Hoofdstuk 17

62 5 8
                                    

Herfstvakantie. Eindelijk. Ik fiets vrolijk naar huis. Terwijl iedereen nog met een zomerjas geniet van de zon, heb ik zoals altijd al een winterjas aangeschaft. Ik snap het gewoon niet. Hoe kun je genieten van het weer als het niet boven de twintig graden is? Gelukkig ben ik niet de enige met een winterjas en zijn er ook nog een paar verstandige mensen op de wereld.

Als ik thuis ben, gooi ik mijn sleutels op tafel en neem ik mijn tas mee naar boven. Ik ga op bed zitten en geniet even van het feit dat ik niet aan school, Luke of Jesper hoef te denken.

Afgelopen week heb ik me vooral beziggehouden met het negeren van Luke en Jesper. Jespers berichtjes heb ik elke keer verwijderd, maar met Luke was het wat moeilijker. Hij wilde me vaak spreken, maar ik liep elke keer weg zonder iets te zeggen. Wat ik ook doe bij brugklassers trouwens. Imke was wel gewoon aanspreekbaar. Soms was ze een beetje afwezig, maar we konden ook weer gewoon samen lachen.

Met de schoolband hebben we ook niet veel meer gedaan. Het is misschien ook wel goed dat we even een pauze nemen. Imke is een beetje afwezig en vermijdt Jamie. Jamie heeft het druk met Eline en ik wil gewoon uit de buurt blijven van Luke. Als ik hem niet hoef te spreken, kan ik ook niet tegen hem liegen. En ik weet dat dat heel slap is, maar ik moet even de tijd nemen om na te denken. Gelukkig is het nu vakantie en heb ik een week om helder na te denken.

Beneden hoor ik de telefoon. Mijn moeder neemt op, gelukkig. Ik heb geen zin in mensen. Hopelijk komt er geen bezoek. Of erger nog, straks belt er iemand voor mij. Niet dat ik zo veel sociale contacten heb. Mijn vrienden, voor zover ik die heb, willen nu waarschijnlijk ook gewoon van de herfstvakantie genieten.

'Emma, het is voor jou,' hoor mijn moeder zeggen. Daar heb je het al. Wie heeft er het lef om mijn vakantie te verpesten, die pas een uur geleden is begonnen? Met een zucht ga ik rechtop zitten.

'Oke,' antwoord ik, zonder ook maar één ledemaat te bewegen.

'Emma!'

Geïrriteerd sta ik op en bereid mezelf mentaal voor op de persoon die het begin van mijn vakantie verpest. Ik loop zo langzaam mogelijk naar beneden, waar mijn moeder ongeduldig staat te wachten. 'Ja, ze komt eraan,' hoor ik haar zeggen.

'Hier, volgens mij is het Jesper of zo. Of Jasper. Ik weet niet of je hem kent...' Mijn moeder geeft me de telefoon aan. Ik kijk haar verschrikt aan. Jesper? Wat moet hij nou weer? Hoe komt hij aan dit nummer?

'Mam, hang op! Nu.' Ik klink volgens mij nogal wanhopig, want mijn moeder kijkt me verbaasd aan. 'Doe niet zo raar. Pak die telefoon nou maar,' zegt ze.

Ik maak een gebaar als teken dat ik alleen wil zijn en mijn moeder loopt gelukkig naar boven.

'Hallo?' Mijn stem klinkt zacht. Mijn hart klopt als een bezetene en het liefst had ik allang de telefoon tegen de muur gegooid. Maar zo agressief ben ik nog net niet.

'Hé, Emma. Eh, kan ik je even spreken?' Jespers stem klinkt door de telefoon nog even sexy en ik moet moeite doen niet de hele dag hier te staan en naar zijn stem te luisteren. Ik verman mezelf, haal even adem en zet mijn verstand weer aan. 'Je spreekt nu toch al met mij?'

'Maar, ik bedoel, ergens samen. Als je wilt natuurlijk. Ik wil gewoon even praten.'

'Nee.'

Het blijft een tijdje stil.

'Luister, ik weet dat het niet slim van me was om je te kussen. Ik voel me er echt schuldig over. Echt. Jij hebt niks fout gedaan.'

Holding On To YouWhere stories live. Discover now