hoop

51 7 1
                                    

"Ik heb het koud." Zeg ik zachtjes door de stilte heen "Ik ook." is het simpele antwoord dat ik terug krijg. "Kun je me opwarmen?" "Dat kan ik." zegt hij weer terwijl hij op zijn stoel blijft zitten. Ik kijk hem aan. Dan trekt hij verslagen zijn t-shirt uit en klimt bij me onder de denkens, waardoor het hele bed meteen warmer word. "De winter komt eraan." word zachtjes in mijn oor gefluisterd. "Dus?" is het antwoord dat ik geef, Damian kijkt me ongelovig aan. "Ben je rijk ofzo." zegt hij, wat ik opvat als een vraag "Was."

"Hoe bedoel je?"

"Ik lig hier nu toch, en mijn enige bezit is deze trui."

Daarmee was het gesprek geeindicht. Na een korte stilte zeg ik "Ik heb het nogsteeds koud." Het antwoord dat ik terug krijg is "Dat zul je de komende tijd nog wel houden," hij kijkt iets naar beneden zodat hij me aankijkt, en vervolgt dan zijn zin "en dan moet je dichter tegen me aab komen." Ik volg zijn'advies' op, en het schijnt te werken. "Hoe ken jij Luka?" vraag ik na een tijdje. "We kennen elkaar van school en zijn het zelfde werk gaan doen, ik zie hem nooit als we moeten werken."

"Mag ik naar de openplek?" vraag ik als er een kleine stilte is geweest

"Hoezo?"

"Ik vind het mooi." Damian stemt in, tilt me op en begint te lopen. Ik kijk hem verward aan. "Ik heb je advies opgevolgt." Ik kijk hem nogsteeds ongelovig aan. Een week geleden had hij al moeite om me tien seconden op te tillen. "Naar de sportschool gaan..." Nu begrijp ik hem en ik kijk weer door de gang waar we heen lopen. Dan gaan we de hoek om en zie ik de prachtig tuin weer. Hij zet me op een bankje en ik geniet van de schoonheid.

Na ongeveer een half uur begin ik me af te vragen wat er aan de andere kant van de muur is. Voorzichtig ga ik op het bankje staan om erover heen te kunnen kijken. Damian kijkt op en wilt me omlaag trekken, maar ik ben eerder met hem omhoog trekken. Zodra hij staat merkt hij dat ik wat wankel word en hij ondersteund me. Ik kijk over het muurtje en zie eenvlakte met afentoe een boompje. Verderop staat er een soort zandberg die op de bovenkant vlak is. Op die berg komt een regenboog neer. Op die plek heeft hij minder kleur en hij gaat daarna weer omhoog. Het lijkt net alsof het een open poort naar een andere wereld is. Dan zie ik opeens een elfje door de poort heen vliegen, ze heeft een geboeide trol stevig vast en een boze blik op haar gezichtje.

Dan valt het me op dat mijn elfje van mij hooft naar mijn schouder is geklommen. Ze kijkt met een enorme glimlach op haar gezicht met me mee. Dan kijken we elkaar tegelijk aan.

Dan opeens waneer het elfje net door de poort is stopt de zon met schijnen. De glimlach van mijn elfje is nogsteeds net zo groot, okal is de poort dicht. "Kom, dan gaan we weer naar binnen." hoor ik een stem naast me zeggen. Ik kijk opzij en zie dat het Damian is. Oja, ik was niet alleen. Zwijgend laat ik me optillen en hij loopt weer naar binnen. Ik kijk nog snel om het hoekje of de regenboog echt weg is, en dat is hij.

Als we binnen zijn kijk ik op de klok, we hebben 3 uur op dat bankje gestaan! De mevrouw van de kantine is blijkbaar al geweest want er word een dienblad met alweer koud geworden eten op mijn schoot gezet.

forever aloneWaar verhalen tot leven komen. Ontdek het nu