Hoofdstuk 14

113 10 0
                                    

Thomas' POV

Ik keek Joke aan. Alhoewel je het niet echt aankijken kon noemen, aangezien haar ogen dicht waren. De monitor piepte anders dan normaal. Hoe kon dit zo snel gebeuren?

Gisteren was alles oke geweest, voor zo ver je het oke kon noemen. Ik was zo geconcentreerd met Joke bezig, dat ik haar niet hoorde binnenkomen. De tranen stroomden over mijn wangen terwijl ik over Joke's handpalm wreef. Ik moest iets zeggen, ze moest me horen.

"Jokie, kom bij me, ik moet met je spreken," mompelde ik.

Een dokter kwam de kamer ingelopen, maar ik keek niet op.

"Sorry Thomas, we weten niet wat er gebeurd is, het begon vanmorgend, haar hartslag vertraagde en er is geen stoppen aan."

Het was dokter Mols, ik kende hem al goed, waarom deed hij niets?

"Waarom doet u niets, verdomme?" schreeuwde ik.

"Er valt niets te doen, het spijt me, innige deelneming."

"Klootzakken!" riep ik luid.

"Thomas.." hoorde ik een kalme stem achter me zeggen, het was Jane.

Ik draaide me in een ruk om en staarde haar aan: "wat ga jij nu zagen, het enige dat jij doet is slapen en depressief wezen, dom wicht!"

Ik had meteen spijt van mijn woorden, ik zag dat ik haar gekwetst had, een lichte traan welde op in haar hazelbruine oog en rees verder over haar wang.

Ze kwam voor Joke's bed staan en fluisterde: "Vaarwel Joke, 'k zie je snel." en wandelde toen de kamer uit.

Ik bleef alleen achter met Joke en zag op de monitor dat er niet veel meer van het gepiep overbleef. Joke was bleker geworden. Het was bijna over.

(0)(0)(0)(0)(0)(0)(0)(0)(0)

Jane's POV

Ik strompelde de kamer uit en liep door alle gangen. Het was bijna voorbij, niet alleen voor Joke, maar ook voor mij. Ik zou snel weer bij hen zijn, bij al mijn geliefden. Ik moest Thomas z'n vrijheid gunnen, ik moest hem laten gaan.

Tranen stroomden als niet te stoppen over mijn wangen, waardoor ik bijna niets meer kon zien. Ik ging naar huis, maar hoe ging ik daar geraken? Thomas had de autosleutels, en ik kon toch niet rijden. Lopen dan maar. Ik rende aan één stuk door, de adrenaline in mijn aderen vermeed dat ik vermoeid raakte. Al snel zag ik het grote huis dichterbij komen.

TraumaWhere stories live. Discover now