Hoofdstuk 24 (verbeterd)

4.8K 105 1
                                    


Dit is de outfit van Kat aan het einde van het hoofdstuk. Veel plezier met lezen! x.Hannah

We rijden in de garage onder ons huis en iedereen stapt uit. Ik loop meteen door naar mijn kamer. Daar plof ik neer op mijn bed met mijn hoofd diep in mijn kussens begraven. Ik hoor de deur opengaan. "Niet praten," hoor ik een zware stem zeggen. Er zit een hees en schor randje aan. Ik kijk op en daar staat Wolf. Zijn reusachtige lichaam maakt een grote schaduw en hij frunnikt aan een van zijn piercings. Dan loop hij naar me toe. Ik zie hoe zijn ogen waterig zijn en ik sta op. Hij spreidt zijn armen en slaat ze om me heen. Ik sla ze ook om hem heen. Zijn ouders zijn ook dood. Ik denk dat hij daarom verdrietig is. Ik zal het niet aan hem vragen aangezien hij al drie woorden vandaag heeft uitgesproken wat blijkbaar een wonder is. "Sorry," zegt hij dan en hij loopt weg. Net voordat hij de kamer uit gaat grijp ik zijn pols vast. Hij draait zich om. "Je hoeft niet sorry te zeggen. Dankjewel," zeg ik tegen Wolf. "Ik was daar," zegt Wolf dan. Wauw. Hij praat echt veel voor zijn doen vandaag. "Hoe bedoel je 'je was daar'?" vraag ik. Wolf loopt terug de kamer in en opent het raam. Hij leunt naar buiten terwijl hij een sigaret op steekt. Ik wil hem vragen of hij dat niet kan doen maar op dit moment ben ik meer benieuwd naar wat hij bedoelde met wat hij net zei. "Ik was daar," zegt hij weer. "Waar?" zeg ik dan. Ik snap niks van hem. Hij is en blijft een raadsel. "De loods," zegt hij dan weer en zo ontstaat er een flashback die ik had willen vergeten:

Ik huppel de trap zowat af. Luke had gevraagd of ik met hem zou willen afspreken vandaag en nu heb ik er zo veel zin in. Dan hoor ik een paar vreemde mannenstemmen praten met mijn moeders stem. Ik vang wat woorden op van wat de mannen zeggen: "Maffia... problemen... gevaar..." en op het einde van het gesprek hoor ik een hele zin: "De politie moest hem daar bij die loods wel neerschieten, het was hij of de politie zelf." Vol verwarring loop ik de kamer binnen. Daar zit mijn moeder met tranen in haar ogen op de bank. Naast haar zit een politieagent en voor haar staat er eentje. Ik mocht dan wel jong zijn maar ik wist precies wat er gebeurd was. Papa was dood en de politie had het gedaan. Ik wist al langer dat papa wat dingetjes deed die eigenlijk niet mochten om wat centjes te verdienen maar dit had ik nooit gewild! Zonder papa zal er altijd een stilte zijn. En met tranen in mijn ogen rende ik in mijn moeders armen.

"W-wat... Wat bedoel je daar mee?" bibbert mijn stem. Wolf gromt kort. Het is een grom van medelijden en vriendelijkheid, geen gemene. "Hij werkte voor ons. De politie was er. Hij werd beschoten," vertellen de korte zinnen van Wolf. Ik kijk naar hem. Ik zie hou hij pijn heeft onder de woorden die hij zegt. Ik weet niet of het is omdat hij er verdriet door heeft of dat het is omdat hij nooit praat en zijn keel nu pijn doet. "Heb je het over mijn vader?" fluister is met een schorre, gebroken stem. Een brok ontstaat in mijn keel. Wolf kijkt me kort aan en leunt dan weer uit het raam. Hij neemt een grote teug van zijn sigaret, houd de lucht in en blaast het vervolgens ver uit. Dan knikt hij. De brok in mijn keel voelt alsof er een olifant op mijn keel is gaan zitten en er niet meer vanaf wil. Ik wankel een paar stappen naar achter en dan struikel ik. Ik val over een schoen en beland vol met mijn stuitje op de grond en met mijn rug tegen het bed. Een pijnscheut gaat door mijn lichaam maar niks is groter dan de pijn in mijn hart. De pijn van het gat dat mijn vader heeft achtergelaten in mijn hart. Wolf draait zich vlug om. Met zijn sigaret in zijn mondhoek snelt hij naar me toe en knielt. Hij kijkt met een blik van gaat-het-wel-want-je-doet-alsof-je-dood-gaat-maar-ik-heb-medeleven-hoor. Ik knik kort als antwoord op zijn blik. "En ga nu weg uit mijn kamer met die vieze sigaret van je!" zeg ik en Wolf staat op. Hij knikt en gromt kort. Dan verlaat hij mijn kamer. Ik pak kreunend mijn rug vast. Mijn bips doet pijn en met moeite sta ik op. Dan loop ik naar de badkamer en kleed me uit zodat ik mijn onderrug goed kan zien. Hij is rood aangeslagen en bij mijn stuitje begint het al blauw en paars te worden. "O mijn god, jezus Kat! Wat is er gebeurd?!" hoor ik Jackson roepen en voor ik het weet legt hij zijn handen op mij onderrug en billen. Blijkbaar was ik vergeten om de deur naar zijn kamer op slot te doen. "Jackson! Ik ben naakt! Ga uit deze kamer!" roep ik vol van schrik en met mijn handen probeer ik 'bepaalde' lichaamsplekken te bedekken. Ik zie hoe Jackson rechtop gaat staan. Hij begint te grijnzen. "Nee, ik vind het wel leuk hoe je nu bent," zegt hij. Hij zet een stap dichterbij en met zijn lijf staat hij nu tegen mijn naakte lijf dat ik probeer te bedekken met mijn armen en handen. "Jackson!" roep ik. Zijn grijns word nog groter. Dan pakt hij een handdoek uit een van de kastjes en hij geeft hem aan mij. Ik sla hem snel om me heen. De handdoek is maar heel klein en het bedekt nog maar net mijn lichaam. Snel loop ik de kamer uit en draai de deur van de badkamer op slot. Ik pak snel wat kleren. Het is een comfortabele tuinbroek met een wit shirt er onder. Ik probeer zo min mogelijke strakke dingen aan te doen want mijn rug doet enorm veel pijn. Ik trek net mijn tuinbroek aan wanneer ik iemand iets hoor zeggen. "Ik vond je in de badkamer leuker uitzien." Het is duidelijk Jackson. Ik draai me om, maar al snel voel ik een pijnscheut door mijn rug gaan en ik grijp er pijnlijk naar. "Oh god Kat, wat is er gebeurd?" zegt Jackson. Hij rent naar me toe en ondersteunt me met staan. "Ik viel." Is mijn antwoord. Hij knikt en helpt me met naar mijn bed te strompelen. Ik ga zitten maar ik weet meteen dat dat geen goed idee was. Mijn stuitje ontploft van pijn en ik spring op. Waarom altijd zo veel problemen?!

BLACK EYES (NL) - VoltooidWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu