Hoofdstuk 27

57 4 50
                                    

Ik dacht dus dat ik vrijdagavond op "publiceren" had gedrukt. Niet dus. Oeps. Hier is een hoofdstuk. Alsjeblieft.
__________________________________________________________________________________

Even is er een moment van stilte. Luke kijkt me aan met zijn blauwe ogen. Ik kijk terug. Zo, ik heb het gezegd. Wat ik al eerder wilde zeggen, maar niet heb gedaan. Nee, ik moest er eerst een heel verhaal omheen lullen waardoor hij dacht dat ik niet meer van hem hield.

'Emma, ik... sorry.' Luke kijkt aarzelend naar zijn schoenen. Zijn haar zit nog warriger dan normaal door de wind en doordat hij net zo snel mogelijk deze berg op is geklommen.

'Je hoeft geen sorry te zeggen.' Ik wil niet dat hij zich schuldig voelt. Dat hoeft hij ook helemaal niet.

'Breng me eerst maar veilig naar de grond, want ik ben nog steeds aan het trillen.' Luke knikt en pakt mijn hand. Zodra ik de rotsen loslaat, voel ik weer bloed door mijn hand stromen en de warmte van Lukes hand. Luke blijft dichtbij me en ik aarzel even als ik mijn voet wil verplaatsen. Luke merkt het.

'Je kunt me vertrouwen, echt waar,' zegt hij. Ik weet dat hij gelijk heeft. Ik moet hem vertrouwen. Ik verplaats mijn voet en laat me door hem naar beneden begeleiden.

'Was dat serieus zo moeilijk?' Robin kijkt ons ongeduldig aan. Omdat hij overbleef met tweetallen maken, moest hij wachten tot wij klaar waren, zodat hij met een van ons kan.

'Met wie moet ik nu samen doen?' vraagt Robin. Ik kijk naar mijn handen. Ze zijn helemaal vies en ze doen nog steeds pijn. Ik kijk naar Luke. 'Ik ga wel nog een keer,' zegt hij en ik kijk hem dankbaar aan.

Terwijl Luke en Robin zich klaarmaken, zoek ik een rustiger plekje op. Iets verderop is een beschut plekje met een paar bomen. Ik laat me op het gras zakken en haal mijn telefoon uit mijn broekzak. Ik toets Imkes nummer in en ze neemt vrijwel meteen op.

'Hé, Emma! Hoe is het?'

'Dat kan ik beter aan jou vragen,' zeg ik lachend.

'Nou, heel goed! We hebben vandaag het een en ander overlegt en ze willen misschien wat covers gaan opnemen.'

'Zo leuk!' Het is fijn om te horen dat Imke zo blij is. Al moet ik zeggen dat ik haar vanavond wel ga missen. Nu ben ik helemaal alleen in een tentje. En ik hou al niet van kamperen.

'En jij? Hoe was jouw dag? Leef je eigenlijk nog of praat ik met je geest?' Ik moet lachen en ik weet dat Imke nu waarschijnlijk heel verbaasd met haar telefoon zit. Ze weet nog niet dat ik me gelukkiger dan ooit voel.

'Super! Luke was helemaal niet boos en hij was zo lief en we zijn samen de berg af gegaan en...'

'Wacht.' Ik stop met praten. Imke moet vast heel erg in de war zijn. Oké, ik ben ook niet heel erg duidelijk.

'Zijn Luke en jij weer samen? Oh mijn god! Jullie zijn weer samen!' Ik houd mijn telefoon een stukje van mijn oor vandaan, zo hard schreeuwt Imke. Ik glimlach en ik weet dat Imke nu ook glimlacht. Het liefst was ik nu bij haar, zodat we samen blij konden zijn en samen konden gillen en ijs eten.

Dat ijs eten had eigenlijk ook niet gekund als Imke er wel was. Het strafkamp is nog steeds niet voorbij en ze hebben hier geen ijsjes.

Imke en ik blijven nog lang praten over van alles. Ik vertel haar over mijn avontuur op de berg en ik hoor heel vaak de woorden 'oh mijn god' en 'dat meen je niet' terug.

Na een tijdje komt Luke mij halen voor de volgende activiteit. Met tegenzin hang ik op en loop ik met Luke mee. Ik ben in ieder geval blij dat ik van dat klimmen af ben. Dat was echt een hel.

Holding On To YouWhere stories live. Discover now