weg

56 7 0
                                    

Als ik wakker word heb ik het enorm koud. Ik zoek een beetje met mijn hand waar het overheerlijke gestalte is, maar ik vind niks. Ik draai me op mijn buik met mijn gezicht in het kussen. Ik begin heel hard te huilen. Dan voel ik iemand zijn hand op mijn rug leggen. Ik sla hem agresief weg.

Waneer ik wat meer uitgehuilt ben draai ik me op mijn zij richting de jongen naast mijn bed. Onder tussen snik ik nog rustig door. "Ik ben Damian." Ik kijk hem kort aan. Hij is net zo oud als Luka en heeft, voor een jongen, lang blond haar. Dan vraagt hij "Wil je even alleen zijn?" Zachtjes zeg ik "Nee." En hij legt zijn hand op mijn schouder. "Heb je honger?" Probeert hij, maar weer zeg ik zachtjes "Nee." Terwijl ik levenloos voor me uit staar. Weer probeert hij iets "Wat is er met je?" "Niks." Krijgt hij weer op dezelfde toon terug. "En nu de waarheid." Zegt hij terwijl hij zijn gezicht voor het mijne houd. "Wil je de waarheid?" Antwoord ik nu wat geiriteerd "Ja." Krijg ik zelfverzelker van Damian terug "Ik voel me beroert omdat Luka weg is en niemand kan hem vervangen, mijn lijf doet pijn als de hel en nu ben ik ook nog geirriteerd." Komt er bijna schreeuwend uit mijn mond terwijl ik me omdraai. Damian komt naast me liggen en trekt zijn t-shirt uit zodat ik zijn warme lichaam voel. Ik draai me om en druk hem me tegen hem aan. Het kan me niks schelen dat ik hem nog niet eens een uur ken, maar zijn warmte voelt zacht en vertouwd. Hij schrikt er een beetje van maar begint dan mijn tranen weg te vegen die ondertussen alweer over mijn wangen glijden.

Zodra we het allebij te warm krijgen gooien we het deken van ons af en gaan iets verder van elkaar af liggen. "Ik zal wat eten voor je halen." En Damian wil weg lopen maar ik houd hem tegen "Wat is er?" Vraagt hij aan me "Mag ik mee?" Ik zie dat hij in eerste intstantie twijfelt maar bedenkt zich dan wat me al is over komen "Oke, je mag mee, ik begrijp dat je niet meer alleen durft te zijn." Vanaf dat moment begin ik me te realiseren dat ik een fobie om alleen te zijn heb opgebouwd. Damian loopt naar de deur en pakt iets van de gang "Ik ben niet zo sterk als Luka dat ik he de hele tijd kan dragen." Ondertussen dat hij dat zegt tilt hij me kort op om me in de rolstoel te zetten. Stiekem vind ik het wel jammer dat hij niet zo sterk is en me dus niet kan dragen. Zodra we de deur uitlopen gaan we linksaf, dan het derde gangetje recht en dan weer rechts. Zodra we bij de deur staan laat hij me buiten staan. Ik wil nog roepen maar hij is al weg. Waneer even binnen is komt een van de trolletjes naar buiten. Hij kijkt op en springt dan met een grote sprong op mijn gezicht waardoor ik uit mijn rolstoel val. Zodra hij het kleine gilletje uit de kantine hoord maakt hij nog een snee op mijn pols en loopt dan snel weg, richting kamer 373. Dan komt er een menigte mensen uit de kantine die zich om mij heen vestigd. Nu ben ik omsingelt door mensen die me aanstaren en niks doen.

Na een tijdje heeft een dokter de menichte gezien en baant zich er een weg naar mij doorheen. Hij verband mijn pols en geeft me een klap ik mijn gezicht die hij meteen weer terug krijgt, maar dan tien keer harder. "Breng haar naar haar kamer." zegt hij kalm en dan voel ik twee sterke armen die me omtillen. Ik kijk hem even aan om te kijken of het Luka is, maar dat ik niet zo dus kijk ik maar voor ons uit waar we heen gaan. Waneer we er zijn legt de jongen me in mijn bed, dan gaat iedereen weg zodat ik weer alleen ben met Damian. "Waarom moet iedereen bewaakt worden?" vraag ik dan "Dat is de wet."

"Waar ben ik dan in vredesnaam?"

"Koetra."

Ik kijk hem verward aan.

"Nog nooit van gehoort."

"Waar kom jij dan vandaan?"

"London."

Dit keer is het zijn beurt om verward te kijken en om te zeggen "Nooit van gehoort."

forever aloneOnde histórias criam vida. Descubra agora