2.10

3 1 0
                                    

Het is donderdagmiddag, school is uit. De meiden zijn voor de school aan het wachten voor de laatste brieven die binnenkomen. Inmiddels is het vier uur, Jade en Bella zijn moe en gaan naar huis maar Lieve weet dat Maarten nog geen kaartje heeft ingeleverd en ze weet dat Roos dat kaartje het liefst wilt. Ze kijkt afwachtend rond. Nog steeds geen Maarten. Straks heeft Roos geen kaartje van Maarten, Lieve is ongeduldig aan het worden en dood de tijd door op haar telefoon te zitten. Na vijf minuten pakt Lieve de doos en loopt weg.

'Lieve!' hoort ze van achter een jongensstem roepen, 'Wacht!'

Lieve draait zich om en tien meter verderop staat Maarten, wat is ze opgelucht. Hopelijk heeft hij een briefje geschreven. Ze loopt met de doos in haar handen naar hem toe en de doos valt net niet.

'Hoi Maarten,' zegt ze.

'Hoi,' zegt Maarten zenuwachtig, 'ik heb nog een briefje. Sorry dat ik zo laat ben.'

'Ohw nee, geeft niet hoor. Als je iets later was geweest was het wel te laat.' Lieve begint een beetje te lachen en Maarten lacht mee. 'Maar bedankt, mag ik je vragen waarom je zo laat bent? Of wil je dat liever niet vertellen?'

'Dat mag je zeggen.' Het is enkele seconden stil. 'Al heel lang ben ik verliefd op Roos. Ik wilde het perfecte briefje voor haar schrijven, wetend dat ze het toch nooit gaat lezen. Dat duurde dus heel lang. Steeds was er net iets verkeerd of wilde ik toch net iets anders. Hier heb ik dus twee dagen over gedaan.'

'Oh. Dat wist ik niet. Sorry maar ik ben nu wel heel benieuwd wat er in dat briefje staat. Zou ik het briefje mogen lezen?' Zegt Lieve heel nieuwsgierig.

'Ja hoor,' Lieve doet het briefje open. Maarten staat nog steeds voor haar.

'Lieve Roos,' begint Maarten op precies hetzelfde moment als dat Lieve begint te lezen, 'ik weet niet precies hoe ik het moet zeggen, maar ik ben al heel lang verliefd op jou. Ik vind het heel stom dat ik nooit in het echte leven de liefde voor jou kon verklaren. En nu... nu ga je dood. Dat ik dat moet mee maken. Ik had je zo graag willen nog een keer willen zien maar dat kan nu niet meer. Alleen maar door die stomme auto die jou heeft aangereden. Ik houd van je, Maarten.'

'Wow, dat is zo mooi.' Antwoord Lieve op het briefje dat Maarten heeft geschreven. Lieve stopt het laatste briefje in de doos, maar de doos valt nu wel echt om. 'Maarten, zou jij mij misschien willen helpen met de doos?'

'Ja hoor, kan ik Roos dan nog zien?' Vraagt Maarten heel subtiel, want hij wilt Roos waarschijnlijk echt heel graag nog een keer zien.

'Tuurlijk, ik kan je hulp op dit moment heel erg gebruiken.'

Maarten pakt de doos die Lieve heeft laten vallen en samen lopen ze naar het ziekenhuis. Gelukkig is het ziekenhuis dichtbij. Na zeker een kwartiertje lopen zijn ze aangekomen.

Short StoriesWhere stories live. Discover now