jongen voor me niet eens had gezien, waar ik nu dus tegenop knalde.

'Sorry!' Roep ik snel 'ik lette niet op en..eh..' Ik zie dat de jongen bekend voor komt.

'Stefanie?' Lacht hij dan 'dat ik jouw nog tegen zou komen.'

Het kwam opeens in me op dat het Nathen was, de jongen die ik die dag zelf nog had gezien.

Ik glimlach verlegen 'je tranen zijn gelukkig weg' lacht hij.

Ik knik 'ik wilde toch nog even een frisse neus halen' lach ik.

'Vertel eens..' Begint hij opeens 'je woont hier nog niet lang toch?' Vraagt hij 'ik heb je nog nooit eerder gezien' zegt hij.

Ik knik 'dat klopt, ik woon hier nog maar een paar maanden' zeg ik.

'Ik woon nu in een adoptie gezin..vandaar' Nathen knikt daarop.

'Ah, zijn ze aardig?' Vraagt hij.

Ik knik hevig 'heel aardig, ik voel me al best thuis.'

Nathen lacht 'altijd fijn om een leuke familie om je heem te hebben, is het niet?'

Ik knik 'dat is zeker fijn, een familie die om je geeft' zeg ik.

Nathen knikt 'wat doe je hier eigenlijk, alweer?' Vraagt hij.

'Ik eh.. Ik had frisse lucht nodig..' Mompel ik.

'Ah.. Oke' ik voelde een ongemakkelijke stilte aankomen.

'dan zie ik je misschien nog wel een keer?' Hoor ik Nathen zeggen.

Ik knik en glimlach waarna ik doorloop.

Ik werd een beetje zenuwachtig van Nathen.

Het gevoel dat hij iets van me wilde was niet erg prettig.

Ik loop verder en zie daar het einde van het bos.

Ik liep het bos uit en ga op de stoeprand zitten.

Ik verberg even m'n hoofd in m'n handen.

Ik hoor geritsel achter me vanuit de bossen.

Mijn schokkende reactie had meteen effect op het geluid.

Het hield meteen op, ik kijk wat achter me en sta dan op.

Ik steek de straat over en ren dan zo hard als ik kan richting huis.

Iets of iemand achtervolgde me....

**

Verliefd op mijn nieuwe broer.Waar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu