Hoofdstuk 5

177 11 0
                                    

Ik zat in elkaar gedoken bij de parachutes zoals Joke, de stewardess overigens, ze was echt heel aardig, me had opgedragen.

Ik zou één van de overvallers moeten grijpen, zodra hij hierheen kwam. Ik had een stukje glas kunnen bemachtigen dat ik als wapen kon gebruiken. Joke zou achter de deur van de cockpit de andere overvaller bedreigen tot één van de twee zou bekennen waar de bom lag.

Tijdens het wachten steeg de spanning immens. Ik had nog nooit zoveel gezweet. Als ik thuis was geweest, in normale omstandigheden, had ik gewalgd van mezelf, maar momenteel kon het me geen barst schelen.

Ik keek naar de parachutes naast me, allemaal onbruikbaar door schietgaten. Ik zag er maar één, hoogstens twee, die onaangeroerd waren.

Plots hoorde ik een geluid, maar ik zag niets dus ging ik door met denken. Ik bedacht me dat Joke had gezegd dat er twee overvallers waren, een grote en een kleine.

Ik zou dus één van de twee krijgen, hopelijk niet de kleine, want die had een geweer. Iets in me wist dat dat niet zo zou zijn.

Nog geen drie seconden daarna hoorde ik voetstappen aankomen. Het was de man, de kleine zoals ik had verwacht. Ik wilde uit mijn schuilplaats komen maar toen...

TraumaWhere stories live. Discover now