Hoofdstuk 16

64 6 21
                                    

Met een bak ijs zit ik voor de tv. Ik heb mijn schoenen ergens neergegooid en een sweater aangetrokken. Mijn ouders zijn gelukkig niet thuis. Nu kan ik lekker alleen van mijn weekend genieten. Niet denken aan school en vooral niet denken aan afgelopen maandag.

Na de middag bij Jesper is de rest van de week als een waas voorbij gegaan. Ik ging naar school met wallen van de slapeloze nachten en volgens mij negeerde ik iedereen compleet. Imke had het waarschijnlijk niet eens door, aangezien er ook iets is met haar. Ik heb ook de repetities met de band overgeslagen en op geen één berichtje gereageerd. Ik heb ze wel gelezen. Behalve die van Jesper dan. Die heb ik meteen verwijderd. Van Luke heb ik helemaal geen berichtjes gekregen. Ik zou daar blij mee moeten zijn, maar toch zit het me niet helemaal lekker.

Door het plotselinge trillen van mijn telefoon laat ik bijna mijn bak ijs vallen. Met een zucht tast ik met mijn hand op de tafel, zonder ook maar iets van de film op tv te missen. Zal vast mijn moeder zijn.

'Ja, hallo,' zeg ik, een tikkeltje geïrriteerd.

'Emma, hoi. Ik ben het,' klinkt het aarzelend aan de andere kant.

'Imke...'

'Ik eh kan ik even langskomen?' Imkes stem klinkt zacht. Bijna bang. Ik hoop dat ze niet denkt dat ik boos ben, want dat ben ik juist helemaal niet. Ik ben nooit boos op vriendinnen. Dat kan ik gewoon niet.

'Ja, natuurlijk. Kom maar,' antwoord ik.

'Oké, dan zie ik je zo.'

'Tot zo.'

Een beetje verbaasd, maar ook wel opgelucht leg ik mijn telefoon weer op tafel. Het is fijn dan Imke weer wil praten. Deze hele week hebben we maar een paar woorden tegen elkaar gezegd. Ik besluit maar niet te vragen wat er is. Als ze er niet over wilt praten, wil ik haar er niet naartoe dwingen.

Net als de film is afgelopen, gaat de deurbel. Ik eet snel het laatste beetje ijs op, zet de tv uit en loop naar de deur.

'Hé, Imke!' zeg ik als ik de deur open. Imke kijkt me even aan en proest het dan uit. Een beetje verbaasd blijf ik staan.

'Wat is er zo grappig?'

'Laat me raden. Je hebt weer ijs gegeten? Het zit helemaal op je neus!' Imke lacht nu nog harder. Ik draai me naar de spiegel en veeg snel het ijs van mijn neus. Maar ook ik kan geen lach onderdrukken en even later lopen we allebei hardop lachend naar binnen.

Ik laat mezelf weer op de bank vallen en Imke ploft naast mij neer. Gelukkig is ze weer vrolijk. Nu maar hopen dat dat zo blijft. Ik vraag wat ze gaat doen in het weekend en of haar toetsen net zo slecht gingen als bij mij. We praten en lachen, alsof we inhalen wat we deze week niet aan elkaar verteld hebben. Voor heel even vergeet ik al mijn zorgen en is het net als eerst. Toen alles goed leek te gaan.

'Maar ik vroeg me af,' begint Imke, 'wat is er allemaal aan de hand? Je bent een beetje afwezig de laatste tijd.'

Oké, daar gaat mijn moment. Alles komt weer naar boven en ik weet even niet wat ik moet zeggen. Ik ben bovendien toch niet de enige die een beetje afwezig is de laatste tijd. Maar Imke is een goede vriendin. Waarom zou ik het niet gewoon vertellen?

'Ja, waar zal ik beginnen?' Ik haal even diep adem voordat ik begin. Hoe wil ik dit het beste vertellen? Imke kijkt me afwachtend aan.

'De laatste tijd is Luke, zeg maar, anders,' begin ik. 'Hij gedraagt zich een beetje raar. Hij zegt heel vaak afspraakjes af of gaat soms weg.' Ik slik even. 'We hadden ook ruzie. Toen zei hij dat hij erop zou letten en dat hij nog wel zou vertellen waarom hij zich zo gedroeg. Een tijdje ging het goed, maar vorige week zondag hadden we weer ruzie. Hij werd gebeld door ene Iris en toen moest hij opeens weg. We hebben het niet meer uitgepraat... Ik vertrouw hem niet meer, denk ik. Ik ben bang dat als het net goed gaat, dat er weer iets gebeurd. En die Iris... Ik weet het niet.'

Holding On To YouWhere stories live. Discover now