Hoofdstuk 10

64 5 6
                                    

Waarom ben ik naar rechts gegaan? Waarom ging ik niet sneller fietsen zodat die auto niet voorbij kon komen? Waarom ben ik niet gewoon naar huis gegaan? Dan kon ik gewoon doen alsof er niks was en gewoon mijn huiswerk maken, eten leren, slapen en nergens aan denken. Niet dat leren zo leuk is, maar dan hoef ik even niet aan Luke te denken.

Aarzelend kijk ik naar Luke die op het bankje zit. Zijn rug is naar mij toegekeerd waardoor hij mij niet kan zien. Ik kan nog terug. Nu kan het nog. Maar ik wil hem spreken. Ik wil zijn lieve stem horen. Maar misschien eindigt het gesprek net zoals toen in de supermarkt.

'Emma, je bent toch gekomen!' Shit, hij heeft zich omgedraaid. 'Hoi.' Zeg ik zacht. Luke schuift een stukje op als teken dat ik naast hem kan zitten. Aarzelend ga ik zitten. Zijn gezicht ziet eruit alsof hij moet nadenken over wat hij wil zeggen. Zelf weet ik ook niet wat ik moet zeggen dus kijk ik maar naar de kinderen die zorgeloos over het gras aan het rennen zijn. Wat mis ik die tijd. Gewoon naar buiten wanneer je wilt, geen huiswerk, en heel veel kinderfeestjes.

Luke schraapt zijn keel. Ik kijk hem aan. 'Sorry.' Zegt hij. Als ik niet reageer gaat hij verder. 'Sorry dat ik zonder enige reden wegging bij het café, dat ik ons afspraakje liet zitten, ook zonder reden en sorry voor mijn reactie in de supermarkt.' Ik kijk hem even aan om te zien of hij het echt meent. Maar ik kan niks uit zijn gezichtsuitdrukking afleiden. 'Waarom? Waarom deed je het dan? Ik bedoel, ik snap het best als je opeens ergens heen moet of zo, maar je kan dan toch wel vertellen waar? Of als er iets is. Dan kun je dat ook gewoon vertellen.'

Luke kijkt zenuwachtig naar zijn schoenen. 'Het spijt me echt heel erg. Ik ga beter letten op mijn gedrag en ik wil je niet tot last zijn met mijn problemen. En ik snap heel goed dat je wil weten over welke problemen ik het heb, maar dat vertel ik nu liever niet.' Luke aarzelt even voordat hij verder gaat. 'Ik ga het wel ooit vertellen. Ik beloof het.'

Ik weet niet wat ik moet zeggen

Oops! This image does not follow our content guidelines. To continue publishing, please remove it or upload a different image.

Ik weet niet wat ik moet zeggen. Oké, hij hoeft zijn problemen niet op mij af te reageren, maar ergens voel ik me ook wel schuldig. Hij zou zich vast rot gevoeld hebben en dan doe ik ook nog zo stom tegen hem. Maar waarom wil hij niet zeggen wat voor problemen hij heeft? Misschien kan ik hem wel helpen.

Alsof hij mijn gedachten kan lezen, gaat Luke verder. 'Sorry, maar de problemen zijn nogal persoonlijk. Ik beloof dat ik het je ga vertellen een keer.' Een keer. En wanneer is die keer? Volgende week? Volgend jaar?

'Emma, wil je mij alsjeblieft een tweede kans geven?' Twee lieve, mooie ogen kijken me smekend aan. Ogen waar ik geen nee tegen kan zeggen. Maar toch begin ik weer te twijfelen.

Ik haal diep adem. 'Oké, ik geef je nog een kans.' Na die woorden schuift Luke dichter bij me op het bankje. Hij slaat zijn armen om me heen en kust al mijn twijfels weg. Een golf van warmte gaat door mij heen, ik weet zeker dat ik de juiste keuze heb gemaakt.

~

'Mam! Ik ben thuis!' Ik leg de huissleutel op tafel en loop meteen naar de keuken, zoals altijd. Ik pak een koekje en een glas water. Of zal ik toch een ijsje pakken? Of gewoon allebei, waarom niet?

'Ben je nu pas thuis? Je was toch al om twee uur uit?' Mijn moeder is inmiddels naar beneden gekomen. Haar haar is nat, dus waarschijnlijk komt ze net van de douche. 'Ja, ik was nog even in het park.' Ik heb geen geheimen voor mijn moeder, maar het is ook niet zo dat ik echt alles meteen aan haar vertel. Sommige dingen houd ik liever voor mezelf.

Voordat m'n moeder nog meer vragen gaat stellen, ga ik snel naar boven. In mijn kamer ga ik achter mijn bureau zitten en pak mijn boek van Engels. Zuchtend kijk ik naar de bladzijdes met woordjes. Ik besluit maar de helft te leren, aangezien ik nog een paar dagen heb voor de toets.

De woorden zijn gelukkig niet heel moeilijk en ik ben al snel klaar. Ik kijk op de klok: 18.36. Ik kan nog even naar Imke toe. Ik stuur haar een meteen een berichtje. Meestal stuurt ze bijna meteen een berichtje terug, maar na een uur heeft ze nog steeds niet gereageerd. Ik besluit me er niet druk om te maken. Het heeft nu toch geen zin meer om nog weg te gaan.

Zuchtend loop ik naar mijn broers kamer. In zijn boekenkast staan weer veel nieuwe boeken. Ik pak er zoals altijd een random boek uit. Lucas gaat vaak naar de boekenwinkel. Als hij nieuwe boeken heeft, leen ik er altijd een paar. Meestal heeft hij het niet eens door.

Ik kom zelf ook wel vaak in de boekenwinkel, maar meestal heb ik dan m'n geld al verspild aan ijsjes, donuts en kleren. Daarom pak ik in de winkel altijd een boek en lees ik het daar ook meteen uit. Nu pak ik gewoon een boek van Lucas. Het is inmiddels alweer 19.48, dus het heeft niet heel veel zin meer om naar de boekenwinkel te gaan.

Met het boek in m'n hand loop ik weer naar mijn eigen kamer. Ik ga op bed zitten en zet een album van Coldplay op. A Rush Of Blood To The Head. Zodra ik de eerste bladzijde omsla, vervaagt de wereld om mij heen en kom ik terecht in mijn eigen vertrouwde wereldje. Even niet aan school en Luke denken, nu het nog kan. Morgen kom ik weer op school en zal dit rustige gevoel compleet verdwenen zijn.

Holding On To YouWhere stories live. Discover now