Hoofdstuk 26

76 4 47
                                    

'Veel succes en vooral heel veel plezier!' Ik omhels Imke alsof dit de laatste keer is dat ik haar zie. Wat eigenlijk ook weleens waar zou kunnen zijn, aangezien ik nog steeds niet met zekerheid kan zeggen dat ik dit kamp ga overleven. 'Dank je wel. Dat moet goed komen,' zegt Imke. Haar glimlach is niet van haar gezicht af te slaan en zelf moet ik ook spontaan glimlachen.

Een paar klasgenoten wensen haar nog veel plezier en dan is het afscheid voorbij. 'Veel succes nog hier,' zegt Imke snel, voordat ze met een taxi wordt weggebracht. Ik zwaai naar haar totdat de auto is verdwenen.

Nu sta ik er dan toch echt alleen voor.

Ik slenter terug naar de plek waar we moeten verzamelen. Om half een lopen we naar de klimactiviteiten en het is nu twaalf uur. Om kwart over twaalf zullen er nog wat instructies verteld worden.

Luke heb ik vandaag niet meer gesproken. Ik durf hem niet onder ogen te komen. Bij het ontbijt heb ik hem zo goed mogelijk weten te ontlopen en daarna ben ik meteen teruggegaan naar de tent om Imke te helpen met haar spullen. Haar enthousiasme leidde me gelukkig wel af.

Als ik bijna bij de verzamelplek ben, heb ik meteen spijt dat ik zo vroeg ben. Luke is de enige die er al staat. En alleen zijn met Luke is wel het laatste wat ik wil. Ik ga wat langzamer lopen en doe alsof ik hem niet zie. Achter mij hoor ik voetstappen. Als de voetstappen voorbijkomen, zie ik dat het Robin is.

Ach, ja. Alles is beter dan alleen zijn met Luke.

'Hé, Robin,' zeg ik zo opgewekt mogelijk. 'Heb je er ook zin in?' Robins gezicht klaart op, waarschijnlijk omdat hij normaal eigenlijk de enige is die deze activiteiten echt geweldig vindt. 'Ja, super veel! Ik heb mijn speciale wandelschoenen van mijn opa aan en deze pet heb ik gekocht in een speciale winkel. Hij beschermt goed tegen de zon en valt niet zo gemakkelijk van je hoofd.'

Ik doe alsof ik echt geïnteresseerd ben in zijn padvindersuitrusting en besluit maar niet te zeggen dat ik eenzelfde soort pet bij de Action heb gezien. 'Wat gaaf! Oh, hey, Luke.' Ik doe alsof ik Luke nu pas zie en knik kort naar hem. 'Hoi,' zegt hij kort.

Een tijdje zeggen we niks en het wordt steeds ongemakkelijker. Gelukkig komt na een paar minuten de rest van de groepjes. Ook Marc, een van de kampbegeleiders, komt eraan. Je ziet hem al van tien kilometer afstand aanlopen, met zijn blauwe shirt.

Marc gebaart dat we stil moeten zijn en iedereen stopt met praten.

'We gaan zo naar een berg waar we kunnen klimmen. Bij die berg zijn er twee activiteiten en bij allebei de onderdelen staat een begeleider. Voordat we zo er naartoe lopen, is nu de laatste kans om te checken of je een lunchpakket mee hebt.'

Een paar kinderen rommelen in hun rugzak, maar gelukkig hoeft er niemand terug om iets te halen. Nu kunnen we meteen gaan. We lopen achter Marc aan en Robin komt naast mij lopen. Hij denkt waarschijnlijk dat we vrienden zijn nu we een keer een paar woorden gewisseld hebben.

'Vroeger ging ik altijd met mijn opa bergbeklimmen.'

'Oké.' Ik kijk hem niet aan en hoop dat hij weet dat ik geen zin heb in een gesprek.

'Daarna gingen we altijd tv kijken.'

Dit keer negeer ik hem gewoon.

'Heb je vroeger weleens Gravity Falls gekeken?'

'Ja.'

'En Pokémon?'

'Nee.'

'En Jimmy Neutron?'

Holding On To YouWhere stories live. Discover now